Keuzes uit verschillende rollen:
Slecht nieuws mededelen: Je moet als verpleegkundige de diagnose van kanker aan een patiënt meedelen. Je neemt de tijd om te zitten, luistert aandachtig naar hun vragen en zorgen, en biedt een tissue en een glas water aan terwijl je empathie toont voor hun emoties.
Conflicten in het zorgteam oplossen: Tijdens de overdracht van de nachtdienst naar de ochtenddienst ontstaat er een conflict tussen twee verpleegkundigen over de juiste dosering van medicatie. Je faciliteert een open gesprek waarin beide partijen hun zorgen uiten en zoekt gezamenlijk naar een oplossing om de patiëntenzorg te waarborgen.
Culturele diversiteit in zorgverlening: Je verzorgt een patiënt die de islamitische geloofsovertuiging volgt en vast tijdens de Ramadan. Je bespreekt de mogelijkheden voor aangepaste maaltijden en het tijdstip van medicatie om aan hun religieuze praktijken tegemoet te komen.
Palliatieve zorg: Als verpleegkundige in de palliatieve zorg ondersteun je een terminaal zieke patiënt en hun familieleden. Je bent beschikbaar om te luisteren naar hun angsten en zorgen en biedt comfort en pijnverlichting om het comfort van de patiënt te verbeteren.
Omgaan met verwarde of agressieve patiënten: Je wordt geconfronteerd met een patiënt die verward en angstig is en dreigt agressief te worden. Je spreekt rustig en met begrip met de patiënt, kalmeert hen en zorgt voor een veilige omgeving zonder confrontatie.
Verpleegkundige fouten of onvoorziene complicaties: Na een onvoorziene complicatie tijdens een procedure ben je open en eerlijk in je communicatie met de patiënt en hun familie. Je legt uit wat er is gebeurd, welke stappen worden ondernomen om het op te lossen en biedt steun.
Besluitvorming met zorgvragers: Een patiënt met chronische aandoeningen moet beslissingen nemen over behandelingsopties. Je bespreekt de verschillende keuzes, luistert naar hun voorkeuren en ondersteunt hen bij het nemen van een geïnformeerde beslissing.
Patiënten met angst, depressie of psychische stoornissen: Je werkt met een patiënt met ernstige depressie. Je biedt een luisterend oor, toont begrip voor hun gevoelens en motiveert hen om hun medicatie en therapie te volgen.
Zorg voor stervende patiënten en hun families: Een patiënt in de stervensfase heeft pijn en angst. Je zit naast hen, houdt hun hand vast en biedt emotionele steun. Tegelijkertijd communiceer je met hun familie, luister je naar hun behoeften en beantwoord je vragen.
Zorg na trauma of noodsituaties: Na een ernstig auto-ongeluk ben je als verpleegkundige verantwoordelijk voor het bieden van zorg aan de gewonde patiënten. Je toont begrip voor hun trauma, biedt fysieke zorg en communiceert met empathie om hen te gerust te stellen tijdens de crisis.