7 BS 4 spieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Thema 7

BS 4: spieren

lesdoelen

• Je kunt verschillende spieren noemen en weten waar die in het lichaam zitten 
• Je kunt de onderdelen van een spier en de functies noemen 
• Je kunt uitleggen wat antagonisten zijn en enkele voorbeelden noemen

lesplanning

• Wat weten we nog? Herhaling BS 1, 2 en 3 (botten)
• Uitleg over spieren (bouw en werking) en antagonisten
• Kort terugblikken met een quizje/ lesdoelen gehaald?
• werken in BVJ online, maken BS 4 

Wat zijn de vier soorten beenverbindingen?

Welke beenverbindingen zijn niet bewegelijk?

Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.

Welk type gewricht is dit?

1. kogelgewricht
2. scharniergewricht
3. rolgewricht

Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.

Welk type gewricht is dit?

1. kogelgewricht
2. scharniergewricht
3. rolgewricht

Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.

Welk type gewricht is dit?

1. kogelgewricht
2. scharniergewricht
3. rolgewricht

Door welke delen van een gewricht kunnen de botten in het gewricht soepel bewegen?

1. Alleen het gewrichtskapsel
2. Alleen het gewrichtssmeer
3. Het gewrichtskapsel en het gewrichtssmeer
4. Het gewrichtssmeer en de gewrichtsbanden

Wat voor gewricht is dit?

1. Scharniergewricht
2. Kogelgewricht
3. beengewricht
4. kraakgewricht

Wat zit er om een gewricht heen om het gewricht op zijn plek te houden?

1. Gewrichtssmeer
2. Gewrichtskogel
3. Kapselbanden
4. Gewrichtskapsel

Wat voor gewricht is dit?

1. Kogelgewricht
2. Rolgewricht
3. Scharniergewricht
4. Geen van allen

Bekijk de afbeelding.

Wat is dit voor gewricht?
En waar in het lichaam kan je dit
gewricht vinden?

1. Scharniergewricht, vingers
2. rolgewricht, spaakbeen
3. Kogelgewricht, knie
4. Kogelgewricht, schouder

 In de afbeelding is een gewricht getekend.

Welk gewricht?

1. Een heupgewricht.
2. Een kniegewricht.
3. Een schoudergewricht.
4. Een enkelgewricht.

Kraakbeen weefsel

Been/bot weefsel

Als je een bot in zoutzuur legt

1. Lost lijmstof op waardoor het makkelijk breekt
2. Lost kalkzout op waardoor het makkelijk breekt
3. Lost lijmstof op waardoor het makkelijk buigt
4. Lost kalkzout op waardoor het makkelijk buigt

Beenweefsel of Kraakbeenweefsel?
Stevig of Buigzaam?

1. Beenweefsel. Stevig.
2. Beenweefsel. Buigzaam.
3. Kraakbeenweefsel. Stevig.
4. Kraakbeenweefsel. Buigzaam.

Beenweefsel of Kraakbeenweefsel?
Stevig of Buigzaam?

1. Beenweefsel. Stevig.
2. Beenweefsel. Buigzaam.
3. Kraakbeenweefsel. Stevig.
4. Kraakbeenweefsel. Buigzaam.

Je hebt twee typen beenderen. Welke?

1. Pijpbeenderen en kraakbeen
2. Kraakbeen & Platte beenderen
3. Platte beenderen & Been
4. Pijpbeenderen & Platte beenderen

wat wordt er gevormd in rood beenmerg?

1. bloedcellen
2. botweefsel
3. bloed
4. vocht

rood beenmerg bevindt zich in de

1. onregelmatige beenderen
2. het middenstuk van de pijpbeenderen
3. de platte beenderen
4. de koppen van de pijpbeenderen en de platte beenderen

Je hebt rood en geel beenmerg.
Het gele beenmerg is geel omdat

1. er bloed in zit
2. er witte bloedcellen in zitten
3. er vet in zit
4. alle voorgenoemde antwoorden

Waar bevindt zich het gele beenmerg?

1. In de holte in pijpbeenderen, zoals schedel en schouderblad
2. In de holte in platte beenderen
3. pijpbeenderen, zoals dijbeen en ellepijp
4. In de holte in platte beenderen , zoals schedel en schouderblad

Wat is de functie van rood beenmerg?

1. Stevigheid geven
2. Bloedcellen maken
3. Vet opslaan
4. Beweging mogelijk maken

Spieren

BS 4

Hier zie je het spierstelsel.

Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. 

Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid. Ook het hart is een spier.

Veel spieren zorgen voor beweging. 

Bouw van de spier:

• Spieren bestaan uit cellen.
• Cellen in spieren zijn spiervezels
• een groep spiervezels vormen een spierbundel, hier omheen zit een vlies
• Spieruiteinden zijn pezen

Spieren bewegen maar naar één kant

Elke spier heeft een tegenovergestelde spier

Antagonistisch paar (buig & strekspier)

Beweging mogelijk maken:

aanhechting spieren via pezen

Antagonisten 

Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontspannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Skeletspieren

Werken vaak samen: antagonisten/ antagonistisch paar

Een spier heeft altijd een spier die tegenovergesteld werkt

1. waar
2. niet waar

Als je een spier ontspant, wordt de spier....

1. korter en dikker
2. langer en dunner
3. korter en dunner
4. langer en dikker

Welke spier is de sterkste spier van je lichaam?

1. Je bovenbeenspier
2. Je hartspier
3. Je tong
4. De spieren in je vingers

Om de spier heen ligt een laag bindweefsel: de spierschede. Wat is de functie van de spierschede?

1. geeft de spier stevigheid
2. houdt de pezen op de plaats
3. geeft voeding aan de spierbundels
4. zorgt voor aanhechting van de spieren aan botten

Wat heb je geleerd vandaag?

lesdoelen

• Je kunt verschillende spieren noemen en weten waar die in het lichaam zitten 
• Je kunt de onderdelen van een spier en de functies noemen 
• Je kunt uitleggen wat antagonisten zijn en enkele voorbeelden noemen

Hebben we de lesdoelen behaald?

0100

Feedback voor de docent :)
Tip en een top!

huiswerk

Maken opdrachten BS 4 in BVJ