Hoe praat je de loonkosten nou aan de internationale concurrentiepositie en hoe verbind je de arbeidsproductiviteit met de inflatie?
1. Bepaal altijd je begin- en einddoel (bijvoorbeeld: beginpunt is stijging van de loonkosten, eindpunt is de internationale concurrentiepositie). KLADBLAADJE
Op die manier weet je niet alleen tussen welke twee zaken je een verband moet leggen, het zorgt er ook voor dat je niet doorredeneert. Zo voorkom je lange antwoorden die punten kosten, omdat ze geen antwoord zijn op de vraag!
2. schrijf op wat je weet (definities)
3. verbind de kennis en bouw aan een antwoord
Slide 15 - Tekstslide
Tip 2
Denk in vraag en aanbod
60-70% van redeneervragen gaan (indirect) over vraag en aanbod
Slide 16 - Tekstslide
afronden examenopgave
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
inspiratie nodig?
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
vorige les
Verzonken kosten (kosten die je niet meer kunt terugverdienen, verbouwing, opleiding, investering bruna)
Berovingsprobleem (na transactie verandert de machtigste de regels van het spel)
Les voor examen en voor SE
Mail met foto's van het werk
Slide 25 - Tekstslide
CAO
Loononderhandelingen zijn lastig
Er zijn minder werkgevers dan werknemers
Vroeger maakte werkgevers onderling afspraken, werknemers kregen lage lonen
Vakbonden kwamen op en onderhandelden namens de groep.
Er kwamen groepsakkoorden tussen groepen werkgevers en groepen werknemers: CAO
CAO dempt competitie in beide groepen
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Wat is het verschil tussen CAO en een arbeidsovereenkomst?
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Wat is het verschil tussen CAO en een arbeidsovereenkomst?
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
CAO
CAO: omvangrijk (veel afspraken: scholing, ziekte, vrije dagen, etc.) Werkgevers: bieden weinig Werknemers: vragen veel Geloofwaardigheid en dreiging Centraal Akkoord: moeder van CAO's (overheid en sociale partners)
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
1982 akkoord van wassenaar. Eerste akkoord 1971, 2013 meest recent (sociaal of centraal akkoord): AOW leeftijd, flexwet
Slide 34 - Tekstslide
Holmström en Hart incomplete contracten. Voorbeeld is CEO van groot bedrijf. Diens arbeidscontract zal bijvoorbeeld bepalingen bevatten over een bonus in het geval het bedrijf winst maakt. Maar er is ook een lange termijn belang: het bedrijf moet gezond blijven, en geen onnodige risico's nemen. Dat laatste is lastig in een contract te gieten; de toekomst is immers onzeker.