,

hoofdstuk 5 | deel 1

Nieuw logo
B2 > C1
hoofdstuk 5
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLezen+2Middelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Nieuw logo
B2 > C1
hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek ook eens onze website
Doel: ik kan een artikel lezen en begrijpen.
 deel 1
Filosofie en ethiek

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek het doel van deze les.

Slide 3 - Tekstslide

 Lees de uitleg op bladzijde 147 over 'Wat is omdenken?'
Omdenken

Slide 4 - Tekstslide

De cursisten lezen de uitleg op blz. 147 in het boek. Ze schrijven hierna op de volgende dia woorden op waaraan ze denken bij het begrip 'omdenken'.

bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021), p.147.
omdenken

Slide 5 - Woordweb

De cursisten schrijven woorden op waaraan ze denken bij het onderwerp in het midden.

Slide 6 - Video

Bekijk samen de uitlegvideo over omdenken.



Ben jij iemand die vaak omdenkt? Of ken je iemand die hier heel goed in is?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Beide antwoorden zijn juist. Vraag om toelichting van een cursist die hier 'ja' heeft geantwoord.
Lees de situatie op de volgende dia's en probeer deze om te denken.

Slide 8 - Tekstslide

De cursisten gaan een probleem op de volgende dia omdenken. Op de dia erna zien ze hoe Berthold Gunster het probleem omdenkt.

Je organiseert fietstochten in Groningen, maar de inschrijvingen vallen tegen, omdat het in Groningen zo veel waait.

Slide 9 - Open vraag

De cursisten bedenken zelf hoe ze de situatie kunnen omdenken. Op de volgende dia komt het omdenken van Berthold Gunster.

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Laat de quotes op deze afbeeldingen even inwerken op de cursisten. 
Het is de inleiding op de tekst die ze gaan lezen.


Heb jij genoeg tijd voor de dingen die je wilt doen? Of zitten er altijd te weinig uren in één dag?

Slide 12 - Open vraag

Antwoord naar eigen inzicht.

Wat zou je doen als je meer tijd had?

Slide 13 - Open vraag

Antwoord naar eigen inzicht.
 Lees de tekst op bladzijde 148 t/m 151 in je boek. Beantwoord daarna de vragen op de volgende dia's.
Zappen naar een volgend opwindingsmoment; een andere visie op tijd.

Slide 14 - Tekstslide

De cursisten lezen de tekst op blz. 148 t/m 151 in het boek.
Daarna beantwoorden ze de vragen op  de volgende dia's.

bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021).

In regel 51-53 staat: 'Kortom, onze beleving van de tijd is de afgelopen honderd jaar op tamelijk ingrijpende wijze veranderd. Leg dit in eigen woorden uit.

Slide 15 - Open vraag

Antwoord: we ervaren tijd als iets wat steeds sneller lijkt te gaan en waarvan we steeds minder hebben.

 Hoe werd de tijd voor 1884 gemeten? En hoe daarna?

Slide 16 - Open vraag

Antwoord: voor 1884: via lokale, meestal op astronomische waarnemingen gebaseerde tijd- metingen; daarna: via het internationale ijkpunt voor tijdmeting in Greenwich.

De woorden 'onthaasten' en 'consuminderen' zijn typisch woorden van deze tijd. 
Wat betekenen ze?

Slide 17 - Open vraag

Antwoord: 
onthaasten: het rustiger aan doen, zich minder gaan haasten dan voorheen; 
consuminderen: minder geld uitgeven (aan consumptiegoederen), o.a. om het milieu te sparen.



Welke bewering is juist, volgens de auteur?
A
Dankzij de kloktijd kunnen we geconcentreerd aan iets werken.
B
De kloktijd wordt vaak verdrongen door onze intuïtie voor de tijd als duur.
C
Onze innerlijke tijd moet in balans zijn met de kloktijd.
D
Vanuit economisch oogpunt zijn onze innerlijke tijd en de kloktijd even belangrijk.

Slide 18 - Quizvraag

Antwoord C: onze innerlijke tijd moet in balans zijn met de kloktijd.

William Faulkner zegt dat 'de ware tijd pas tot leven komt als de klokken zwijgen' (r. 237-239). Ben je het daarmee eens? Licht je antwoord toe.

Slide 19 - Open vraag

Antwoord naar eigen inzicht.
Maak opdracht 2 op bladzijde 154 - 155 (gatentekst). 
De woorden vind je in de lijst op bladzijde 152 t/m 154.
Schrijf de ontbrekende woorden op papier.
Maak er een foto van.
Upload de foto op de volgende dia.

Slide 20 - Tekstslide

De cursisten maken opdracht 2 op blz. 154-155. Ze maken een foto van de antwoorden en uploaden die op de volgende dia.

bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)

Maak een foto van je antwoorden en lever die hier in.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

De cursisten kijken naar de reclame. In de les met de docent bespreek je de reclames die in deze les zijn verwerkt.
Bron video.
Kan jij de juiste betekenis vinden?

Slide 23 - Tekstslide

De cursisten oefenen de woorden van oefening 3 [pagina 155-156] in een spel op Wordwall.

bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)

Hoeveel woorden heb je goed gevonden?
05

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

De cursisten kijken naar de reclame. In de les met de docent bespreek je de reclames die in deze les zijn verwerkt.
Bron video.
Maak opdracht 6 op bladzijde 157. 
Maak de zinnen af.
Maak er een foto van.
Upload de foto op de volgende dia.

Slide 26 - Tekstslide

De cursisten maken opdracht 6 op blz. 157. Ze maken een foto van de antwoorden en uploaden die op de volgende dia.

bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)

Maak een foto van je antwoorden en lever die hier in.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat naar een video over 'Erasmus' kijken. Maak aantekeningen tijdens het kijken. 
Beantwoord daarna de vragen op de volgende dia's.

Slide 28 - Tekstslide

Op de volgende dia kijken de cursisten naar een video over Erasmus. Ze maken aantekeningen tijdens het kijken, zodat ze de vragen op de navolgende dia's kunnen beantwoorden.

Bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021) 

Slide 29 - Video

Bron video.



Desiderius Erasmus (1466-1536) was onder andere een Nederlands schrijver en filosoof. Daarnaast was hij nog een paar andere dingen. Wat was hij niet?
A
een dogmaticus
B
een gelovig man
C
een humanist
D
een onwettig kind

Slide 30 - Quizvraag

Antwoord A: een dogmaticus



Het bekendste boek van Erasmus is Lof der Zotheid. 
Dit boek .........
A
beschrijft de juiste tafelmanieren.
B
bevat voorchristelijke teksten in het Latijn, Grieks en Hebreeuws.
C
gaat over zijn vriend, Thomas Moore (Moria).
D
maakt onder anderen kooplieden belachelijk.

Slide 31 - Quizvraag

Antwoord D: maakt onder anderen kooplieden belachelijk.



In welk opzicht verschillen de denkbeelden van Maarten Luther van die van Erasmus?
A
Luther gelooft in God.
B
Luther meent dat alles voor de mens wordt beslist.
C
Luther wil de kerk hervormen.
D
Luthers ideeën worden niet gedeeld door de katholieken.

Slide 32 - Quizvraag

Antwoord B: Luther meent dat alles voor de mens wordt beslist.

Slide 33 - Video

Bron video.



Volgens Erasmus is het dom om iets te doen wat zelfdestructief is. Wat vond Erasmus zelfdestructief?
A
Je lichaam iets aandoen en daarmee de schepping iets aandoen.
B
Jezelf alleen maar bezighouden met fysiek genot en je afkeren van echte wijsheid.
C
Jezelf ontwikkelen en hogere kennis nastreven.
D
Lachen om andermans domheid.

Slide 34 - Quizvraag

Antwoord B: jezelf alleen maar bezighouden met fysiek genot en je afkeren van echte wijsheid.



Een hypothese van o.a. Immanuel Kant en Erasmus is dat er in iedere mens een kern van domheid zit. Wat zegt gastspreker Matthijs van Boxsel hierover?
A
Hij is het niet eens met deze hypothese.
B
Hij stelt dat domheid gelijkstaat aan wildheid.
C
Hij vindt dat je deze kern van domheid moet vernietigen.
D
Hij zegt dat alle mensen anders met domheid omgaan.

Slide 35 - Quizvraag

Antwoord D: hij zegt dat alle mensen anders met domheid omgaan.



Het geloof in een hogere wijsheid is.....
A
belangrijk omdat het de enige werkelijke wijsheid is.
B
dom omdat het niet bestaat: het is volstrekte flauwekul.
C
goed omdat het mensen motiveert om door te gaan.
D
niet relevant voor mensen die bang zijn om te falen.

Slide 36 - Quizvraag

Antwoord C: goed omdat het mensen motiveert om door te gaan.



Wat kenmerkt een goede arts of chirurg? 
Een goede arts of chirurg...
A
bezint zich regelmatig op zijn vak.
B
heeft minstens 20 sterfgevallen op zijn naam.
C
verstart na een mislukte operatie.
D
volgt altijd een 20-stappenplan.

Slide 37 - Quizvraag

Antwoord A: bezint zich regelmatig op zijn vak.
Kijk en luister nog een keer naar een deel van de video op de volgende dia. Maak opdracht c op bladzijde 159.
Maak een foto van de antwoorden.
Upload de foto op de volgende dia.

Slide 38 - Tekstslide

De cursisten kijken op de volgende dia nog een keer naar een deel van de video. Daarna maken ze opdracht c op bladzijde 159.

Antwoorden:
1 die pronkten met hun kennis.
2 Hij was het ouderwetse idee toegedaan.
3 daar had hij op zich niet zo vreselijk veel op tegen.
4 op alle mogelijke manieren beteugeld moet worden.
5 om daar greep op te krijgen.

bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)

Slide 39 - Video

Bron video.

Maak een foto van je antwoorden en lever die hier in.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan jij de gatentekst afmaken?

Slide 41 - Tekstslide

De cursisten oefenen de woorden van tekst 1 [pagina 148-151] in een spel op Wordwall.

Bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)

Hoeveel woorden heb je goed gevonden?
010

Slide 42 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 5a op bladzijde 156-157. 
Bedenk kopjes bij elke alinea en onderstreep de kernzinnen. Hierna maak je een samenvatting van de tekst. Je mag geen zinnen letterlijk uit de tekst overnemen.
Maak een foto van je samenvatting.
Upload de foto op de volgende dia.

Slide 43 - Tekstslide

De cursisten maken opdracht 5a op blz. 156-157. Daarna maken ze een samenvatting van de tekst. Ze maken een foto van de samenvatting en uploaden die op de volgende dia.

bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)

Maak een foto van je samenvatting en lever die hier in.

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

De cursisten kijken naar de reclame. In de les met de docent bespreek je de reclames die in deze les zijn verwerkt.
Bron video.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer oefenen en herhalen?
Bestel het boek hier.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot de volgende keer
bronnen:
naar: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)



Slide 48 - Tekstslide

Bezoek onze website: