V1 - 6/3

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Plan for today
Goals
Video
Grammar Recap 
Time to work 
Evaluation 

Slide 2 - Tekstslide

Goals 
- At the end of the lesson you can follow chances from subjects in a video and remember important information.

- At the end of the lesson you know the difference between some and any.  

- At the end of the lesson you know different vocabulary about food. 

Slide 3 - Tekstslide

Video
 Look at the video and answer the questions on your question paper.

Slide 4 - Tekstslide

Grammar: Some and Any
What does it mean? 

What is the difference? 

Slide 5 - Tekstslide

Some and Any 
Als je some of any gebruikt:
-  ben je minder specifiek dan als je een hoeveelheid noemt. (onbepaalde voornaamwoorden (indefinit pronouns))

Some en any betekenen hetzelfde: een aantal, enkele of wat. 

Slide 6 - Tekstslide

Some and Any 
- Bij een bevestigende / neutrale zin gebruik je some: I have some cookies = Ik heb wat / een paar koekjes.

- Bij een ontkennende / negatieve zin gebruik je any: I don't have any cookies = Ik heb geen koekjes.

- Bij een vragende zin gebruik je any: Do you have any cookies left? = Heb je wat koekjes over?

Slide 7 - Tekstslide

Some and Any
1) Je gebruikt some in een vragende zin waarbij je JA als antwoord verwacht:
- Do you have any friends living in foreign countries? --> geen idee wat het antwoord is...
- Can I please have some water? (asking to a waiter) --> je verwacht JA als antwoord...

2) Je gebruikt some in een vragende zin waneer je iemand iets aanbiedt:
- Would you like to have some coffee? --> je biedt iemand koffie aan...
- Can I give you some biscuits next to your coffee? --> je biedt iemand koekjes aan...

3) Je gebruikt any in een zin die niet ontkennend of niet vragend is als iets niet uitmaakt:
- Put on any song you like. I love all kinds of music! --> Maakt niet uit welk nummer je opzet...
- Give me any food you can find, I am just really hungry. --> Maakt niet uit welk voedsel...

Slide 8 - Tekstslide

You use Some and Any if something isn't that specific.
A
True
B
False

Slide 9 - Quizvraag

When you ask a question you can only use Any.
A
True
B
False

Slide 10 - Quizvraag

I have _______ good news! Everyone got a 10 for their test.
A
Some
B
Any

Slide 11 - Quizvraag

I haven't got _______ money left.
A
some
B
any

Slide 12 - Quizvraag

Would you like _____ water?
A
some
B
any

Slide 13 - Quizvraag

Grammar: Present Simple vs Present Continuous
In what time do these tenses take place?

Do you know an example? 

Slide 14 - Tekstslide

Present Continuous

Slide 15 - Woordweb

Present Simple
To talk about facts, habits and schedules or specific time. 
Example:
Verb: to be
I   am. 

You/ we/ they   are

She/ he/ it   is

Slide 16 - Tekstslide

Present Continuous
To talk about things that are happing at this moment or right now. 
How: to be + verb + ing 
Example: 
Verb: walk 
I  am walking 

You/we/they are walking 

She/ he/ it is walking 

Slide 17 - Tekstslide

Present simple vs Present Continuous
How do you recognize when you use which? 

I ________ (walk) to school everyday. 
I ________(walk) to school right now. 

Slide 18 - Tekstslide

Time to work
What:
Make the mock-test.
How:
First 5 minutes individually in silence, after that work together.
Help:
Check in duo's
Time:
10 minutes.
Result:
I know the difference between some & any and I can recognize words about food.
Done:
Make the extra worksheet. (On Classroom)


timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Go to Google Classroom 
Fill in the Exit ticket! 

Slide 20 - Tekstslide