3.4 Ruiken en proeven _ kgt

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Klas Binnenkomen

• Ga rustig naar je plaats
• Je bent startklaar voor de      les                        
• Aandacht voor de docent

       (let op teken docent!)

Tijdens de les

• Doe actief mee
• Bij vragen eerst je vinger opsteken
• stoor niet                  
• Houd het lokaal netjes

Klas Binnenkomen

• Ga rustig naar je plaats
• Je bent startklaar voor de      les                        
• Aandacht voor de docent

       (let op teken docent!)

Klas Binnenkomen

• Ga rustig naar je plaats
• Je bent startklaar voor de      les                        
• Aandacht voor de docent

       (let op teken docent!)

Programma

Opening / terugblikken

Bespreken: 3.2 + 3.3 Samenvatten & Test jezelf

Start: Uitleg 3.4 Ruiken en proeven

Lezen: blz. 67 + 68

Maken: opdracht 1 t/m 11 (blz.  113 t/m 115)

Evaluatie / sluiting

Samenvatten 3.2 + 3.3: 122 t/m 124 

Test jezelf 3.2 3.2: blz 126 t/m 128

Programma

Opening / Terugblikken

Bespreken: opdracht 1 t/m 12 (blz. 113 t/m 115)

Af hebben 3.1 t/m 3.4 Samenvatten & Test jezelf blz. 122 t/m 129

Nakijken en verbeteren

Evaluatie / sluiting

K1A

G1A

Programma

Opening / Terugblikken

Nakijken en verbeteren:

Paragraaf 3.1 t/m 3.4

 Samenvatten & Test jezelf blz. 122 t/m 129

Oefeningen voor de toets

Evaluatie / sluiting

K1A

G1A

Einde van de les:

1. Heb je alles van deze les begrepen?

2. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo

     goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?

3. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

K1A

G1A

Terugblik vorige les: 

Hoe hoor je?

3.4 Ruiken en proeven

Leerdoelen deze les:

 Jullie kunnen aan het einde van de les aan elkaar uitleggen: 

• hoe het reukzintuig in je neus werkt
  
• hoe je smaakzintuig op je tong werkt

• hoe je met je reukzintuig en smaakzintuig je eten proeft
  

Ruiken is belangrijk!

• Bescherming:
  - voor gevaar, denk aan brandlucht of gaslucht
  - voor bedorven voedsel, je ruikt vaak wanneer je eten niet        meer goed is

• Reukzintuig zorgt ervoor dat jij iets kan proeven. 

berichten reukzintuig + berichten smaakzintuig = 

je weet wat je proeft

De neus

• Ruiken doe je met reukzintuig in je neus.

• Geurstoffen lossen op en haren nemen waar. 

• Prikkel wordt impuls

• Impuls via reukzenuw naar hersenen

• Hersenen geven aan welke geur het is

Het reukzintuig

De Tong

• Je tong is ruw,  op je tong liggen kleine uitsteeksels. Dit zijn smaakpapillen

• Hiertussen liggen smaakzintuigen

• Je eten word klein gemaakt door je speeksel en de smaakstoffen komen vrij.

Welke smaken kun je proeven ?

• Zout , Zuur, Zoet, Bitter en Umami.

• Umami nog maar bekend is sinds 1908.

• Umami is een volle / hartige smaak: tomaten, sardientjes, oude kaas, zeewier.

Hoe werken je smaakzintuigen?

• Smaakzintuigen zijn opgebouwd uit cellen (denk aan hoofdstuk 1).

• 1 smaakknopje kan alle smaken opnemen.

• De smaakpapillen (met smaakzintuigen) zitten vooral aan de randen van je tong.

Hoe proef je?

Het smaakzintuig + reukzintuig werken samen. 

 Deze zintuigen zorgen er ook voor dat wij precies weten wat we wel en niet kunnen eten en zorgen er dus voor dat je niks eet wat over de datum is.

Opdracht aan de slag:

Les 1:

Maak opdracht 6 t/m 13 in je werkboek!

In stilte ! 

Vragen? Ik loop rond.

Opdracht aan de slag:

Les 2:

Maak hoofdstuk 3.4 af in je werkboek!

In stilte ! 

Vragen? Ik loop rond.

(Bonus) Tekenopdracht

 1. Teken Neus of Tong.

2. Geur- of smaakdeeltjes moeten zichtbaar zijn.

3. Reuk- smaak zintuig tekenen.

4. Laten zien hoe de prikkels overgaan in impulsen naar herensen.