Lesweek 4: Ondersteunen bij uitscheiding

Ondersteunen bij uitscheiding

Periode 2, lesweek 4
IOZ, SCT
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ondersteunen bij uitscheiding

Periode 2, lesweek 4
IOZ, SCT

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerpen
  • Urineweginfectie (UWI)
  • Nieren
  • Incontinentie
  • Transpiratie
  • Menstruatie
  • Sputum
  • Braken

Slide 3 - Tekstslide

pathologie
Module 9 Ziekten van urinewegen en geslachtsorganen
2 Urine
3 Urinewegen en geslachtsorganen

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn verschijnselen van een urineweginfectie (UWI)?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Urineweginfecties
Binnenkant van urinewegen is bekleed met slijmvlies
                bescherming tegen de inwerking van urine.

Bij urineweginfectie is dit ontstoken
Symptomen zijn afhankelijk van de plaats van de ontsteking:
  1. urinebuisontsteking (urethritis)
  2. blaasontsteking (cystitis)
  3. nierbekkenontsteking (pyelonefritis)

Slide 7 - Tekstslide

Symptomen van een urinebuis/plasbuisontsteking:

  • een branderig gevoel en pijn bij het plassen
  • de drang om vaker dan normaal te plassen
  • gele pus- of witachtige slijmafscheiding uit de penis
  • een jeukende, gevoelige of gezwollen penis
  • vochtverlies via het plaskanaal
  • pijn tijdens penetratie
  • bloed in de urine
  • bloed in het sperma
Oorzaken:

Bij mannen is het branderige gevoel in de plasbuis vaak een symptoom van de geslachtsziekten gonorroe of chlamydia. 

Bij vrouwen is een constant branderig gevoel in de plasbuis vaak het gevolg van een onbehandelde blaasontsteking.

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn symptomen van een blaasontsteking?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Hoe komt het dat zwangere vrouwen vaker een blaasontsteking hebben?




zie volgende dia voor THUISARTS.NL

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Hoe komt het dat zwangere vrouwen vaker een blaasontsteking hebben?

Slide 13 - Open vraag

Antwoord
1) Dat komt doordat je blaas slapper is. Daardoor kan er na het plassen plas in je blaas achterblijven. Hier kunnen bacteriën in groeien.

2) Er zit ook meer suiker en eiwit in je plas. Bacteriën kunnen dan makkelijker groeien.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat observeer je wanneer de cliënt klachten ervaart, zoals vaker moeten plassen?




zie volgende dia voor UNOAMSTERDAM.NL

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Wat observeer je wanneer de cliënt klachten ervaart, zoals vaker moeten plassen?

Slide 18 - Open vraag

Antwoord
Observaties: vaker naar toilet gaan, aangeven vaker te moeten
plassen (verbaal/non-verbaal), wiebelen/schuiven met de billen,
rondom toiletgang toename in onrust/agitatie/boosheid, kleine
beetjes plassen.

Slide 19 - Tekstslide

Nierbekkenontsteking
 blaasontsteking + hoge koorts + koude rillingen + misselijkheid + pijn in de lage rug of zij (soms uitstralend naar de geslachtsorganen) = nierbekkenontsteking 

Slide 20 - Tekstslide

Nierbekkenontsteking komt door bacteriën die via de plasbuis in de blaas terecht komen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Kans op nierbekkenontsteking is iets groter bij kinderen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Welke klachten merk je bij nierbekken ontsteking?

Slide 23 - Open vraag

 blaasontsteking + hoge koorts + koude rillingen + misselijkheid + pijn in de lage rug of zij (soms uitstralend naar de geslachtsorganen) = nierbekkenontsteking 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Nieren
  • Filteren van bloed

  • Schadelijke- en afvalstoffen worden eruit gehaald

  • Overtallig water en zout wordt uit het lichaam afgevoerd > urine

Slide 26 - Tekstslide

1 - 1,5 L
  • Gezond persoon: 24 uur ongeveer 1000 tot 1500ml urine > 2-6 maal per dag wordt uitgescheden.

  • Meest productie in de ochtend. 
  • Niet iedere moment van de dag even groot

Slide 27 - Tekstslide

Urineleider
  • Loopt van de nieren naar de blaas.

  • Ongeveer 30 cm lang.

  • Als de blaas vol is > dan dicht zodat urine niet terug kan stromen naar de nieren.

Slide 28 - Tekstslide

Blaas
  • Verzamelplek voor urine.

  • 1,5 liter bij volwassenen.
  • ouderen en kinderen minder inhoud.

  • Bij 300-400 ml > hersenen krijgen een signaal > dat je moet plassen

Slide 29 - Tekstslide

Urinebuis
  • Van de blaas naar de plek waar urine het lichaam verlaat.

  • Vrouwen = korte urinebuis
  • Mannen = langere urinebuis

Slide 30 - Tekstslide

Nierstenen
In het kort

  • Nierstenen zijn steentjes van onopgeloste afvalstoffen in de urine.
  • Soms raakt een steentje vast in de urinewegen.
  • Je krijgt dan 1 of meer aanvallen van heftige pijn in uw zij of buik.
  • Het steentje plas je meestal binnen enkele uren tot dagen vanzelf uit. De aanvallen en de pijn zijn dan over.
  • Een sterke pijnstiller helpt, zoals diclofenac (met een prik of zetpillen op recept).

Slide 31 - Tekstslide

Met nierstenen heb je heftige pijn in uw zij of onderbuik. De pijn komt in golven en verdwijnt weer even. Hoe komt dit?




zie volgende dia voor THUISARTS.NL

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Met nierstenen heb je heftige pijn in uw zij of onderbuik. De pijn komt in golven en verdwijnt weer even. Hoe komt dit?

Slide 34 - Open vraag

Incontinentie
  • Onvrijwillig verlies van urine
  • Geen ziekte maar een gevolg van een lichamelijke/psychische aandoening
  • Gevolg> cliënt ongewild op het verkeerde moment en verkeerde plaats urine/ontlasting kwijt
  • Komt voor op alle leeftijden, zowel bij mannen als vrouwen

Wat zijn hier de gevolgen van voor de cliënt zelf?

Slide 35 - Tekstslide

Incontinentie
  • Continent= het kunnen ophouden van urine/ontlasting
  • Incontinentie= het NIET meer op kunnen houden van urine/ontlasting

Oorzaken:
  • Operatie
  • Verzwakte bekkenbodemspieren
  • Niet meer voelen van de prikkel
  • Niet meer begrijpen

Slide 36 - Tekstslide

Incontinentiemateriaal
  • Geen luiers
  • Regelmatig verschonen
  • Gebruik op advies
  • Wel naar het toilet gaan
  • Verschoon je niet op vaste momenten
  • Niet onnodig lang laten liggen/zitten in urine
  • Goede hygiëne is belangrijk... waarom?

Slide 37 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 38 - Tekstslide

Overmatige transpiratie
  • Zonder veel inspanning veel zweten
  • Vervelend, onaangename geur

Slide 39 - Tekstslide

Op welke verschillende manieren kan je de cliënt ondersteunen bij het overmatig transpireren?

Slide 40 - Woordweb

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Benieuwd hoe pijnlijk 
menstrueren kan zijn?

Onthoud dit filmpje voor 
na de les!

Slide 43 - Tekstslide

Observeren:

  • Regelmaat en frequentie van de ongesteldheid;

  • Hoeveelheid bloedverlies;

  • Kleur;

  • Samenstelling;

  • Gemoedstoestand van de cliënt tijdens de menstruatie.




Ondersteunen:

  • Zorg ervoor dat er altijd maandverband of tampons aanwezig zijn.

  • Zorg ervoor dat de vrouw zich even in privacy kan terugtrekken als ze zich extra wil opfrissen.

  • Verschoon beddengoed en kleding waar menstruatiebloed in of op zit.


Slide 44 - Tekstslide

Sputum
= opgehoest slijm van de slijmvliezen van de ademhalingsorganen. 
Slijm dat minder waterig en compacter van samenstelling is.

Een cliënt die last heeft van sputum ervaart de volgende klachten:
  • benauwdheid doordat het sputum de vrije ademweg belemmert;
  • hoesten om het sputum uit de longen weg te hoesten;
  • spierpijn; het hoesten kost veel kracht;
  • vermoeidheid omdat het sputum vaak aangeeft dat er sprake is van een onderliggende ziekte;
  • verhoogde temperatuur omdat er mogelijk sprake is van een ontsteking in de luchtwegen.





Slide 45 - Tekstslide

De cliënt loopt risico op een longontsteking als hij het sputum niet voldoende ophoest.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quizvraag

Het kan zijn dat het de cliënt gedurende de dag niet meer lukt om sputum op te geven, omdat dat te veel energie kost.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 47 - Quizvraag

Als een cliënt in bed ligt en niet meer goed kan zitten of daar veel te moe van wordt, kun je het hoofd opzij draaien zodat het slijm uit de mond kan lopen en niet terugloopt de longen in.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 48 - Quizvraag

Braken
  • Ook wel overgeven genoemd
  • Uitscheiden via de mond (soms neus)

Slide 49 - Tekstslide

Terugblikken
Kan jij nog iets vertellen over de nieren?

Slide 50 - Tekstslide

Huiswerk!

Slide 51 - Tekstslide