beschrijven hoe regelkringen een rol spelen bij het handhaven van de homeostase bij de mens.
Slide 3 - Tekstslide
normwaarde
regelkring
dynamische evenwicht
homeostase
negatieve terugkoppeling
positieve terugkoppeling
uitwendig milieu
inwendig milieu
Begrippen uit BS1
Slide 4 - Tekstslide
Homeostase
In ons lichaam vinden veel processen plaats, die leiden tot de aanmaak of afgifte van stoffen aan het intern milieu (bloed en weefselvloeistof).
Teveel of te weinig van een bepaalde stof kan leiden tot problemen voor het lichaam. Daarom is het belangrijk dat het lichaam een balans bewaart.
Homeostase
Biojuf - Intern mileu
Slide 5 - Tekstslide
inwendig en uitwendig milieu
uitwendig milieu
direct contact met omgeving
eencelligen volledig in contact uitwendig milieu
o.a. inhoud darmen, longen en blaas
inwendig milieu
geen direct contact omgeving
meercellige organismen meeste cellen niet met uitwendig milieu in contact
1 cellaag tussen
o.a. bloed, weefselvloeistof, cellen
Slide 6 - Tekstslide
Homeostase
Ons lichaam houdt het interne milieu (bloed en weefselvloeistof) zoveel mogelijk stabiel door stoffen af te geven en op te nemen. De regeling ligt bij het zenuw- en hormoonstelsel.
Slide 7 - Tekstslide
Homeostase
Het behouden van deze balans noemt men homeostase.
Het lichaam meet en vergelijkt de concentraties van stoffen in het intern milieu en stuurt bij als dat nodig is.
Het evenwicht dat onstaat is een dynamisch evenwicht dat schommelt rondom een normwaarde, dankzij een regelkring.
Homeostase
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeelden van processen, gereguleerd door middel van homeostase
Lichaamstemperatuur
pH balans
Water balans
balans opgeloste zouten in bloed
Bloeddruk
Bloedsuikerspiegel
CO2 en O2 balans (gaswisseling)
Slide 9 - Tekstslide
Regelkringen
Regelkringen berusten op een feedbackloop.
Deze feedbackloops maken gebruik van positieve- en negatieve terugkoppeling.
Denk maar aan de werking van de thermostaat thuis, in de woonkamer:
Te warm > ketel slaat af
Temperatuur zakt onder normwaarde
Te koud > ketel slaat aan
Temperatuur stijgt boven norwaarde
Terug naar 1.
Slide 10 - Tekstslide
termen
effector
conductor
regelcentrum/controle centrum
receptor
Slide 11 - Tekstslide
termen
receptor -> zintuigen
conductor (geleider)-> zenuwen
regelcentrum/controle centrum
-> centrale zenuwstelsel
effector -> spieren en klieren
Slide 12 - Tekstslide
Regelkringen
In het voorbeeld van de thermostaat is de kachel de effector.
De effector is in het menselijk lichaam vaak een hormoonklier. Het hormoon bindt zich aan een speciale receptor op een cel en activeert daarmee een bepaald celproces.
Slide 13 - Tekstslide
Negatieve terugkoppeling
Negatieve terugkoppeling
Hormonen remmen hun eigen aanmaak, waardoor een effect niet steeds sterker wordt en uit de hand loopt.
Oftewel:
Hoe meer van het hormoon aanwezig is, hoe minder er zal worden aangemaakt (+/-).
Hoe minder van het hormoon aanwezig is, hoe meer er zal worden aangemaakt (-/+).
Deze +/- en -/+ relatie noemt men negatieve terugkoppeling.