3.2 genenparen

3.2 genenparen
Homozygoot en heterozygoot
Dominant en recessief
Genen weergeven
Recombinatie en mutatie
Tweelingen
leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe dominante en recessieve allelen in het fenotype van een organisme tot uiting kunnen komen.
  • Je kunt toelichten hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.
planning:
  1. terugblik
  2. theorie bs2
  3. opdr 16- 24 bvj 3.2

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 85 min

Onderdelen in deze les

3.2 genenparen
Homozygoot en heterozygoot
Dominant en recessief
Genen weergeven
Recombinatie en mutatie
Tweelingen
leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe dominante en recessieve allelen in het fenotype van een organisme tot uiting kunnen komen.
  • Je kunt toelichten hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.
planning:
  1. terugblik
  2. theorie bs2
  3. opdr 16- 24 bvj 3.2

Slide 1 - Tekstslide

bs1. fenotype en genotype
leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe dominante en recessieve allelen in het fenotype van een organisme tot uiting kunnen komen.
  • Je kunt toelichten hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.
planning:
  1. terugblik
  2. theorie bs2
  3. opdr 16- 24 bvj 3.2

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
genotype
fenotype
karyogram
modificatie
gen
allel
aangeboren afwijking
Klinefelter syndroom
AaBb
erfelijke eigenschap
een variatie binnen een gen, bv. krullend haar

Slide 3 - Sleepvraag

Erfelijke eigenschappen
Eigenschappen die niet erfelijk zijn
behaarde bladeren
bladeren die slap hangen
bladeren met stekels
blauwe ogen
extreem gespierd lichaam
een litteken
een wipneus
kort haar
het extra zware lichaam van een sumoworstelaar
krulhaar vanaf de geboorte

Slide 4 - Sleepvraag

bs2. genenparen
leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe dominante en recessieve allelen in het fenotype van een organisme tot uiting kunnen komen.
  • Je kunt toelichten hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.
planning:
  1. terugblik
  2. theorie bs2
  3. opdr 16- 24 bvj 3.2

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Locus
Chromosomen komen voor in paren. De plaats van een gen op het chromosoom, noem je een locus (meervoud loci).

Een gen is het stukje DNA dat codeert voor een of meer eigenschappen

Slide 7 - Tekstslide

Allelen
Genen hebben verschillende varianten (allel/allelen), bijv. het allel voor zwart haar of het allel voor blond haar.

Deze allelen kunnen in verschillende combinaties voorkomen

Slide 8 - Tekstslide

Genotypes
Homozygoot dominant (BB)
Heterozygoot (Bb)
Homozygoot recessief (bb)

Wat is het fenotype/genotype?
Het allel voor welke oogkleur is dominant?

Slide 9 - Tekstslide

Genotypen noteren
Dominant allel - hoofdletter
Recessief allel - kleine letter

BB = homozygoot dominant
Bb = heterozygoot
bb = homozygoot recessief

Slide 10 - Tekstslide

Dominant en recessief

Een dominant allel zie je altijd terug in het fenotype (ook als er maar één dominant allel is).






Dominante allel: HOOFDLETTER
Recessieve allel: kleine letter

Slide 11 - Tekstslide

Drager
Een heterozygoot is een drager van het recessieve allel.

Dat kan bijv. voor een gen zijn dat codeert voor de haarkleur, maar ook voor een gen dat leidt tot een ziekte.

Slide 12 - Tekstslide

Intermediair fenotype
Intermediair fenotytpe:
beide allelen komen tot uiting in het fenotype

Slide 13 - Tekstslide

Maar... Soms zijn twee genen even sterk.

We praten dan niet van dominant / recessief



 maar van een intermediair fenotype.

Slide 14 - Tekstslide

Onvolledig dominant
  • Oogkleur
  • Het recessieve allel komt een beetje tot uiting in het fenotype
  • Allel voor bruine ogen is onvolledig dominant

Slide 15 - Tekstslide

 Codominantie
Bij codominantie komen de eigenschappen van beide dominante allelen volledig tot uiting.

Beide allelen worden aangegeven met een hoofdletter en een variantsaanduiding:
Rood: Ar  en Geel: Ag

Slide 16 - Tekstslide

Onvolledig dominant
Intermediair 

Slide 17 - Tekstslide

Genetica
In de genetica 
(= erfelijkheidsleer) worden genen aangegeven met letters.

Hiermee kun je bijv. voorspellingen doen over de erfelijke eigenschappen van nieuwe generaties.

Slide 18 - Tekstslide

Recombinatie
Recombinatie is het herverdelen van erfelijke eigenschappen enleidt tot genetische variatie onder nakomelingen.

Genetische variatie is belangrijk voor het overleven van een soort.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Het Genotype AA betekent?
A
Heterozygoot
B
Homozygoot recessief
C
Homozygoot dominant

Slide 21 - Quizvraag

Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Reccessief
Intermediair
2 gelijke genen voor één eigenschap
2 ongelijke genen voor 1 eigenschap
overheersend gen van een paar
onderdrukt gen van een genenpaar
Beide genen zijn even sterk, komen beiden naar voren in fenotype

Slide 22 - Sleepvraag

verwerken
Maak in BvJ: Opdrachten 16 t/m 24
Gebruik de theorie op blz. 196 - 201
Je mag samenwerken.

klaar? Bestuderend lezen bs3 'monohybride kruisingen'
leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe dominante en recessieve allelen in het fenotype van een organisme tot uiting kunnen komen.
  • Je kunt toelichten hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.
planning:
  1. terugblik
  2. theorie bs2
  3. opdr 16- 24 bvj 3.2

timer
30:00

Slide 23 - Tekstslide

planning
biobits maakbare mens erfelijke ziekten
quizlet live met begrippen?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Genetica - erfelijkheidsleer
Zoek in 3.1 de betekenis  van de volgende begrippen:
1. genotype                              7. modificatie
2. fenotype                               8. aangeboren afwijking
3. karyogram                            9. genexpressie
4. gen                                          10. Klinefelter syndroom
5. genoom
6. allel

Slide 27 - Tekstslide