VC B2 les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

VV of BWB?

Wat is een voorzetselvoorwerp?

1. Een woord waar een voorzetsel voor staat.
2. Een onderwerp dat met een voorzetsel begint.
3. Een zinsdeel dat begint met een vz en dat 'vast' bij een ww hoort.
4. Een zinsdeel waar een voorzetsel in staat.

Welke kenmerken heeft een voorzetselvoorwerp (vv) ?

1. 1. Het is een ww met een voorzetsel. 2. Het voorzetsel wordt letterlijk gebruikt. 4. het zinsdeel begint met een vast voorzetsel
2. 1. Het is een ww met een voorzetsel. 2. Het voorzetsel wordt figuurlijk gebruikt. 3. Het zinsdeel is een voorzetsel.
3. 1. Het is een ww met een vast voorzetsel. 2. Het voorzetsel wordt vaak figuurlijk gebruikt. 3. Het is een zinsdeel dat begint met een voorzetsel.

Wat is het verschil tussen en voorzetselvoorwerp en een lijdend voorwerp?

1. Een VZV begint altijd met aan of voor. Een LV begint altijd met op en tegen.
2. Een VZV begint soms met een voorzetsel en een LV begint altijd met een voorzetsel.
3. Een LV begint nooit met een voorzetsel, een VZV wel.
4. Een LV staat niet in de zin als er geen MV in staat. Dat geldt niet voor VZV.

Het voorzetselvoorwerp bestaat uit minimaal

1. één woord (het voorzetsel)
2. twee woorden
3. drie woorden
4. meer dan drie woorden

2. Hoe vind je een voorzetselvoorwerp ?

1. 1. noteer pv, ow en wg 2. is er een ww met een vast voorzetsel ? 3. het voorzetsel wordt letterlijk gebruikt 4. het zinsdeel begint met een vast voorzetsel
2. 1. noteer pv, ow en wg 2. is er een ww zonder een vast voorzetsel ? 3. het voorzetsel wordt figuurlijk gebruikt 4. het zinsdeel begint niet met een vast voorzetsel
3. 1. noteer pv, ow en wg 2. is er een ww met een vast voorzetsel ? 3. het voorzetsel wordt figuurlijk gebruikt 4. het zinsdeel begint met een vast voorzetsel
4. 1. noteer pv ,ow en wg 2. is er een ww zonder een vast voorzetsel ? 3. het voorzetsel letterlijk gebruikt 4. het zinsdeel begint met een vast voorzetsel

In een zin kunnen meer dan een voorzetselvoorwerpen staan

1. juist
2. onjuist

Het voorzetselvoorwerp begint altijd met een

1. lidwoord
2. bijwoord
3. voorzetsel
4. persoonlijk voornaamwoord

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Ik reken op zijn hulp.

1. op zijn hulp = vzv
2. op zijn hulp = bwb

Van harte gefeliciteerd met je verjaardag!

Haal het voorzetselvoorwerp uit deze zin.

1. Van harte gefeliciteerd
2. Van, met
3. Van harte gefeliciteerd met
4. met je verjaardag!

Het verschil tussen bijwoordelijke bepalingen en voorzetselvoorwerpen is dat ...

1. ... voorzetsels bij BWB's vervangen kunnen worden door andere voorzetsels. Bij VZV's kan dat niet.
2. ... voorzetsels bij VZV's vervangen kunnen worden door andere voorzetsels. Bij BWB's kan dat niet.

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Wij vertrouwen op uw medewerking.

1. Op uw medewerking = vzv
2. Op uw medewerking = bwb

Bevat deze zin een voorzetselvoorwerp?

De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen.

1. Nee, de zin bevat geen voorzetselvoorwerp.
2. Ja, de zin bevat één voorzetselvoorwerp.
3. Ja, de zin bevat twee voorzetselvoorwerpen.

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Ik herinner hem aan de inleverdatum.

1. Bijwoordelijke bepaling
2. Voorzetselvoorwerp

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?

Wij vertrouwen op uw medewerking.

1. Op uw medewerking = vzv
2. Op uw medewerking = bwb

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Ik reken op zijn hulp.

1. Op zijn hulp = vv
2. Op zijn hulp = bwb

Wat is het voorzetselvoorwerp:

Luister jij in alle drukte nog wel naar mij?

1. in alle drukte
2. in alle drukte nog wel
3. naar mij

Is het zinsdeel tussen haakjes
een voorzetselvoorwerp?

Waarom zou je [aan jezelf] twijfelen?

1. ja
2. nee

Is het zinsdeel tussen haakjes
een voorzetselvoorwerp?

Ik ben soms bang [voor het donker].

1. ja
2. nee

Een workaholic is getrouwd met zijn werk
Zit er een voorzetselvoorwerp in de zin?

1. Ja
2. Nee

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Wij fietsen door Hardinxveld.

1. door Hardinxveld = vzv
2. door Hardinxveld = bwb

Het voorzetselvoorwerp is altijd figuurlijk.

1. Juist
2. Onjuist

Ik word gek van de nieuwe roosters.

Wat is het voorzetselvoorwerp in deze zin?

1. Ik
2. word gek
3. gek van
4. van de nieuwe roosters

Wat is het voorzetselvoorwerp in de volgende zin?
Ik waarschuwde haar voor de gevolgen.

1. Ik waarschuwde
2. voor
3. voor de gevolgen
4. er zit geen voorzetselvoorwerp in.

Wat is het voorzetselvoorwerp?
"Ik pakte de rol koekjes van tafel."

1. De rol koekjes
2. van tafel
3. Ik
4. Er is geen voorzetselvoorwerp.

Rico : In een zin kan zowel een voorzetselvoorwerp als een
bijwoordelijke bepaling staan.

Raya : Alle voorzetselvoorwerpen en bijwoordelijke bepalingen
beginnen met een voorzetsel.

1. Rico en Raya hebben beide gelijk.
2. Rico en Raya hebben beide ongelijk.
3. Rico heeft gelijk; Raya niet.
4. Raya heeft gelijk; Rico niet.

Is het zinsdeel tussen haakjes
een voorzetselvoorwerp?

Hij is dol [op ijs]?

1. ja
2. nee

3. Ik vind het makkelijk om het voorzetselvoorwerp te vinden.

1. Ja
2. Nee

De klas klaagt over de hoeveelheid huiswerk.
Wat is het voorzetselvoorwerp?

1. over de hoeveelheid huiswerk
2. De klas klaagt over
3. klaagt over
4. over

Wat is in deze zin het voorzetselvoorwerp?

Hij | heeft | urenlang | gewacht | op zijn vriendin.

1. Hij
2. heeft gewacht
3. urenlang
4. op zijn vriendin

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Ik reken op zijn hulp.

1. Op zijn hulp = vzv
2. Op zijn hulp = bwb

Wat is het voorzetselvoorwerp?: 'Naar het programma Wie is de mol? kijk ik elke week uit.'

1. Naar
2. Naar het programma
3. Naar het programma Wie is de mol?