Schrijf de volgende zinnen in je schrift, onderstreep de pv, wg en het o
1. Ze wist nu al zeker dat dat cultuur en maatschappij zou worden.
2. De vloer kwam weer in zijn normale stand.
3. Ik hou van wilde dieren zoals leeuwen.
4. Mijn hond kwispelde en gaf mij een poot.
5. Ze was verdrietig en bang.
6. Ik voer een nieuwe code in.
7. Ik heb nog niet zoveel in mijn schrift geschreven.
8. Waarom is de kat niet snel naar huis gelopen?
9. Alle mannen zijn achter elkaar aan het huis binnen gelopen.
10. Zou jij ook wel een ijsje willen eten?