vrijdag 13 september 3B

vrijdag 13 september 3B
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

vrijdag 13 september 3B

Slide 1 - Tekstslide

Agenda tot de pauze
lezen
leven zonder letters
kletspot
taalopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Pak je boek en ga in stilte lezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat is laaggeletterdheid?
Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak heb je dan ook beperkte digitale vaardigheden. Dan vind je bijvoorbeeld omgaan met een computer of een smartphone lastig. Niet goed kunnen lezen, schrijven en/of rekenen heeft gevolgen. Je vindt bijvoorbeeld minder snel een baan of hebt minder grip op je geldzaken. Een volwassene die laaggeletterd is, is geen analfabeet. Een laaggeletterde kan wel lezen en schrijven, alleen niet goed genoeg om helemaal mee te doen in de samenleving.

Slide 4 - Tekstslide

Vragen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wat valt jullie op?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Taal opdracht
Wij werken in stilte 30 minuten aan deze opdracht
timer
30:00

Slide 9 - Tekstslide

Samenvatting les
Wat hebben we gedaan en geleerd?

Slide 10 - Tekstslide

Agenda 6e uur
  • planning volgende week
  • over de streep
  • complimenten

Slide 11 - Tekstslide

Planning volgende week
  • Start met werken in de boeken
  • In Teams komt de planning info welk vak op welk uur
  • Neem bij een theorievak alle boeken mee
  • Zorg dat je een etui met pen en potlood mee neemt

Slide 12 - Tekstslide

Over de streep

Slide 13 - Tekstslide

  • Je houdt van snoepjes.
  • Je eens iets gekregen hebt waar je niet blij mee was.
  • Je bent ooit als laatste gekozen bij een spel of sport of helemaal uitgesloten van een activiteit.
  • Je ooit een vervelende opmerking hebt gekregen of neerbuigend bent behandeld alleen omdat je een meisje bent.
  • Je wel eens jaloers bent.
  • Je hebt ooit gegeten in de natuur.
  • Jij of iemand in je familie of een vriend een handicap heeft die je niet kunt zien.
  • Je een jongen bent en je ooit te horen hebt gekregen dat je niet mag huilen, je emoties niet mag tonen of bang mag zijn.
  • Je je ooit alleen, niet welkom of bang gevoeld hebt.
Je opzettelijk iemands gevoelens hebt gekwetst.

Slide 14 - Tekstslide

  • Je ooit onder druk gezet bent door je vrienden of een volwassene om iets te doen wat je niet wilde doen en je er achteraf spijt van had.
  • Je weleens hebt toegekeken terwijl iemand gekwetst werd en niets hebt gezegd of gedaan omdat je te bang was.
  • Mensen je naam vaak verkeerd uitspreken.
  • Je ooit de enige persoon van jouw ras/etniciteit in een klas bent geweest.
  • Als je van chocolade houdt.
  • Je ouders zijn gescheiden of nooit zijn getrouwd.
  • Je bent opgevoed door een alleenstaande ouder.
  • Je iemand kent met een lichamelijke of verstandelijke beperking.

Slide 15 - Tekstslide

  • Je een sport beoefent
  • Je naar een ander land bent geweest waar een andere taal wordt gesproken dan Nederlands
  • Je bent gepest op school ( ook op de) lagere school
  • Je een leider bent
  • Je ooit de Kippendans hebt gedaan
  • Je grootouders hebt die buiten Nederland geboren zijn
  • Je een stiefouder hebt
  • Je iemands hart hebt gebroken.
  • Je wel eens enorm om jezelf hebt gelachen.
  • Je jezelf erop betrapt hebt dat je iemand veroordeelt nog voor je die persoon ontmoet hebt.
Je ooit het slachtoffer bent geweest van een racistische opmerking.
Je houdt van snoepjes.
Je eens iets gekregen hebt waar je niet blij mee was.
Je bent ooit als laatste gekozen bij een spel of sport of helemaal uitgesloten van een activiteit.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een goed compliment?
Begin je compliment met een van deze zinnen:
- Je kan ... (bijvoorbeeld goed voetballen)
- Je hebt ... (bijvoorbeeld mooie haren, zachte haren)
- Je bent ... (bijvoorbeeld goed in rekenen, goed in samenwerken)
- Je hebt ... (bijvoorbeeld een mooie tas, een coole fiets)
Geef een compliment wat echt bij diegene past. 
Wat maakt die persoon zo bijzonder of leuk?
Alleen als je het echt meent, komt een compliment goed over. 
Onthoud, complimenten zijn altijd positief. Er zal nooit iets gemeens instaan over iemand.
Tip: vraag jezelf af of jij het leuk zou vinden om zo'n compliment te krijgen? Zo nee, probeer het compliment dan te veranderen.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht complimenten
- zet je naam op een envelop en versier deze zodat het bij je past.
- schrijf voor elke deelnemer in de klas een compliment
- stop de complimenten in de juiste envelop
timer
25:00

Slide 18 - Tekstslide

Samenvatting les
Wat hebben we gedaan en geleerd?

Slide 19 - Tekstslide

Fijn weekend






Een heel fijn weekend en tot dinsdag!

Slide 20 - Tekstslide