Les 3, D grammaire (Ch.2) 2vwo

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en leesboek.

Ga in stilte lezen of ga verder met je woordzoeker 

(vorige woordzoeker klaar, steek je vinger op voor een nieuwe)

Le programme:

- Absentie

- Grammaire D --> het bijvoeglijk naamwoord

  1. Uitlegvideo

  2. Aantekening

  3. Oefenen

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

Ouvre le livre à la page 70 (soixante-dix)

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Aantekening

Pak je aantekeningenschrift en schrijf mee!

Even oefenen...

Koppel je laptop met de LessonUp

Ma mère a les cheveux (m mv) noire / noir / noirs / noires

1. noire
2. noir
3. noirs
4. noires

Patrick a un nouvelle / nouveau / nouveaux / nouvelles animal (m ev)

1. nouvelle
2. nouveau
3. nouveaux
4. nouvelles

Je n'aime pas une maison vert / verte / vertes / verts

1. vert
2. verte
3. vertes
4. verts

Een andere oefening...

Let op dat je het bijvoeglijk naamwoord aanpast aan het geslacht van het zelfstandig naamwoord en dat de plaats verschillend kan zijn

noir --> la maison noire /  le chien noir

grand --> la grande maison 

Stappenplan

1. Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord ? bon/beau/grand/nouveau/petit/vieux = voor het zelfstandig naamwoord

- ander bijvoeglijk naamwoord? = achter het zelfstandig naamwoord

2. Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Is het een onregelmatige vorm? Wat is het geslacht van het zrlfstandig naamwoord? Mannelijk / Vrouwelijk en enkelvoud of meervoud? (e / es / s)

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord op de goede plek (schrijf de hele zin over)
(petit) je vois trois ........... filles .........

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord op de goede plek (schrijf de hele zin over)
(nouveau) je veux de ............ pulls (m mv) ..........

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord op de goede plek (schrijf de hele zin over)
(gris) c'est un .......... chat .........

Aan de slag met het huiswerk:

Wat? Exercice 16CDE, 17BC

Klaar? Maak exercice 18AB

Hulp? Heb je vragen, dan steek je je vinger op