V4 - TH1 - BS4

Thema 1: Inleiding in de biologie
Korte herhaling
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Inleiding in de biologie
Korte herhaling

Slide 1 - Tekstslide

organisatie-niveaus van de biologie
molecuul: DNA
cel: beencel
orgaan: bot
organisme: grutto
populatie: grutto's
ecosysteem: weidegebied
biosfeer (systeem aarde)

Slide 2 - Sleepvraag

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 4:  organellen

Slide 3 - Tekstslide

de cel... 
Pak de CEL-ID cards erbij!

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen BS 4
1.4.1 Je kunt een cel beschrijven als zelfstandig functionerende biologische eenheid.
1.4.2 Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.
1.4.3 Je kunt de bouw en functie van het cytoskelet en het celmembraan beschrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Begrippen
celkern 
chromosomen 
erfelijke eigenschappen
endoplasmatisch reticulum
  • ruw / glad (smooth) 
ribosomen 
golgisysteem
exocytose 
lysosomen
mitochondriën
glucose
ATP
fosfolipiden
membraaneiwitten
trilharen
endocytose
endosoom
cytoskelet

Slide 6 - Tekstslide

de cel: plant of dierlijk... 
verschil in samenstelling per type cel

Slide 7 - Tekstslide

Celorganellen
  • onderdelen zowel bij planten- als dierlijke cellen!
  • liggen niet op een vaste plaats
  • voorbeelden: celkern, vacuole, plastiden, enz. 

Slide 8 - Tekstslide

Organellen
alle organellen die we gaan bekijken:
  • celkern
  • endoplasmatisch reticulum
  • golgisysteem
  • mitochondriën
  • lysosomen
  • plastiden

Slide 9 - Tekstslide

Organellen
alle onderdelen in een cel voorbeelden hiervan:
  • celkern
  • endoplasmatisch reticulum
  • golgisysteem
  • mitochondriën
  • lysosomen
  • plastiden
dit is de basis in biologie!

Slide 10 - Tekstslide

de celkern
bestaat uit 
  • kernplasma en een kernmembraan met kernporiën
bevat: 
  • de chromosomen in een kernlichaampje (nucleolus) die de ribosomen maakt

Slide 11 - Tekstslide

ribosomen
beschrijving 
  • bolvormige organellen
  • gemaakt in de celkern
  • op ruwe endoplasmatisch reticulum 
  • in cytoplasma
produceren
  • eiwitten

Slide 12 - Tekstslide

endoplasmatisch reticulum
bestaat uit:
  • een dubbel membraan
  • met of zonder ribosomen
ruw* endoplasmatisch reticulum: 
  • produceert de eiwitten 
glad endoplasmatisch reticulum:
  • rol bij vetproductie 
  • afbraak gifstoffen

* ruw vanwege de ribosomen

Slide 13 - Tekstslide

Golgisysteem
bestaat uit
  • stapel membranen

functie:
  • volgende stap in eiwitsynthese (productie)
  • bewerkt nieuwe eiwit moleculen tot juiste vorm
  • eiwitten gaan eruit in blaasjes (lysosomen)

Slide 14 - Tekstslide

Golgisysteem/golgi apparaat
secretie
  • het vrijkomen van stoffen
exocytose
  • blaasjes vervoer naar buiten de cel
lysosomen
  • blijven in de cel
  • spelen een rol bij de vertering 

Slide 15 - Tekstslide

organellen
werken samen in de 
productie van: 
van DNA tot eiwit

Slide 16 - Tekstslide

  • Celkern: Regelt alles wat er in de cel gebeurt
  • Kernlichaampje: Produceert ribosomen
  • Ribosomen: Produceren eiwitten
  • Endoplasmatisch reticulum: Dubbele membranen met afgeplatte holtes en kanaaltjes
  • Ruw: Bevat ribosomen
  • Golgisysteem: Neemt blaasjes met eiwitten op en bewerkt de eiwitten tot hun uiteindelijke vorm

Slide 17 - Tekstslide

Mitochondriën
bouw
  • dubbele geplooide membranen
  • eigen genen: mtDNA (via moeder)
functie = energiefabriek
  • verbranding van glucose tot energie opgeslagen als
  • aantal in cel afhankelijk van energieverbruik

Slide 18 - Tekstslide

Bladgroenkorrels
te vinden in: 
  • plantaardige cellen
bouw:
  • dubbel membraan met daar disks (thylakoïden) die enzymen bevatten voor fotosynthese
functie: 
  • opzetting licht + water + CO2 in glucose en O2

Slide 19 - Tekstslide

plastiden

Slide 20 - Tekstslide

celmembranen... 
bouw:
  • een dubbele laag fosfolipiden: (2 vetzuren met 1 fosfor) 
  • met eiwitten, koolhydraten, vetten 

functie

  • regelen van stoffen binnen en buiten de cel
  • eiwitmoleculen die een rol spelen bij transport noem je transporteiwitten  

Slide 21 - Tekstslide

fosfolipiden

Slide 22 - Tekstslide

BINAS 79D

Slide 23 - Tekstslide

transport -> volgende les
via blaasjes: 
de cel in = endocytose     de cel uit = exocytose 

Slide 24 - Tekstslide

Cytoskelet
Bouw: 
  • is een netwerk van eiwitvezels

Functie:
  • vorm van cel (en verplaatsen)
  • ciliën: trilharen (ontvangen/bewegen)
  • flagel: beweging
  • motoreiwitten: transport via cytoskelet

Slide 25 - Tekstslide

huiswerk bs 4
maak opdracht 57 t/m 76

Slide 26 - Tekstslide

extra uitleg of informatie:

Slide 27 - Tekstslide