DT3 les 5

• Middelbare school

Nederlands 5 Havo Deeltaak 3

Deze deeltaak

- parlementair debat

- groepjes van 3

- documentatie 17 januari

- debat week van 28 januari

Vandaag

- Uitleg parlementair debat

- Uitwerken stelling

- Oefening

Parlementair debat

Een debat is een woordenstrijd, een discussievorm waarbij een stelling door een partij wordt verdedigd en door een andere partij wordt aangevallen.

- beleidswijziging doorvoeren

- overtuigen van jury 

Parlementair debat

- debatterende partijen mogen elkaar niet in de rede vallen (spreekbeurten)​

- inhoudelijk ligt vast wat er aan de orde moet komen​ 

- in principe hebben beide partijen gelijk, maar één partij krijgt gelijk: alles draait om overtuigingskracht​ 

- debat: test om te kijken hoe goed je argumenten zijn​ 

jury-oordeel 

Opbouw debat

Twee partijen: regering (3 ll.) & oppositie (3 ll.)​

Elk lid houdt zijn eigen speech. ​

Inhoudelijke voorbereiding onderwerp (twee partijen) 

Rondes in het debat

Beurt/partij en spreker/rol ​

Opzet (2x speech)​

Reactie (2x speech)​

Conclusie (2x speech)

3 minuten per spreker

In schema: 

Opzet regering

Opzet oppositie

Verweer regering

Verweer oppositie

Vrije ronde

Conclusie oppositie

Conclusie regering

Standaardgeschilpunten

Voorstanders beleidsverandering:​

A: Er is een ernstig probleem of er ontstaat een ernstig probleem als het voorgestelde beleid niet wordt uitgevoerd. ​ 

B: Het bestaande beleid lost niets op/is niet doeltreffend.​ 

C: Het nieuwe beleid lost het probleem wel op/is doeltreffender.​  

D: Het nieuwe beleid heeft geen ernstige nadelen en is goed uitvoerbaar. ​ 

​ 

NB: De tegenstanders gaan juist ontkennen! ​

Geen probleem, grote nadelen, etc. 

Standaardgeschilpunten 2

Ga met je 3-tal bij elkaar zitten.

Bespreek met elkaar jullie stelling aan de hand van de standaardgeschilpunten.

Probeer met elkaar een beschrijving te maken van de situatie zowel uit het oogpunt van de regering als van de oppositie.

Welke informatie hebben jullie nodig om een goed debat te kunnen voeren?

Even oefenen

​
Ga met je debatgroepje bij elkaar zitten​ 

Kies allemaal een ander bekend persoon = (BP’er).​ 

​

Even oefenen Ronde 1

Deze BP’ers maken gezamenlijk een ballonvlucht. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. ​ 

Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! ​ ​

Om snel op te stijgen moeten twee BP’ers overboord worden gegooid.​

Elke ballonvaarder moet in een speech van één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. > dit ga je eerst oefenen met je groepje`

Even oefenen Ronde 2

Ronde 2:​

De ballon maakt snel hoogte en de ballonvaarders gaan verder met hun tocht. Maar het gaat wéér mis! ​ 

De ballon dreigt tegen een ander hoog gebouw aan te vliegen. Deze keer kan slechts één iemand blijven.

Elke ballonvaarder moet deze keer een speech (ongeveer 2 minuten) houden over waarom de andere twee (drie) beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij niet onmisbaar zijn!

Volgende les

- Vraag van de week 1 t/m 5 bespreken

- Laptop mee om informatie te zoeken