Lesson #3 - Present Continuous & Listening

 Keuzedeel Engels - Lesson #3





Nina Strijker 
22-09-2021

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Keuzedeel Engels - Lesson #3





Nina Strijker 
22-09-2021

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programme
Recap last week (5 Minutes)
Lesson Goals (2 Minutes)
Grammar assignments (20 Minutes)
Listening assignment (20 Minutes)
Round off (3 Minutes)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Can you recap what we did last week ?
Hint: Grammar & a skill

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

At the end of this class, you know..
What a present continuous is
How to recognize a present continuous
The difference between a present simple & a present continuous



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

When do you use a present simple?
A
Wanneer iets nu bezig is
B
Bij feiten, gewoontes en routines

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple 
Present simple: facts, habits, routines
SHIt-rule

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How do you make the present simple?
A
Alleen de stam (WW)
B
De stam en +s bij he, she en it
C
De stam + ing
D
De stam + ed

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple form

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
  • De present continuous is een vorm van de tegenwoordige tijd.
  • Je gebruikt de present continuous bij gebeurtenissen die:
  •    nu bezig of                        
  •    nu aan de gang zijn

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
Subject +
Form of to be +
Verb + ing
I
Am/’m
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
Watching
TV.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: Present continuous
Wanneer gebruik je de present continuous?
A
Als iets in het verleden is gebeurd.
B
Als iets nu aan de gang is.
C
Als iets in de toekomst gaat gebeuren.
D
Als iets is gebeurd maar het is nog steeds belangrijk.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple of present continuous, welke gebruiken we om gewoontes, feiten en routines aan te geven?
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin staat in de Present Continuous?
A
They play football in the garden every Saturday.
B
Vegetarians never eat meat.
C
I get up every morning.
D
They're playing football in the garden right now.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies tussen present simple en present continuous :

Ann ... to school every week.
A
Walks
B
Is walking
C
Is going to walk
D
Will walk

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the Present Continuous?
A
Things that are happening now.
B
Things that were happening in the past.
C
Things that happened at a specific moment in the past.
D
Things that happen now, on a regular basis.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies tussen present simple en present continuous:

Shirley and Tristan ... a film right now
A
watch
B
are watching
C
are going to watch
D
will watch

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies tussen present simple en present continuous:

She ... always late.
A
is
B
is being
C
is going to be
D
will be

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staat deze zin in de Present Continuous (PC) of de Present Simple (PS)?
My parents are driving home now
A
Present continuous
B
Present Simple

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:
A
We are eating lunch at the cafeteria.
B
They have eaten lunch at the cafeteria before.
C
She ate lunch at the cafeteria.
D
He has eaten lunch at the cafeteria.

Slide 19 - Quizvraag

Present continuous
1. aan te geven dat iets NU aan de gang is. Signaalwoorden zijn o.a: "now, at the moment, listen..." enz.
2. aan te geven dat je iets van plan bent. Meestal staat er bij wanneer je in de toekomst dat van plan bent.
3. irritatie aan te geven
Maak de present continuous door: vorm van 'to be' (am/is/are) + ww+ ing
Susanne is singing right now
Padlet
https://padlet.com/NIST262/EngelsKeuzemodule

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Goal achieved?
You know what a present continuous is.
You know how to recognize a present continuous
You know the difference between a present simple & a present continuous

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What went well for you today?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you need extra help with anything?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tip & Top for me!!

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies