Begrippen Mens en Zorg blok 8

Begrippen Mens & Zorg
Blok 8

Maak de quiz en noteer de begrippen en juiste antwoorden in je aantekenschrift.
Succes! 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Gezondheidzorg & WelzijnVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Begrippen Mens & Zorg
Blok 8

Maak de quiz en noteer de begrippen en juiste antwoorden in je aantekenschrift.
Succes! 

Slide 1 - Tekstslide

Clienten
A
Patiënten in een ziekenhuis of zorginstelling
B
Patiënten in de supermarkt

Slide 2 - Quizvraag

Beroepsgeheim
A
Staat in blok 7
B
Staat in blok 7
C
Zoek het antwoord op
D
Zoek het antwoord op

Slide 3 - Quizvraag

Handeling
A
Wat je uitvoert; medische handeling
B
Wat je uitvoert; lopen

Slide 4 - Quizvraag

Steunkousen
A
Helpt de vochtdoorstroming te verbeteren
B
Helpt de bloedstroom te verbeteren
C
Helpt de vet stroom te verbeteren

Slide 5 - Quizvraag

Instructies
A
Opdracht hoe je iets moet doen
B
Uitvoering van iets

Slide 6 - Quizvraag

Belang
A
Iets wat niet belangrijk is voor een persoon
B
Iets wat belangrijk is voor een persoon

Slide 7 - Quizvraag

Communicatie
A
Overbrengen en ontvangen van een boodschap
B
Moeilijk overbrengen van een boodschap

Slide 8 - Quizvraag

MS (Multi sclerose)
A
Aandoening aan het centrale zenuwstelsel
B
Aandoening aan de botten

Slide 9 - Quizvraag

Ziekteverloop
A
Ontwikkeling van een aandoening
B
Hoe de ziekte is

Slide 10 - Quizvraag

Revalidatie
A
Je wond moet dichten
B
Opnieuw leren bewegen naar een operatie of ongeluk

Slide 11 - Quizvraag

Kunstgebit
A
Gebit dat hartstikke echt is
B
Gebit dat niet echt is

Slide 12 - Quizvraag

Gebitsverzorging
A
Reinigen en onderhouden van het gebit
B
Het niet reinigen en onderhouden van het gebit

Slide 13 - Quizvraag

Benodigheden
A
Wat je nodig hebt om iets te maken
B
Wat je niet nodig hebt

Slide 14 - Quizvraag

Gebitsprothese
A
Hetzelfde als een kunstgebit
B
Is niet echt maar nagemaakt

Slide 15 - Quizvraag

TIA
A
Bloeddoorstroming naar de hersenen wordt kort onderbroken
B
Bloeddoorstroming loopt vloeiend

Slide 16 - Quizvraag

CVA
A
Het bloedvat gaat stuk (bloeding)
B
Propje in de hersenen

Slide 17 - Quizvraag

Afasie
A
Taalstoornis veroorzaakt door een hersenbeschadiging
B
Lichamelijke beschadiging

Slide 18 - Quizvraag

Ziektebeeld
A
Symptomen van een ziekte
B
Hoe de ziekte is

Slide 19 - Quizvraag

Non verbaal
A
Communicatie met woorden
B
Communicatie zonder woorden

Slide 20 - Quizvraag

Signalen
A
Vorm van informatie
B
Vorm van een ziekte

Slide 21 - Quizvraag