Huiswerk - H1 - Beeldende Kunst

Instructies
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunst AlgemeenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Instructies

Slide 1 - Tekstslide

DEEL I
REPRODUCTIE EN TOEPASSING

tip: houdt H1 erbij!

Slide 2 - Tekstslide

Welke omschrijving van dit schilderij heeft te maken met 'aspecten van de vormgeving'
A
'De olifanten hebben het hoofd van een tuba'
B
'Dit surrealistische schilderij heeft als idee een droombeeld te verbeelden'
C
'De olifanten lijken extra groot door een kikvorsperspectief '
D
'Op de voorgrond zit een gazelle verscholen in het gras'

Slide 3 - Quizvraag

Tot welk genre hoort dit schilderij?

Slide 4 - Open vraag

Zet het sterretje op  een complementair kleurcontrast

Slide 5 - Sleepvraag

Match het juiste gereedschappen-materiaal - techniek 
Gereedschap
Materiaal
Techniek
Grafiek
Modelleren
Aquarelleren

Slide 6 - Sleepvraag

Zet het juiste kunstwerk in het vak met de juiste beschrijving (elk kunstwerk in één vak)
Op dit schilderij zie je een figuratieve voorstelling
In dit sculptuur is een geabstraheerdevorm van een kussend stel te zien
Deze mythologische voorstelling gaat over een Griekse held
Dit is een abstract kunstwerk
In dit werk zie je een allegorische voorstelling

Slide 7 - Sleepvraag

Welke compositievorm heeft dit kunstwerk
A
Centraal compositie
B
Diagonale compositie
C
Driehoeks compositie
D
Overall compositie

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen vorm van ruimtesuggestie
A
Overlapping
B
Atmosferisch perspectief
C
Repoussoir
D
Plasticiteit

Slide 9 - Quizvraag

Van welk standpunt is sprake in deze foto van Erwin Olaf?

Slide 10 - Open vraag

Het is een mooie zonnige winterochtend, je fietst naar school en bekijkt de bomen om je heen. Je vind hun slagschaduw heel bijzonder. Wat is er aan de hand met de lichtval?
A
Strijklicht
B
Meelicht
C
Glimlicht
D
Tegenlicht

Slide 11 - Quizvraag

I. De hoorn is een natuurlijke vorm
II. Dit werk is een voorbeeld van toegepaste kunst
A
I is waar, II is niet waar
B
I is niet waar, II is waar
C
I en II zijn niet waar
D
I en II zijn waar

Slide 12 - Quizvraag

DEEL II
REPRODUCTIE EN TOEPASSING

tip: houdt H1 erbij!

Slide 13 - Tekstslide

PARADIJZEN
Al duizenden jaren verlangen mensen naar paradijzen waar het leven vredig en ontspannen is. Meestal bevindt zich zo’n plek in de vrije en ongerepte natuur. Er zijn veel kunstenaars die paradijselijke voorstellingen schilderden.

Jan Brueghel de Oudere is een van hen. Op afbeelding 1 zie je Het Paradijs, geïnspireerd op het scheppingsverhaal uit de bijbel, dat hij in 1620 schilderde.
afbeelding 1

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 1.
Het landschap heeft een paradijselijk karakter.
Geef voor deze bewering vier argumenten.
afbeelding 1

Slide 15 - Open vraag

Bekijk afbeelding 1.
In dit schilderij is plasticiteit gesuggereerd, onder
meer in de dieren. Noem een manier waarop in de
dieren plasticiteit is gesuggereerd.
afbeelding 1

Slide 16 - Open vraag

Bekijk afbeelding 1.
In dit schilderij is ook diepte gesuggereerd.
Noem drie manieren waarop in het landschap diepte is gesuggereerd.
afbeelding 1

Slide 17 - Open vraag

PARADIJZEN
Aan het eind van de negentiende eeuw ontvluchtte de Franse schilder Paul Gauguin Frankrijk. Hij was op zoek naar een paradijselijke omgeving en vond die uiteindelijk op Tahiti.

Op afbeelding 2 zie je Landschap met Pauwen dat hij in 1892 op Tahiti schilderde.
afbeelding 2
afbeelding 1

Slide 18 - Tekstslide

Vergelijk afbeelding 1 en 2.
In vergelijking met het paradijs op afbeelding 1 heeft het
schilderij op afbeelding 2 een tropische sfeer.

Noem twee kenmerken van het schilderij op afbeelding 2
die bijdragen aan de tropische sfeer.
afbeelding 1
afbeelding 2

Slide 19 - Open vraag

Vergelijk afbeelding 1 en 2.
In vergelijking met het schilderij op afbeelding 1 maakt het schilderij op
afbeelding 2 een vlakke indruk.

Licht het vlakke karakter van afbeelding 2 toe aan de hand van het
kleurgebruik.
afbeelding 1
afbeelding 2

Slide 20 - Open vraag

Vergelijk afbeelding 1 en 2.
In vergelijking met de hanteringswijze van Gauguin
is de hanteringswijze van Breughel de Oudere ..........

afbeelding 1
afbeelding 2
A
Grof
B
Verfijnd

Slide 21 - Quizvraag