Aan het einde van de les weet je hoe je een zwak werkwoord met een stam op -d of -t maakt
Slide 3 - Tekstslide
Lernbox
Lektion 1-2 5 Wörter (Deutsch)
Seite 127
Slide 4 - Tekstslide
Zwak/sterk
Wanneer is een werkwoord zwak?
Wanneer is een werkwoord sterk?
timer
1:00
Slide 5 - Tekstslide
Wohnen
wohnen
Schrijf het rijtje van wohnen op
Welk ezelsbruggetje hoort hierbij? 3:30 Minuten
timer
3:30
Slide 6 - Tekstslide
Zwak
Wat gebeurt er wanneer de stam op een -s klank eindigt?
Slide 7 - Tekstslide
reden
heiraten
Slide 8 - Tekstslide
Reden und heiraten
Wat: schrijf de rijtjes van reden und heiraten op
Hoe: in je schrift, contact via app Hoeveel: eerst 3 minuten alleen, daarna 3 minuten per tweetal Tijd: 6 Minuten Uitkomst: rijtjes van reden und heiraten Klaar: Begin met Aufgabe 8 (Seite 113)
timer
3:00
Slide 9 - Tekstslide
Hausaufgaben
Maken Aufgabe 8-9-10 (Seite 113)
Slide 10 - Tekstslide
Lernziel kontrollieren
Aan het einde van de les weet je hoe je een zwak werkwoord met een stam op -d of -t maakt