wat is ethiek

Ethiek en het moreel beraad



Je zoekt naar het juiste, niet zozeer naar het goede of foute. Dat laatste is juridisch.
Net als bij filosofie kunnen we ethiek benaderen als een begrip dat door verschillende filosofen is uitgestippeld. Maar we kunnen ook de praktische weg volgen. Vandaar de insteek via een moreel beraad. De kunst is om deze langs de drie hoofdstromingen te laten lopen: Plicht-, gevolgen- en deugdethiek (of deugdethiek, utilisme en deontologie)

PTA
In het PTA staat dat dit een P.O. is die met een paper wordt afgesloten. Dit paper wordt gaandeweg gevuld. Beoordeling a.d.h.v. rubric.

weet je wat we onder het begrip ethiek verstaan.
weet je wat we onder de begrippen waarde en norm verstaan.
heb je hiermee kunnen oefenen via een spel





1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Ethiek en het moreel beraad



Je zoekt naar het juiste, niet zozeer naar het goede of foute. Dat laatste is juridisch.
Net als bij filosofie kunnen we ethiek benaderen als een begrip dat door verschillende filosofen is uitgestippeld. Maar we kunnen ook de praktische weg volgen. Vandaar de insteek via een moreel beraad. De kunst is om deze langs de drie hoofdstromingen te laten lopen: Plicht-, gevolgen- en deugdethiek (of deugdethiek, utilisme en deontologie)

PTA
In het PTA staat dat dit een P.O. is die met een paper wordt afgesloten. Dit paper wordt gaandeweg gevuld. Beoordeling a.d.h.v. rubric.

weet je wat we onder het begrip ethiek verstaan.
weet je wat we onder de begrippen waarde en norm verstaan.
heb je hiermee kunnen oefenen via een spel





Slide 1 - Tekstslide

vragen bij de eerste film
  • Wat zegt Aristoteles? Wat bedoelt hij daarmee denk jij?
  • Wat betekent ethiek in het Grieks?
  • Wat is de grote vraag van de ethiek?
  • Wat is een dilemma?
  • Verzin samen met je buurman/vrouw een eigen voorbeeld van een dilemma
  • In de video wordt op de de dia "maar hoe" het etisch nadenken in vier stappen uitgelegd. Neem deze vier stappen over.
  • Pak jullie eigen voorbeeld van een dilemma (vraag 5). Vul die vier stappen in.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De volgende video legt uit wat ethiek is, moraal, waarde, norm.

Verschil tussen waarde, norm, mening, feit
 + verschil tussen vragen: .

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

spel
Debat





Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

les 2 ethiek

Slide 10 - Tekstslide

Deugd en socratisch gesprek
Beste leerling, aan het einde van dit level

weet je wat we onder het begrip deugdethiek verstaan.
weet je wie Aristoteles is en wat hij te maken heeft met deugdethiek.
Weet je wie Socraties is
Heb je geoefend met het socratisch gesprek.

Slide 11 - Tekstslide

Binnen de ethiek kun je drie grote vormen onderscheiden: de deugden ethiek, de deontologie en het utilisme. In de video hiernaast worden ze uitgelegd.

In dit level gaan we in op Aristoteles

Slide 12 - Tekstslide

Aristoteles
wat moeten we van hem weten in relatie tot ethiek?

Aristoteles was tot in de middeleeuwen dé grootste denker (bij ons in Europa). Als je het over 'de filosoof' had wist iedereen dat je Aristoteles bedoelde.
Leven
Hij is geboren in 384 voor Christus in Griekenland. Vanaf zijn 17e woont hij in Athene waar hij leerde en later werkte bij de Academie van Plato. Na de dood van Plato zwierf hij rond in Griekenland om steeds les te geven. Eén van zijn leerlingen was Alexander de Grote. In 322 voor Christus overleed hij.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Learning by doing

We kennen Aristoteles van een aantal werken dat van hem is bewaard. Dit zijn geschriften over o.a. natuurkunde, politiek en over ethiek. Aristoteles gebruikte niet alleen zijn verstand om de wereld te vatten (iets wat Plato wel deed) maar hij gebruikte ook zijn zintuigen. Hij ging op handen en voeten zitten om de dingen en dieren te observeren. Van hem kennen we de empirische wetenschap, ofwel door observatie (kijken) komen tot kennis van de dingen.
Alles heeft een doel
Doelgericht (telos). Alles op aarde is gericht op een doel. Dit doel ligt in het optimaal verwerkelijken van onze natuurlijke aard. Een mens is deugdzaam wanneer hij zijn menselijke aard optimaal realiseert. Alle doelen zijn hiërarchisch geordend, er is een hoogste doel. Het grootste streven van de mens is om gelukkig te worden. Dit is niet: het verwerven van bezit of rijkdom, maar: goed of deugdelijk handelen. 




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Deugden
Het juiste midden

Aristoteles zegt: Deugd is een houding die ons vanzelf in staat stelt te kiezen zoals een verstandig mens zou doen.
Het gaat om het vinden van het juiste midden. Een deugd is het midden tussen twee ondeugden. Denk maar aan moed. Dit is het midden tussen lafheid en roekeloosheid. Dat midden hangt af van de omstandigheden. Het vraagt om praktische wijsheid (phroneisis) om te weten wat op dat moment het midden is.
 Een deugd is altijd iets tussen mensen. Je kunt bij anderen zien wat deugdelijk is. 

Wat zijn deugden en ondeugden. De deugd in het midden
De vier kerndeugden:
Moed is het midden tussen lafheid en overmoed
Matigheid is het midden tussen gulzigheid en gierigheid
rechtvaardigheid is het midden tussen altruisme en egoïsme
wijsheid is het midden tussen besluiteloosheid en impulsiviteit





Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 1
1. Deugden

 Geef een voorbeeld vanuit jouw eigen leven waarin jij moedig, matig, rechtvaardig en wijs bent geweest. Je geeft dus 4 voorbeelden, met daarin steeds 1 deugd.
Geef ook steeds aan wat dan de ondeugd is.
Beschrijf elke deugd/ondeugd ongeveer 50 woorden.


Voorbeeld van moed: In de winkelstraat staat een groepje jongeren. Ze zijn duidelijk uit op relschoppen. Ik loop de straat in. Wat zal ik doen. Ik besluit om gewoon langs hen heen te lopen. Ze proberen duidelijk contact te maken maar ik kijk strak voor mij uit en reageer niet op hun negatieve opmerkingen. Dat is moedig (deugd) van mijzelf. Laf (ondeugd) zou zijn geweest als ik niet de straat was ingelopen. Overmoedig (ondeugd) zou zijn geweest als ik op hun opmerkingen had gereageerd.
 

Slide 18 - Tekstslide

opdracht 2
2. Doel

Aristoteles zegt: Alles op aarde heeft een doel. Sommige doelen staan in het teken van andere doelen. Denk maar aan onderwijs: het doel "je diploma halen" is een onderdeel van het grotere doel "een geschikte baan vinden" (is dat zo???). En "een geschikte baan vinden" is onderdeel van het grotere doel .....


Welk doel heeft jouw leven? Benoem een subdoel en een (meer) hoofddoel.
Beschrijf waarom dit doelen voor jou zijn.
 

Slide 19 - Tekstslide

opdracht 3
3. Casus

In het vorige level hebben we gewerkt met een casus.

Beantwoord de vraag (onderaan die pagina) vanuit de deugdenethiek.
(Kun je hem niet beantwoorden geef dan aan hoe je de vraag vanuit de deugdenethiek zou benaderen. 

Gebruik dan heel level 2 als achtergrond voor jouw antwoord)


Slide 20 - Tekstslide

opdracht 4
. oefenen met vragen stellen

Bij een gesprek zijn we vooral geneigd om antwoorden te geven, meningen. We gaan het straks hebben over het socratisch gesprek. Daarbij gaat het eerder om goede vragen stellen. In deze oefening beperk je je tot het stellen van vragen.
Maak drietallen.
Bespreek het onderstaande onderwerp.
Doe dit door alleen vragen te stellen aan elkaar. Dus reageer alleen met een vervolgvraag (verdiepingsvraag, uitlegvraag,....)
Max 5 minuten.
Onderwerp: Is het goed voor onze school om diversiteit bespreekbaar te maken?

Slide 21 - Tekstslide