Leestrategieen en tekstverbanden

timer
10:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lezen 1.3 

Slide 3 - Tekstslide

Lezen!
Pak een leesboek uit de kar en schrijf je naam met de naam van het boek op het blad op mijn bureau!
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel:

  • Je kan tekstverbanden herkennen in een tekst.
  • Je kan een signaalwoord koppelen met de bijbehorende tekstverband

Slide 5 - Tekstslide

Welke manieren van lezen had je ook alweer?

Slide 6 - Woordweb

manieren van lezen
1. Verkennend lezen: tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen.
2. Nauwkeurig lezen: tekst helemaal lezen om hem te begrijpen.

Slide 7 - Tekstslide

manieren van lezen
3. Zoekend lezen: in een tekst zoeken naar antwoord op een vraag.
2. Studerend lezen: tekst lezen om de informatie te onthouden.

Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

dus

  slecht

Slide 9 - Sleepvraag

TEKTSVERBANDEN EN SIGNAALWOORDEN
Een tekst bestaat uit verschillende alinea's. Die vormen samen weer een geheel, ze staan dus niet zomaar bij elkaar. Dat alles bij elkaar hoort, wordt gevormd door verbanden. Deze verbanden breien de alinea's aan elkaar. Hiervoor heb je verbindingswoorden nodig: ook wel signaalwoorden genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN uit leerjaar 1:
opsomming
tijdvolgorde
tegenstelling
conclusie

Slide 11 - Tekstslide

Deze signaalwoorden ken je dus al:
tekstverband
signaalwoorden
opsomming
ten eerste, ook, bovendien, zowel... als, ten slotte
tijdsvolgorde
eerst, voor het eerst. terwijl, nadat, voordat, daarna, vervolgens, ten slotte
tegenstelling
maar, echter, evenwel, toch, daarentegen, integendeel

Slide 12 - Tekstslide

opsomming- voorbeeld
Mijn vrije tijd gebruik ik voor leuke dingen. In de eerste plaats sport ik graag. Verder houd ik van gamen. Ook vind ik het leuk om met mijn vrienden te chillen.

Slide 13 - Tekstslide

tijdsvolgorde - voorbeeld
Als je met de Thalys van Amsterdam naar Parijs reist, maak je drie tussenstops: eerst in Rotterdam, dan in Antwerpen en vervolgens in Brussel.

Slide 14 - Tekstslide

tegenstelling - voorbeeld
Op internet zijn veel bedriegers actief, maar de politie doet er veel te weinig aan om ze op te sporen.

Slide 15 - Tekstslide

concluderend -voorbeeld
Signaalwoorden:
dus, dan ook, hieruit volgt, de slotsom is, concluderend


Voorbeeld:
Je hebt geen tekorten meer, dus je bent over naar het tweede jaar. 

Slide 16 - Tekstslide

concluderend voorbeeld
Concluderend:
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al

Kittens zijn klein, schattig en pluizig. Je snapt dus wel dat ik stapelgek op ze ben.

Slide 17 - Tekstslide

Welke manier van lezen gebruik je?

Je leest een opgave in je natuurtoets?
A
verkennend
B
zoekend
C
nauwkeurig
D
studerend

Slide 18 - Quizvraag

Welke manier van lezen is dit?

Je wilt snel weten waar een tekst over gaat.
Je leest niet alles, maar bekijkt alleen de opvallende zaken.

A
verkennend
B
zoekend
C
nauwkeurig
D
studerend

Slide 19 - Quizvraag

Welke manier van lezen gebruik je?

Je wilt weten wat het woord 'lanterfanten' betekent.
A
verkennend
B
zoekend
C
nauwkeurig
D
studerend

Slide 20 - Quizvraag

Welke manier van lezen is dit?

Je hebt een toets voor M&M en leest je samenvatting.
A
verkennend
B
zoekend
C
nauwkeurig
D
studerend

Slide 21 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in deze zin?
Vanmorgen heb ik eerst gedoucht. Daarna heb ik ontbeten. Ten slotte heb ik mijn tas ingepakt.
A
opsomming
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling
D
concluderend

Slide 22 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in deze zin?
Ajax stond de hele wedstijd op voorsprong, toch hebben ze op het laatste moment verloren.
A
opsomming
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling
D
concluderend

Slide 23 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in deze zin?
Douwe eet heel graag pizza. Ook houdt hij van frikandelbroodjes.
A
opsomming
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling
D
concluderend

Slide 24 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in deze zin?
Dit jaar wil ik op vakantie naar Turkije en dat kost nogal wat. Ik moet dus echt een zaterdagbaantje nemen om dit te kunnen betalen." 
A
opsomming
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling
D
concluderend

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in deze zin?
Vandaag ben ik het huis niet uit geweest. Gisteren daarentegen ben ik van Hallum naar Leeuwarden gefietst.

Slide 26 - Open vraag

Wat is het signaalwoord in deze zin?
Epke drinkt altijd AA drink voordat hij gaat trainen.

Slide 27 - Open vraag

Noteer de vier signaalwoorden uit deze zinnen onder elkaar.
Mijn moeder wil groenten en fruit kopen. Verder brood en daarnaast wat broodbeleg en tot slot een paar toetjes.

Slide 28 - Open vraag

Welk tekstverband zie je dit fragment?
"Paddenstoelen plukken? Sommige zien er verleidelijk uit, maar kun je beter laten staan: 'Je plukt zomaar de verkeerde' "
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
concluderend

Slide 29 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord heb je het tekstverband op de vorige slide herkend?

Slide 30 - Open vraag


Heb je alle leerstof begrepen?
A
Ja!
B
Bijna alles, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, maar ik ga zelf aan de slag om de leerstof begrijpen.
D
Nee, ik wil graag extra uitleg.

Slide 31 - Quizvraag

Opdrachten
Maak nu opdracht 
3,4,5 en 6 op blz. 23/24

Slide 32 - Tekstslide