AK - Bescherming tegen water _ZB

Lesplan: Vrije opdracht AK
  • Introductie:
Ter introductie activeer ik de voorkennis bij de leerlingen door gezamenlijk een woordweb te maken en te bespreken. Waar denken de leerlingen aan bij "Water in Nederland"?
  • Instructie:
Uitleg geven over de maatregelen die Nederland neemt om een overstroming tegen te gaan. De watersnoodramp wordt gebruikt als voorbeeld van een overstroming in Nederland. Zie filmpje.
  • Begeleidende inoefening:
Tussen de uitleg door worden er slides met vragen gebruikt om de gegeven informatie te herhalen. 
  • Verwerking:
De leerlingen oefenen het samenwerken en passen de gegeven informatie op praktische wijze toe door een dijk te maken in groepsverband.
  • Afsluiting:
De leerlingen beantwoorden een aantal quiz-vragen die betrekking hebben tot deze les over de bescherming van Nederland tegen water 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplan: Vrije opdracht AK
  • Introductie:
Ter introductie activeer ik de voorkennis bij de leerlingen door gezamenlijk een woordweb te maken en te bespreken. Waar denken de leerlingen aan bij "Water in Nederland"?
  • Instructie:
Uitleg geven over de maatregelen die Nederland neemt om een overstroming tegen te gaan. De watersnoodramp wordt gebruikt als voorbeeld van een overstroming in Nederland. Zie filmpje.
  • Begeleidende inoefening:
Tussen de uitleg door worden er slides met vragen gebruikt om de gegeven informatie te herhalen. 
  • Verwerking:
De leerlingen oefenen het samenwerken en passen de gegeven informatie op praktische wijze toe door een dijk te maken in groepsverband.
  • Afsluiting:
De leerlingen beantwoorden een aantal quiz-vragen die betrekking hebben tot deze les over de bescherming van Nederland tegen water 

Slide 1 - Tekstslide

Bescherming tegen water
Aardrijkskunde - groep 5A
Juf Zoë

Slide 2 - Tekstslide

Water in Nederland

Slide 3 - Woordweb

Dit leer je:
  • Je wat dijken zijn en waarvoor ze dienen.

  • Je leert wat waterschappen zijn.

  • Je leert wat stuwen, sluizen en gemalen doen.

Slide 4 - Tekstslide

Nederland is een waterland
  • Nederland is een waterland. 
  • Al eeuwen voeren we een strijd tegen het water, dat weet iedereen. En onze waterschappen doen er alles aan om ons land te beschermen tegen te veel of te weinig water. 

Maar hoe werkt dat eigenlijk allemaal? En wat nou als er tóch een overstroming komt?

Slide 5 - Tekstslide

Filmpje: Watersnoodramp

Slide 6 - Tekstslide

Overstroming tegen gaan
  • Klimaatverandering zorgt ervoor dat het méér en heviger gaat regenen. 
  • Meer regen betekent dat er ook meer water wordt aangevoerd via de zee en de grote rivieren.
  •  Daarom is het extra belangrijk dat de dijken sterk zijn. 

Maar wat zijn dijken?

Slide 7 - Tekstslide

Dijk
  • Het is een heuvel dat water uit de rivier tegenhoudt.
  • Het gaat overstromingen tegen.
  • De dijk is gemaakt van zand en is bedekt met rivierklei en gras om het steviger te maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke grote rivieren uit Nederland ken je?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Waarvan is een dijk gemaakt?
A
Zand en gras.
B
Aarde en mos.
C
Rivierklei en mos.
D
Zand, rivierklei en gras.

Slide 11 - Quizvraag

Waarvoor is een dijk?
A
Het is een extra weg waar je op kan lopen.
B
Het heeft geen functie.
C
Het gaat overstroming van de rivier tegen.

Slide 12 - Quizvraag

Waterschappen
  • De waterschappen zorgen ervoor dat er voldoende water is in sloten, plassen en kanalen. Maar ze zorgen er ook voor dat te veel water snel wordt opgevangen of afgevoerd. 
  • Dat heeft allemaal te maken met het goed regelen en in de gaten houden van het waterpeil. (NAP)

Hoe doen de waterschappen dat?

Slide 13 - Tekstslide

  • Een peilbeheerder kan via een computersysteem stuwen, sluizen en gemalen open of dicht zetten om de waterstand te regelen.

Maar wat zijn stuwen, sluizen en gemalen?

Slide 14 - Tekstslide

Stuw
  • De grote rivieren vormen belangrijke vaarroutes voor schepen. 
  • In de zomer kan het water te laag staan om met schepen te kunnen varen. 
  • Stuwen zijn grote deuren die de hele rivier kunnen afsluiten.
  •  Bij lage waterstanden worden de stuwen gesloten en wordt het water in de rivier tegengehouden (gestuwd).
  • Aan de andere kant van de stuw heeft het water een andere hoogte.

Slide 15 - Tekstslide

Sluis
  • Een lift voor boten. 
  • Wanneer een schip van een hoger naar een lager waterpeil wil varen, vaart het de sluis in via de deuren aan de kant van het hogere waterpeil. Daarna worden de deuren gesloten.
  • Vervolgens worden de sluizen aan de andere kant een beetje geopend om water uit de sluis te laten stromen. 
  • Zodra het waterpeil in de sluis gelijk is aan het lagere waterpeil, worden de onderdeuren volledig geopend en kan het schip de sluis verlaten.

  • Het proces werkt in omgekeerde volgorde als een schip van een lager naar een hoger waterpeil wil varen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Gemaal
  • Een gemaal is een gebouw dat de stand van het water te regelt in een peilgebied.
  • Bij een hoge waterstand zal een gemaal zorgen dat het water wordt afgevoerd naar een ander gebied, waar het geen kwaad kan. Hierdoor lopen huizen, akkers en straten niet onder.
  • Maar een gemaal kan ook water aanvoeren, om zo te voorkomen dat bijvoorbeeld de landbouwgewassen te weinig water krijgen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn stuwen?
A
Gaten in een rivier.
B
Grote deuren die de rivier kunnen afsluiten.
C
Een brug waarmee je de rivier kan oversteken.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een sluis?
A
Een lift voor boten.
B
Een brug waar boten onder door kunnen.
C
Een tunnel onder water.

Slide 21 - Quizvraag

Wat doet een gemaal?

Slide 22 - Open vraag

Dit gaan we doen!
  • Wij gaan zo naar de zandbak op het schoolplein.
  • Daar staan emmers met water, aarde en gras.
  • Met deze materialen gaan jullie samen in je groepje een dijk maken.

Is jullie dijk sterk genoeg? 
En kan het tegen een overstroming?

Slide 23 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn stuwen?
A
Gaten in een rivier.
B
Grote deuren die de rivier kunnen afsluiten.
C
Een brug waarmee je de rivier kan oversteken.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een sluis?
A
Een lift voor boten.
B
Een brug waar boten onder door kunnen.
C
Een tunnel onder water.

Slide 26 - Quizvraag

Waarvoor is een dijk?
A
Het is een extra weg waar je op kan lopen.
B
Het heeft geen functie.
C
Het gaat overstroming van de rivier tegen.

Slide 27 - Quizvraag

Waarvoor is een dijk?
A
Het is een extra weg waar je op kan lopen.
B
Het heeft geen functie.
C
Het gaat overstroming van de rivier tegen.

Slide 28 - Quizvraag