In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welkom in de les
In je tas, is het gehele lesuur niet te zien!
Op de grond
Aandacht!!!
Thema criminaliteit
9.5 De rechtszaak
Boek en laptop op tafel
Slide 2 - Tekstslide
TO DO
Gezamelijk:
Uitleg paragraaf 5
- Uitleg eerlijk proces
- Uitleg rechtszaak
Zelfstandig:
Maken lessonUp + wie zit waar
Gezamenlijk:
Afsluiten
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel:
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier een rechtszaak werkt.
Aan het einde van de les weet je wat we bedoelen met een eerlijk proces.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Eerlijk proces
Wanneer de officier vanjustitie besluit om jou te vervolgen, komt er een rechtszaak. De verdachte krijgt dan een dagvaarding.
Dagvaarding = Een oproep om voor de rechter te verschijnen.
In de dagvaarding staat:
het feit waarvan je verdacht wordt.
het tijdstip en de plaats waar de zitting plaatsvindt.
Slide 6 - Tekstslide
Belangrijke personen bij een rechtszaak
Bij een rechtszaak zijn de volgende personen aanwezig:
de verdachte, bijgestaan door een advocaat.
de officier van justitie die de verdachte aanklaagt.
de rechter die bepaalt of iemand schuldig is en of hij een straf krijgt.
Rechters zijn in Nederland onafhankelijk en onpartijdig.
Slide 7 - Tekstslide
De Rechtzaak
1.
De opening
De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte.
Slide 8 - Tekstslide
2.
De aanklacht
De officier van justitie leest de aanklacht (=ten laste legging) voor.
Slide 9 - Tekstslide
3.
Het verhoor van de verdachte
Eerst mag de verdachte zelf zijn verhaal doen en vervolgens ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.
Slide 10 - Tekstslide
4.
Het getuigenverhoor
Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te
maken kan hebben. Hiervoor leggen getuigen een eed af. Getuigen mogen niet liegen en geen aannames doen.
Slide 11 - Tekstslide
5.
Officier van justitie.
De officier legt uit waarom hij de verdachte schuldig vindt en eist een bepaalde straf. Dit heet het requisitoir.
Slide 12 - Tekstslide
6.
Het pleidooi
De advocaat mag de verdachte een laatste keer verdedigen. Hij kan nogmaals bijzondere omstandigheden aanhalen. Of wijzen op het feit dat de verdachte geen strafblad heeft. Dit heet het pleidooi.
Slide 13 - Tekstslide
7.
Het laatste woord
Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier. De verdachte kan bijvoorbeeld ook aangeven of hij/zij spijt heeft.
Slide 14 - Tekstslide
8.
De uitspraak
De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Dit kan een gevangenisstraf zijn, een voorwaardelijke straf of boete.
Meestal is de uitspraak of het vonnis twee weken later.