B2 Duits Kapitel 4-2
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welk woord past het beste in de zin?
Sie ..... seit 20 Jahren mit Wölfen.
Sie ..... seit 20 Jahren mit Wölfen.
A
arbeiten
B
erklären
C
sich verhalten
D
füttern
Slide 3 - Quizvraag
En wat betekent dan dit woord?
arbeiten
arbeiten
A
werken
B
uitleggen
Slide 4 - Quizvraag
Welk woord past het beste in de zin?
Der Wolf Namasi ist ..... .
Der Wolf Namasi ist ..... .
A
sauer
B
weiblich
Slide 5 - Quizvraag
En wat betekent dan dit woord?
weiblich
weiblich
A
vrouwelijk
B
kwaad
Slide 6 - Quizvraag
Welk woord past het beste in de zin?
Dem Leitwolf schenkt man zuerst ..... .
Dem Leitwolf schenkt man zuerst ..... .
A
Schwierigkeit
B
Aufmerksamkeit
Slide 7 - Quizvraag
En wat betekent dan dit woord?
die Aufmerksamkeit
die Aufmerksamkeit
A
de aandacht
B
het opvallende kenmerk
