H6 Indeling van stoffen

H6 Indeling van stoffen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

H6 Indeling van stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen
Metalen
Metalen
Zouten

Slide 2 - Sleepvraag

Welke stoffen geleiden de stroom in vaste toestand?
A
Zouten
B
Metalen
C
Moleculaire stoffen
D
Geen van deze stoffen

Slide 3 - Quizvraag

Maak de zin af:

In een metaalrooster..
A
wisselen positieve en negatieve ionen elkaar af
B
worden positief geladen metaalionen omringd door vrijbewegende elektronen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is géén eigenschap van een metaalrooster?
A
bevat positieve atoomresten
B
bevat vaste elektronen
C
wordt bijeengehouden door de metaalbinding
D
bevat negatieve deeltjes

Slide 5 - Quizvraag

Reageren niet met omgevingsstoffen
Reageren moeizaam met omgevingsstoffen
Reageert heftig met omgevingsstoffen
Reageren goed met omgevingsstoffen
Zeer onedele metalen
Edele metalen
Halfedele metalen
Onedele metalen

Slide 6 - Sleepvraag

Zouten kan je herkennen aan:
A
Metaal + metaal
B
metaal + niet-metaal
C
niet-metaal + niet-metaal
D
Een moleculaire stof

Slide 7 - Quizvraag

Gegeven: stof AB is een moleculaire stof en stof XY is een zout.

Beoordeel de volgende twee beweringen:
I stof AB heeft in de vaste toestand een molecuulrooster en de binding tussen A en B is een atoombinding.
II stof XY heeft in de vaste toestand een ionrooster en de binding tussen X en Y is een ionbinding.

Welke van deze twee beweringen is juist?

A
beide beweringen zijn juist.
B
alleen bewering I is juist
C
alleen bewering II is juist
D
geen van beide beweringen is juist.

Slide 8 - Quizvraag

geef de oplosvergelijking van het oplossen van ijzer(II)chloride in water:
+
FeCl2 (s)
Fe2+ (aq)
Cl- (aq)
2
-->

Slide 9 - Sleepvraag

Is dit blad hydrofiel of hydrofoob?
A
hydrofiel
B
hydrofoob

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een Vanderwaalsbinding?
A
Binding in een molecuul
B
Binding tussen moleculen

Slide 11 - Quizvraag

Waar is de sterkte van een VanderWaalsbinding van afhankelijk?
A
kookpunt van de stof
B
grootte van het molecuul
C
fase van het molecuul
D
grootte van de atomen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de covalentie van silicium?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag