Ga in tweetallen en zoek snel op internet 2 begrippen op als je de zoekopdracht ‘deugdethiek’ geeft. Schrijf deze 2 begrippen op de poster en geef door. Let op: woorden die al op de poster staan mag je niet gebruiken!
Slide 2 - Tekstslide
Planning.
- Instructie.
- Oefenen met het socratisch gesprek a.h.v een casus.
- Evalueren.
Slide 3 - Tekstslide
Na de les weet de student...
Wat de deugdethiek van Aristoteles inhoudt.
Wat de kenmerken zijn van een dilemma.
Hoe je deugd kan toepassen in je persoonlijke en professionele rol.
Hoe je deugdethiek kan toepassen binnen je beroep.
Slide 4 - Tekstslide
Aristoteles wie?!
Griekse filosoof (384-322 v. Chr.)
Grondlegger van de deugdethiek.
Rechtvaardige wetten en deugd
Alles in deze wereld heeft een taak en functie
De mens: streven naar geluk
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een deugd?
het midden van 2 extremen (ondeugden)
vb. "tussen gierigheid en extreme gulheid ligt vrijgevigheid"
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht.
- Bedenk een extreme karaktereigenschap bij jezelf(ondeugd) waar je een middenweg voor kan bedenken (deugd) en overleg dit zachtjes met je buurman/buurvrouw.
- je krijgt hier 5 minuten de tijd voor.
Slide 7 - Tekstslide
Kenmerken van een dilemma.
Een keuze maken is ontzettend lastig.
De situatie is dwingend.
de uitkomsten aan beide kanten hebben consequenties.
Afwegen van belangen is nodig.
Slide 8 - Tekstslide
Wat houdt deugdethiek in?
Hoe gedragen wij ons naar anderen toe?
Hoe word ik gelukkig? Hoe leef ik mijn beste leven? (Eudaimonia)
Positieve karaktereigenschappen
Gebruik maken van het verstand
Slide 9 - Tekstslide
Oefenen met een casus.
Lees de casus
Ga met je buurman/buurvrouw in gesprek over de casus en vraag: Hoe ga je hier mee om in je professionele rol vanuit je beroep en hoe ga je hiermee om in je persoonlijke rol?
Welke deugden en ondeugden herken je in je antwoord?