VT lj 1 week 3; deelopdracht 2 leerprincipes

Module VT
Week 3, deelopdracht 2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Module VT
Week 3, deelopdracht 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WK voetbal groep A
Nederlands elftal- Qatar, dinsdag 29 november 16 uur

Wie wint? Welke stand? tussenstand
Schrijf je voorspelling op de flap-over.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopzet
9.30u- 10.30u
  • COPD
  • Opdracht week 1: Casus analyse
  • Werken aan opdrachten deelopdracht 2

10.45-12.45u (les stopt eerder)
  •  Leerprincipes  
  • Opdracht wat hoort waar 
  • Werken aan opdrachten deelopdracht 2


Let op! 
van 13.00u tot 14.30u Cashflow
Storkzaal

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdieping ziektebeeld: COPD
Lezen
  • Zorgpad-> mbo vp niv 4-> Zorg specifiek-> ziekteleer -> 4.3 COPD
  • https://www.longfonds.nl/longziekten/copd

Maak voor jezelf kort een samenvatting. Denk hierbij aan de volgende vragen; Wat houdt COPD in? bij wie komt COPD voor? wat zijn symptomen van COPD? Hoe behandel je COPD?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen? Aan het werk!
  • Lees de informatie over COPD (ZorgPad & Longfonds), maak hiervan een (korte) samenvatting.
  • Verder met de opdracht week 1: Casus analyse . Vergelijk je analyse in je regiegroepje. Zijn er verschillen/overeenkomsten?
  • (individueel) Werken aan opdrachten deelopdracht 2

Slide 5 - Tekstslide

Langs de verschillende groepjes casus analyse door nemen)
Lesuur 2 & 3
9.30u- 10.30u
  • COPD
  • Opdracht week 1: Casus analyse
  • Werken aan opdrachten deelopdracht 2

10.45-12.45u (les stopt eerder)
  •  Wat zijn 'leerprincipes
  • Opdracht wat hoort waar 
  • Werken aan opdrachten deelopdracht 2


Let op!
van 13.00u tot 14.30u Cashflow
Storkzaal

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou de term leerprincipes inhouden?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

 Leerprincipes 
Gaan over de manier waarop mensen leren en zich nieuwe vaardigheden eigen maken.

Slide 8 - Tekstslide

Iedereen heeft zijn eigen unieke leerstijl. Toch zijn er overeenkomsten tussen de manier waarop mensen leren.


Leerprincipes 
  1. Eigenaarschap
  2. Subjectief
  3. Bewust worden
  4. Van grijpen naar begrijpen
  5. Discomfort
  6. Samen
  7. Concentrisch (waarnemen/ begrijpen)

Slide 9 - Tekstslide

Bibliotheek
Collectie: Zorg specifiek 4 VP
Thema: Verpleeghuizen en thuiszorg

Deze leerprincipes gaan over de manier waarop mensen leren en zich nieuwe vaardigheden eigen maken. Kennis van deze leerprincipes helpt je om al je expertise, kennis en ervaring zo effectief mogelijk over te brengen op de revaliderende zorgvrager. Wanneer je deze principes toepast in je dagelijkse praktijk zul je merken dat de zorgvrager makkelijker dingen oppikt en gaat leren.
.................. gaat over wie zich verantwoordelijk voelt voor de te behalen doelen.
A
Bewust worden
B
Samen
C
Eigenaarschap
D
Van grijpen naar begrijpen

Slide 10 - Quizvraag

Eigenaarschap gaat over wie zich verantwoordelijk voelt voor de te behalen doelen. Binnen de revalidatie gaat het erom dat de zorgvrager zich eigenaar voelt van zijn beperkingen en ermee wil leren omgaan. Pas wanneer iemand echt iets wil kunnen, staat hij ervoor open om het te leren. Dat noemen we intrinsieke motivatie.

Een van de doelen van revalidatie is dat een revalidant zelf de expert wordt van zijn nieuwe fysieke mogelijkheden, Hij leert zelf oplossingen vinden die bij hem passen om te blijven meedoen in de maatschappij.
Eigenaarschap
Gaat over wie zich verantwoordelijk voelt voor de te behalen doelen. 
Belangrijk dat de zorgvrager zich eigenaar voelt van zijn beperkingen en ermee wil leren omgaan. 
Gaat om intrinsieke motivatie.
De revalidant dient zelf expert te worden van zijn nieuwe fysieke mogelijkheden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentrisch leren betekent dat iemand in eenzelfde situatie steeds een beetje meer gaat waarnemen of begrijpen. Hier spreekt de kracht van de herhaling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Concentrisch
Concentrisch leren betekent dat iemand in dezelfde situatie steeds een beetje meer gaat waarnemen of begrijpen. Herhaling is belangrijk. Daardoor kan iemand in eenzelfde situatie steeds een beetje meer. Zorg voor een herhaling van leersituaties. Maak kleine stapjes en sluit aan bij wat de zorgvrager al kan.
Wanneer iemand voor het eerst in een ziekenhuis komt, kan hij volledig overrompeld worden door alle witte jassen die er rondlopen of de hoeveelheid zieke mensen die er zijn. Iemand die dagelijks in het ziekenhuis komt, heeft mogelijk oog voor de verse bloemen die op de balie staan. Naarmate iemand vaker in een identieke situatie komt, gaat hij steeds meer zien en horen.
Om een zorgvrager iets te leren, is het belangrijk om aan te sluiten bij datgene wat hij al weet of kan. Van daaruit kan een zorgvrager dan iets nieuws gaan leren.
Concentrisch
  • Iemand gaat in dezelfde situatie steeds een beetje meer  waarnemen en/of begrijpen. 
  • Herhaling is belangrijk. 
  • Naarmate iemand vaker in een identieke situatie komt, gaat hij steeds meer zien en horen.

Om een zorgvrager iets te leren, is het belangrijk om aan te sluiten bij datgene wat hij al weet of kan. Van daaruit kan een zorgvrager dan iets nieuws gaan leren.


Slide 13 - Tekstslide

Concentrisch leren betekent dat iemand in dezelfde situatie steeds een beetje meer gaat waarnemen of begrijpen. Herhaling is belangrijk. Daardoor kan iemand in eenzelfde situatie steeds een beetje meer. Zorg voor een herhaling van leersituaties. Maak kleine stapjes en sluit aan bij wat de zorgvrager al kan.
Wanneer iemand voor het eerst in een ziekenhuis komt, kan hij volledig overrompeld worden door alle witte jassen die er rondlopen of de hoeveelheid zieke mensen die er zijn. Iemand die dagelijks in het ziekenhuis komt, heeft mogelijk oog voor de verse bloemen die op de balie staan. Naarmate iemand vaker in een identieke situatie komt, gaat hij steeds meer zien en horen.
Om een zorgvrager iets te leren, is het belangrijk om aan te sluiten bij datgene wat hij al weet of kan. Van daaruit kan een zorgvrager dan iets nieuws gaan leren.
Omdat iedereen zijn eigen waarneming en zijn eigen referentiekader heeft, komt informatie bij iedereen anders binnen. Dit noemen we......
A
Subjectief
B
Discomfort
C
Concentrisch (waarnemen/ begrijpen)
D
Bewust worden

Slide 14 - Quizvraag

Mensen kunnen niet objectief waarnemen. Je weet nooit zeker of dat wat jij hebt gezien of gehoord ook door de anderen om jou heen is gezien of gehoord. Omdat iedereen zijn eigen waarneming en zijn eigen referentiekader heeft, komt informatie bij iedereen anders binnen. Leren gebeurt daardoor ook subjectief. Je weet nooit wat iemand gehoord, gezien en begrepen heeft van een bepaalde situatie. De manier waarop iemand leert, is daarmee individueel bepaald. Ook wat iemand in een bepaalde situatie leert, verschilt van individu tot individu. Niemand kan bepalen wat een ander op een bepaald moment leert.
De manier waarop iemand leert en wat iemand van een bepaalde situatie leert, is dus individueel bepaald. Leren vraagt bij iedere zorgvrager om een individuele aanpak. Breng vooraf in kaart wat een zorgvrager wil leren of weer wil kunnen. En ga na wat de zorgvrager van de situatie weet en begrijpt.
Subjectief
  • Mensen kunnen niet objectief waarnemen. Iedereen heeft zijn eigen waarneming en zijn eigen referentiekader 
  • Leren= subjectief.  
  • De manier waarop iemand leert, is daarmee individueel bepaald. 
  • Leren vraagt bij iedere zorgvrager om een individuele aanpak. 
  • Het is belangrijk om als verpleegkundige helder te krijgen wat een zorgvrager kan en wat hij van de situatie weet en begrijpt.

Om de zorgvrager zo goed mogelijk te kunnen begeleiden, is het belangrijk dat je weet wat een zorgvrager van de situatie begrepen heeft en wat hij belangrijk vindt om weer te kunnen.







Slide 15 - Tekstslide

Subjectief
Mensen kunnen niet objectief waarnemen. Je weet nooit zeker of dat wat jij hebt gezien of gehoord ook door de anderen om jou heen is gezien of gehoord. Omdat iedereen zijn eigen waarneming en zijn eigen referentiekader heeft, komt informatie bij iedereen anders binnen. Leren gebeurt daardoor ook subjectief. Je weet nooit wat iemand gehoord, gezien en begrepen heeft van een bepaalde situatie. De manier waarop iemand leert, is daarmee individueel bepaald. Ook wat iemand in een bepaalde situatie leert, verschilt van individu tot individu. Niemand kan bepalen wat een ander op een bepaald moment leert.
De manier waarop iemand leert en wat iemand van een bepaalde situatie leert, is dus individueel bepaald. Leren vraagt bij iedere zorgvrager om een individuele aanpak. Breng vooraf in kaart wat een zorgvrager wil leren of weer wil kunnen. En ga na wat de zorgvrager van de situatie weet en begrijpt.
Het is belangrijk om als verpleegkundige helder te krijgen wat een zorgvrager kan en wat hij van de situatie weet en begrijpt.
Waar is hij zich van bewust en waarvan nog niet?
Heeft hij begrepen dat hij de rest van zijn leven insuline moet spuiten?
Weet hij ook dat hij dat zelf kan leren?
Wil hij dat zelf leren of heeft hij daar geen belang bij?
Om de zorgvrager zo goed mogelijk te kunnen begeleiden, is het belangrijk dat je precies weet wat een zorgvrager van de situatie begrepen heeft en wat hij belangrijk vindt om weer te kunnen.
Door samen te leren met anderen wordt je als persoon gedwongen om uit te leggen hoe je dingen/handelingen uitvoert.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Samen
Mensen kunnen veel van elkaar leren. Ieder mens brengt zijn eigen ervaringen en ideeën mee, waar een ander weer van kan leren. Ook kunnen mensen een voorbeeld voor elkaar zijn. Afkijken is in dat opzicht een effectieve manier om te leren. Samen leren met anderen dwingt iemand ook om uit te leggen hoe hij de dingen doet. Door dit hardop te verwoorden, gaat iemand het zelf ook weer beter begrijpen. Bovendien is het leuk om met anderen samen te leren. Het helpt om een ander en/of nieuw perspectief te ontwikkelen. Samen leren helpt een zorgvrager om zijn eigen referentiekader te verruimen. Door ervaringen van anderen te horen, komt zijn eigen ervaring weer in een ander daglicht te staan.
Leren met en van anderen is leuk en effectief. Zorg dus voor leersituaties met anderen. Bijvoorbeeld met naasten of met zorgvragers met dezelfde aandoening of beperking.
Samen
  • Mensen kunnen  van elkaar leren.
  • Ieder brengt zijn eigen ervaringen en ideeën mee, dit is leuk(er) en effectiever.
  • Afkijken is in dat opzicht een effectieve manier om te leren. Samen leren dwingt iemand ook om uit te leggen hoe hij de dingen doet. 
  • Samen leren= leuker dan alleen 
  • Ervaringen worden gedeeld. 

Betrek als zorgverlener bijvoorbeeld naasten of andere zorgvragers met dezelfde aandoening of beperking bij de instructie.

Slide 17 - Tekstslide

Samen
Mensen kunnen veel van elkaar leren. Ieder mens brengt zijn eigen ervaringen en ideeën mee, waar een ander weer van kan leren. Ook kunnen mensen een voorbeeld voor elkaar zijn. Afkijken is in dat opzicht een effectieve manier om te leren. Samen leren met anderen dwingt iemand ook om uit te leggen hoe hij de dingen doet. Door dit hardop te verwoorden, gaat iemand het zelf ook weer beter begrijpen. Bovendien is het leuk om met anderen samen te leren. Het helpt om een ander en/of nieuw perspectief te ontwikkelen. Samen leren helpt een zorgvrager om zijn eigen referentiekader te verruimen. Door ervaringen van anderen te horen, komt zijn eigen ervaring weer in een ander daglicht te staan.
Leren met en van anderen is leuk en effectief. Zorg dus voor leersituaties met anderen. Bijvoorbeeld met naasten of met zorgvragers met dezelfde aandoening of beperking.
In de praktijk leert een zorgvrager doorgaans sneller wanneer hij eerst zelf mag ervaren hoe iets werkt of gaat. In het echt ziet een situatie er namelijk toch anders of complexer uit dan hoe de situatie op basis van de voorlichting was voorgesteld.

Dit noemen we.......
A
Concentrisch (waarnemen/ begrijpen)
B
Discomfort
C
Van grijpen naar begrijpen
D
Samen

Slide 18 - Quizvraag

In de zorg zijn we erg gewend om een zorgvrager vooraf informatie te geven en dingen uit te leggen. In de praktijk leert een zorgvrager doorgaans sneller wanneer hij eerst zelf mag ervaren hoe iets werkt of gaat. In het echt ziet een situatie er namelijk toch anders of complexer uit dan hoe de situatie op basis van de voorlichting was voorgesteld.
Wanneer een zorgvrager zelf in een situatie is geweest, is hij beter in staat de situatie te overzien en te begrijpen. Door in de praktijk aan de slag te gaan, ziet een zorgvrager hoe de dingen werken en tegen welke beperkingen of belemmeringen hij aanloopt. Op basis van die ervaring is iemand in staat informatie achteraf sneller op te nemen en te onthouden. Mensen leren sneller als ze kunnen associëren. Wanneer iemand zelf een ervaring heeft opgedaan, kan hij relevante informatie makkelijk associëren met zijn eigen ervaring. Hij kan de informatie die hij achteraf krijgt makkelijker onthouden, want deze wordt gekoppeld aan zijn eigen ervaring.
Van grijpen naar begrijpen
  • In de praktijk leert een zorgvrager doorgaans sneller wanneer hij eerst zelf mag ervaren hoe iets werkt of gaat. 
  • Wanneer een zorgvrager zelf in een situatie is geweest, is hij beter in staat de situatie te overzien en te begrijpen.  
  • Op basis van het zelf opdoen van ervaring is iemand in staat informatie achteraf sneller op te nemen en te onthouden. 
  • Door te associëren leren mensen sneller. 

Slide 19 - Tekstslide

Van grijpen naar begrijpen
In de zorg zijn we erg gewend om een zorgvrager vooraf informatie te geven en dingen uit te leggen. In de praktijk leert een zorgvrager doorgaans sneller wanneer hij eerst zelf mag ervaren hoe iets werkt of gaat. In het echt ziet een situatie er namelijk toch anders of complexer uit dan hoe de situatie op basis van de voorlichting was voorgesteld.
Wanneer een zorgvrager zelf in een situatie is geweest, is hij beter in staat de situatie te overzien en te begrijpen. Door in de praktijk aan de slag te gaan, ziet een zorgvrager hoe de dingen werken en tegen welke beperkingen of belemmeringen hij aanloopt. Op basis van die ervaring is iemand in staat informatie achteraf sneller op te nemen en te onthouden. Mensen leren sneller als ze kunnen associëren. Wanneer iemand zelf een ervaring heeft opgedaan, kan hij relevante informatie makkelijk associëren met zijn eigen ervaring. Hij kan de informatie die hij achteraf krijgt makkelijker onthouden, want deze wordt gekoppeld aan zijn eigen ervaring.
Leren gaat over veranderen. Om te kunnen veranderen moet iemand zich eerst .............. ........... van wat hij al weet en kan en waarom hij de dingen doet zoals hij ze doet.
A
Begrepen voelen
B
Bewust worden
C
Beide antwoorden zijn juist

Slide 20 - Quizvraag

Leren gaat over veranderen. Om te kunnen veranderen moet iemand zich eerst bewust worden van wat hij al weet en kan en waarom hij de dingen doet zoals hij ze doet. Van daaruit kan hij de dingen anders gaan doen of er bewust voor kiezen hetzelfde te blijven doen.
Geef de zorgvrager informatie die hem helpt bij de bewustwording. Bijvoorbeeld over het ziektebeeld. Feedback op zijn gedrag kan ook bijdragen aan bewustwording.
Het enige waarmee een zorgvrager een situatie kan beïnvloeden is met zijn eigen gedrag en aanpak. Om een situatie te beïnvloeden zal hij daarom eerst moeten weten wat zijn eigen aanpak is en wat het effect daarvan is.
Je kunt een zorgvrager helpen door hem een zo goed mogelijk inzicht te geven in bijvoorbeeld de symptomen van zijn aandoening. Daardoor kan hij er meer controle over krijgen. Vaak worden symptomen erger in bepaalde situaties en minder erg in andere. We zeggen dan dat de symptomen uitlokkers hebben. Je kunt uitlokkers samen met de zorgvrager ontdekken om ze vervolgens zo veel mogelijk te vermijden. Door bijvoorbeeld tocht en temperatuurwisselingen uit de weg te gaan, kan een zorgvrager met MS proberen te voorkomen dat zijn aangezichtspijn erger wordt.
Bewust worden

  • Leren gaat over veranderen. Om te kunnen veranderen moet iemand zich eerst bewust worden van wat hij al weet en kan en waarom hij de dingen doet zoals hij ze doet.  
  • Help de zorgvrager door informatie aan te bieden die hem helpt bij de bewustwording. 
  • Een situatie kan je beïnvloeden met eigen gedrag en aanpak. 
 
Van daaruit kan de zorgvrager een keuze maken om anders te gaan communiceren en/of om te gaan met bijv. naasten of met de ziekte/aandoening.




Slide 21 - Tekstslide

Bewust worden
Leren gaat over veranderen. Om te kunnen veranderen moet iemand zich eerst bewust worden van wat hij al weet en kan en waarom hij de dingen doet zoals hij ze doet. Van daaruit kan hij de dingen anders gaan doen of er bewust voor kiezen hetzelfde te blijven doen.
Geef de zorgvrager informatie die hem helpt bij de bewustwording. Bijvoorbeeld over het ziektebeeld. Feedback op zijn gedrag kan ook bijdragen aan bewustwording.
Het enige waarmee een zorgvrager een situatie kan beïnvloeden is met zijn eigen gedrag en aanpak. Om een situatie te beïnvloeden zal hij daarom eerst moeten weten wat zijn eigen aanpak is en wat het effect daarvan is.
Iemand leert het snelst door dingen te doen die buiten zijn comfortzone liggen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Discomfort
Mensen leren sneller als ze buiten hun comfortzone treden. Wanneer een zorgvrager buiten zijn comfortzone treedt, gaat hij improviseren en zich aanpassen aan de onbekende omstandigheden. In een dergelijke situatie wordt goed duidelijk hoe iemand een nieuwe ongemakkelijke situatie aanpakt. Ook wordt zichtbaar hoe effectief dit gedrag is. Zoek nieuwe leersituaties op buiten de veilige omgeving die de zorgvrager kent.
Zolang een zorgvrager binnen de veilige omgeving van het verpleeghuis of zijn eigen huis blijft, zal hij niet zo hard gaan leren als daarbuiten. Buiten op straat is dat anders. Deuren gaan niet vanzelf open en mensen staan niet vanzelf op in de bus of trein. Zeker als niet zichtbaar is dat hij ziek is of beperkt. Door deze oncomfortabele situaties op te zoeken, zal de zorgvrager zelf de knelpunten ervaren. Van daaruit kan hij al dan niet met jouw hulp zoeken naar effectieve manieren om met de nieuwe situatie om te gaan.
Discomfort
  • Men leert sneller buiten hun comfortzone
  • Improvisatie en en zich aanpassen aan de onbekende omstandigheden is nodig. 
  • Binnen een veilige omgeving zoals het verpleeghuis of zijn eigen huis blijft, zal  een zorgvrager niet zo hard gaan leren als daarbuiten. 
  • Door oncomfortabele situaties op te zoeken, zal de zorgvrager zelf de knelpunten ervaren. Van daaruit kan hij al dan niet met jouw hulp zoeken naar effectieve manieren om met de nieuwe situatie om te gaan.

Laatste slide leerprincipes 

Slide 23 - Tekstslide

Discomfort
Mensen leren sneller als ze buiten hun comfortzone treden. Wanneer een zorgvrager buiten zijn comfortzone treedt, gaat hij improviseren en zich aanpassen aan de onbekende omstandigheden. In een dergelijke situatie wordt goed duidelijk hoe iemand een nieuwe ongemakkelijke situatie aanpakt. Ook wordt zichtbaar hoe effectief dit gedrag is. Zoek nieuwe leersituaties op buiten de veilige omgeving die de zorgvrager kent.
Zolang een zorgvrager binnen de veilige omgeving van het verpleeghuis of zijn eigen huis blijft, zal hij niet zo hard gaan leren als daarbuiten. Buiten op straat is dat anders. Deuren gaan niet vanzelf open en mensen staan niet vanzelf op in de bus of trein. Zeker als niet zichtbaar is dat hij ziek is of beperkt. Door deze oncomfortabele situaties op te zoeken, zal de zorgvrager zelf de knelpunten ervaren. Van daaruit kan hij al dan niet met jouw hulp zoeken naar effectieve manieren om met de nieuwe situatie om te gaan.
Opdracht 'Wat hoort waar'.....
Ziektebeelden: CVA, COPD, Delier

  • Elke regiegroep krijgt een flap-over. Schrijf  hierop: CVA, COPD en delier, zorg voor voldoende afstand tussen de termen.
  • Elke subgroep krijgt een formulier met symptomen en post-its waarop de symptomen/ termen geschreven kunnen worden.
  • De post- it met termen plak je bij het juiste ziektebeeld. 



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog vragen? Aan het werk!
Lezen
  • Casus mw Dijkers. Welke leerprincipes kun je terug vinden in de casus?
  • lezen ZorgPad (zie voorbereiding deelopdracht 2)

Individueel maken
  • Opdracht 2-2 & overige opdrachten deelopdracht 2
  • Zie ZorgPad  zorgspecifiek-> leerpad 8.3  revalideren is leren

Regieopdracht
  • Maken opdracht  'wat hoort waar'





Let op! les stopt 15min eerder 
van 13.00u tot 14.30u Cashflow
Storkzaal

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabesepreken: Wat hoort waar.....
Ziektebeelden: CVA, COPD, Delier

  • Wat houden ziektebeelden CVA en COPD in?
  • Wat is een delier?
  • Zijn de symptomen juist geordend?
  • Wat houden de symptomen in?



Slide 26 - Tekstslide

Laat de studenten elkaars uitwerking tonen/ langslopen. Zijn er verschillen en/of overeenkomsten?

Bekijk de verschillende ingevulde flapovers en bespreek de verschillende termen/symptomen/ ziektebeelden.

Les einde

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies