45 - 1HVD - Gram 3.7

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

:)

Planning van dit uur:

• Boekpresentaties: Fleur en Darshan 
• Grammatica 

Planning van volgende uur: 

• Grammatica 

Aan het einde van deze les: 

• heb ik naar boekpresentaties geluisterd; 
• heb ik feedback gegeven op boekpresentaties; 
• kan ik zelfstandige werkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden herkennen. 

WELKOM 1D :)

Regels boekpresentatie

•  Respect
• Cijfers
• Feedback aan elkaar 

Hoe zat het ook alweer:

naamwoordelijk gezegde

                   Samenwerken

Wat	Geef het goede antwoord en laat jouw team winnen!
Hoe	We verdelen de klas in twee groepen (A en B). Van elke groep staat één vertegenwoordiger voor het bord. Groep A begint en kiest een zin. De vertegenwoordiger kiest: is dit een NG of WG? De vertegenwoordiger die als eerst goed tikt, wint. Na drie goede antwoorden mag de volgende leerling. Tikt hij fout, krijgt hij een minpunt. De ander wordt vervangen door een volgende leerling uit zijn groep. Dan kiest groep B een zin. Eén leerling doet niet mee, maar telt de punten (scheidsrechter).
Hulp	Je mag niet met elkaar overleggen.
Tijd	10 minuten
Uitkomst	Met dit spel frissen we onze kennis over het naamwoordelijk gezegde op. Hierna gaan we deze kennis uitbreiden.

Soorten werkwoorden

Soort werkwoord	Kenmerken	Voorbeeld
Zelfstandig werkwoord (fietsen, dansen, springen, kijken)	- werkwoordelijk gezegde - duidelijke betekenis - heeft geen ander werkwoord nodig - één per wg (andere ww zijn hww)	Zijn vader zingt onder de douche.
Koppelwerkwoord (zijn, worden, blijven)	- naamwoordelijk gezegde - koppelt onderwerp aan naamwoordelijk deel - één per ng (andere werkwoorden zijn hww)	Hij wordt vast zanger.
Hulpwerkwoord (zijn , hebben, worden, zullen, willen, kunnen)	- samen met zelfstandig ww: werkwoordelijk gezegde	Igor kan ook mooi zingen.
	- samen met koppelwerkwoord: naamwoordelijk gezegde	Sarah wil later dokter worden.

Wat voor soort werkwoord is 'fietste' in deze zin:

De jongen fietste gisteren veel te snel over de stoep.

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

Wat voor soort werkwoord is 'is' in deze zin:

Hij is moe.

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

Wat voor soort werkwoord is 'heeft' in deze zin:

Hij heeft gisteren meegeholpen.

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

Wat voor soort werkwoord is 'geworden' in deze zin:

Wij zijn daar heel vrolijk van geworden.

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

Wat voor soort werkwoord is 'zijn' in deze zin:

Wij zijn daar heel vrolijk van geworden.

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

Wat voor soort werkwoord is 'gekregen' in deze zin:

Die brief hebben wij niet gekregen.

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

Wat voor soort werkwoord is 'gekregen' in deze zin:

Voor die mensen is dat echt verschrikkelijk!

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

                   Individueel werken 

Wat	Lees de leertekst op bladzijde 182 en 183. Maak opdracht 1, 3 t/m 6 van 3.8 Grammatica woordsoorten.
Hoe	Individueel, in stilte
Hulp	Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd	Ongeveer 20 minuten
Uitkomst	We bespreken straks de eerste opdrachten.
Klaar	Maak een samenvatting van de soorten werkwoorden (zie leerteksten hoofdstuk 3.8).

Samenvatting van de les

Jij

• hebt naar boekpresentaties geluisterd;
  
• hebt feedback gegeven op boekpresentaties;
  
• kunt zelfstandige werkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden herkennen. 

Huiswerk 

Vrijdag: les opnemen 

Lees de leertekst op bladzijde 182 en 183.

Maak opdracht 1, 3 t/m 6 van 3.8 Grammatica woordsoorten. 

GEBED