LB-WW Basis Deel 3 - H5 - Hindoeïsme en boeddhisme - Les 4 en 5

[Aandachtsrichter]
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

[Aandachtsrichter]

Slide 1 - Tekstslide

Wijs Worden Deel 3 
H5 Hindoeïsme en boeddhisme

Les 4 en 5

Slide 2 - Tekstslide

Gemaakte weektaak 
Leerwerk: lezen p.95-102
Maakwerk: opdr. 8 t/m 18
LVB: Maak LVB-Opdracht 4.1 òf 4.2

Slide 3 - Tekstslide

Deze les werken we aan:
Klassikaal:
Herhaling 'hindoeïsme'
Uitleg bij 'boeddhisme'

Zelfstandig: 
Alle opdrachten Hfdst 5 nakijken en verbeteren via de uitgedeelde Lesson Up (oranje dia's)
begrippen Hfdst 5 bestuderen
Werken aan LVB- Opdracht 4.3: Boeddha-beeldenstorm 

Klassikaal laatste 5 min.
Leertips + vragenrondje

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 8a, p. 95  
Het wezenlijke, de atman, kun je niet doden. De atman wordt steeds opnieuw geboren (vergelijk bron i.) In het citaat uit de Bhagavad-Gita wordt atman met 'ziel' vertaald. 

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 8b, p. 95  
Arjoena's dharma is vechten. Hij behoort tot de stand van soldaten.

Krishna zegt: 'Doe liever je plicht en aarzel niet, want niets is beter voor een strijder dan de strijd. Wanneer je niet zou strijden, dán voer je de plichten van je stand niet uit en dat is een zonde.' 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 9, p. 95  
Het hindoeïsme wijst deze oplossing af. Het dharma van de boer is om het land te bewerken, het dharma van de soldaat om te vechten. Beiden moeten hun eigen plicht doen; hun eigen plicht is de plicht die bij hun stand hoort. Zelfs als je die plicht niet volmaakt volbrengt is dat altijd nog beter dan het volbrengen van de plicht van een ander, zegt Krishna letterlijk.  

Slide 8 - Tekstslide

Opdr. 10 - Karma 1/3
De hindoe is ervan overtuigd dat hij in een volgend leven beter terecht komt als hij zich houdt aan de plichten van zijn stand, beroep of leeftijd. Hij verwerft dan goed karma. We hebben dit gezien in het verhaal van de Bhagavad-Gita Daar was het Krishna die Arjoena op zijn plicht wees.  

Slide 9 - Tekstslide

Opdr. 10 - Jnana 2/3
De meest directe weg naar verlossing is de jnana-weg. Daarbij gaat het er om in te zien dat onze werkelijkheid schijn is. Een hindoe spreekt hier van maya. 
Wie de schijnwerkelijkheid heeft verlaten is verlicht. Hindoes noemen deze staat van Verlichting moksha, boeddhisten spreken dan van nirwana

Slide 10 - Tekstslide

Opdr. 10 - Bhakti 3/3
Er is nog een weg die naar verlossing leidt. Daarbij geef je jezelf over aan een godheid. Dit wordt de bhakti-weg genoemd. Overgave aan de godheid kan erin bestaan dat je in een klooster intreedt. 

Slide 11 - Tekstslide

Opdr. 11, p.97
Atman is de goddelijke vonk in ieder levend wezen.

Brahman is de goddelijke bron waaruit al het leven is ontstaan.

Elk atman is een deeltje van brahman. Net als een vonk van een vuur ook vuur is, zo is atman ook brahman.  

Slide 12 - Tekstslide

Opdr. 12ab, p.98
a) Een stukje van het goddelijke (atman) komt in de wereld terecht, vormt met materie een levend wezen - dier of mens.

b) De druppel (atman) keert terug in de goddelijke werkelijkheid, is ontsnapt aan het proces van geboren worden - sterven en opnieuw geboren worden. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdr. 13abcd
a) Veelgodendom. 'Polytheïsme' bestaat uit twee delen: poly dat veel betekent en theos dat god betekent. Polytheïsme is dus veelgodendom.

b) Geloof in één god. 'Monotheïsme' bestaat uit twee delen: mono dat één betekent en theos dat god betekent. Monotheïsme is dus het geloof in één god.
c) Er valt veel voor te zeggen het hindoeïsme als een polytheïstische godsdienst te typeren. Men kent immers een groot aantal verschillende goden.
d) Maar die goden maken wel weer allemaal deel uit van het brahman, de eeuwige, universele werkelijkheid, het 'goddelijke één'. Het goddelijke is dus één, maar men vereert de verschillende aspecten van de ene goddelijke werkelijkheid in de vorm van afzonderlijke goden. 


Slide 14 - Tekstslide

Opdr. 14a)
a) Dat is de god Shiva want hij staat met zijn cirkel van de tijd ervoor dat leven en dood bij elkaar horen. Hij is zowel god van de vernietiging als van het nieuwe leven. 

Slide 15 - Tekstslide

Opdr. 14b 1/3
Bladeren, gras etc. verteert op een composthoop tot waardevolle voedingsstof. Vergelijk ook waarom men tegenwoordig in bossen bewust organisch materiaal laat vergaan omdat daardoor een grotere biologische diversiteit ontstaat.

Slide 16 - Tekstslide

Opdr. 14b 2/3
Levenservaringen als: een verkering raakt uit, dat doet pijn (vernietiging) maar je was ook al een tijdje stiekem verliefd op een ander. Een echtscheiding doet pijn, ook kinderen voelen dat, maar het kan ook voor kinderen als een verlichting voelen in geval de situatie in huis onleefbaar is geworden.

Slide 17 - Tekstslide

Opdr. 14b 3/3
Recycling kunst is tegenwoordig een serieuze kunstvorm: het kunstwerk wordt gemaakt van 'waardeloze' wegwerpspullen die als materiaal gaan fungeren en opgaan in een nieuw te creëren kunstwerk. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdr. 15
Zie volgende slide: IMAGE

Slide 19 - Tekstslide

Opdr. 15

Slide 20 - Tekstslide

[Aandachtsrichter]

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Boeddhisme, par. 6, p.103
Bron 9
De Boeddha en het lijden

Slide 23 - Tekstslide

Heb jij thuis (in huis of in de tuin) een boeddha-beeldje?
ja
nee

Slide 24 - Poll

Staat er in jouw eigen kamer een boeddha-beeldje?
ja
nee

Slide 25 - Poll

FILMPJE (OORTJES IN)
Bekijk het filmpje op de volgende SLIDE: 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Heb jij thuis een Gautama-beeldje of Poe-Tai-beeldje
Boeddha Gautama
Boeddha Poe-Tai

Slide 28 - Poll

Opdr. 16a, p.101
Shiva, de vader van Ganesha. Je kan Shiva herkennen op grond wat in opdracht 15 werd geleerd: Shiva herken je aan de maansikkel in zijn haartooi, de drietand, de trommel in de vorm van een zandloper, en als je goed kijkt links een stukje tijgervel. Verder zie je zijn rijdier, de witte stier Nandi. 

Slide 29 - Tekstslide

Opdr. 16b, p.101
De ouders van Ganesha: Shiva en Parvati. Hoe de figuren zijn gerangschikt benadrukt de afkomst van Ganesha van deze twee figuren. Ook staat de tekst "Lord Shiva" linksonder in beeld. 

Slide 30 - Tekstslide

Opdr. 17, p.101
Al het leven is doortrokken van een goddelijke dimensie, niet alleen de mens heeft een atman. Anders gezegd: het goddelijke manifesteert zich in alles wat leeft, ook in een olifant dus.  

Slide 31 - Tekstslide

Opdr. 18a, p.102
Veel hindoes zien inderdaad in godenbeelden de goden zelf. 

Slide 32 - Tekstslide

Opdr. 18b, p.102
O.a.: 

'Deze beelden leven dus. Maar een beeld in een museum is dood. Een beeld dat niet dagelijks wordt vereerd en waarvoor niet dagelijks wordt gezongen en dat geen eten krijgt aangeboden: zo'n beeld gaat dood.'

Slide 33 - Tekstslide

LVB voortgang
Werken aan LVB- Opdracht 4.3: Boeddha-beeldenstorm 

Slide 34 - Tekstslide

Weektaak: 
Leerwerk: lezen p.103-104 + leren voor PW Hfdst 5 Hindoeïsme en boeddhisme
Maakwerk: opdr. 19 t/m 21, + Hfdst 5 Hindoeïsme en boeddhisme OEFENTOETS (zie Bronnen)
LVB: LVB-Opdracht 4.3 Boeddha-beeldenstorm 

Slide 35 - Tekstslide