Les H 1.4 Dit is Nederland

Hoofdstuk 1. Dit is Nederland.
1.4 Het Rijk
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1. Dit is Nederland.
1.4 Het Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van de les.
  • Herhaling → Gelukt met de samenvatting?
  • Toetsmatrijs en leerdoelen.
  • Nut & belang.
  • Voorkennis.
  • Bespreken leerdoelen.
  • Samenvattende toetsvragen LessonUp.
  • Vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog over
de staatsvorm
van Nederland?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het waterschap is een overheidsorgaan die wetgevende macht heeft.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Latijnse
benaming die wordt gebruikt voor de
"scheiding der machten";

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog
over Trias Politica?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen;
  1. Benoemen hoe de verkiezing, de taken en de verantwoordelijkheden van beide kamers van de Staten-Generaal is geregeld.
  2. Aangeven hoe de Nederlandse regering gevormd wordt.
  3. De taak en de verantwoordelijkheden van de koning uitleggen.
  4. Benoemen wat de minister-president en de ministers als hoofdtaak hebben en welke verantwoordelijkheid zij dragen.

Toetsmatrijs ExTH

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut &
Belang

Slide 9 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.
Wat weet jij al van
politiek Den Haag?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Behandelen 
Leerdoelen 1.4
Ter introductie 2 korte filmfragmenten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht; 
  • Bestudeer de plaatjes op de volgende slide en open daarbij de "hotspots". Maak hiervan een mindmap (link).
  • Deze les wordt gedeeld in jullie klasse omgeving van LessonUp zodat je het nog eens na kan lezen.
  • De volgende les zullen de herhalingsvragen over deze stof gaan.
  • Vragen? Vraag hulp aan de docent.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De koning.
staatshoofd en lid van de regering. Hij is onschendbaar en de minister-president is verantwoordelijk voor het handelen van de kon ing. Taak van de koning is o.a. afleggen van staatsbezoeken en vertegenwoordigen van Nederland in Internationale betrekkingen.
Het Binnenhof te Den Haag.
Al eeuwenlang het middelpunt (Centraal) van de Nederlandse politiek. De centrale overheid voert hier haar taken uit. De centrale overheid bestaat uit;
  1. De Staten-Generaal.
  2. De regering en het kabinet.
De Staten-Generaal.
Volksvertegenwoordiging. Bestaat uit;
1. Tweede Kamer → 150 leden → rechtstreeks gekozen door Nederlanders 18+ → zittingsduur 4 jaar.
2. Eerste Kamer → 75 leden → gekozen door leden Provinciale Staten → Provinciale Staten worden gekozen door Nederkanders 18+ = Getrapte verkiezing → zittingsduur 4 jaar.
Taken Staten-Generaal.
  1. Volksvertegenwoordiging.
  2. Controle op en onderzoek naar het regeringsbeleid.
  3. Aandeel in de wetgeving → Wetgevende macht samen met de regering.
Ook de politiek in? Een lid van de Staten-Generaal moet;
  • Nederlander zijn.
  • 18+ zijn
  • NIET uitgesloten van het kiesrecht zijn.
De Minister president is voorzitter van de ministerraad, verwoordt de standpunten van de regering en wordt als eerste aangesproken op regeringsbeleid. Is verantwoordelijk voor het handelen van de Koning.
Het Kabinet is het hoogste beleidsvoerende orgaan.
Wordt gevormd door de ministers en staatssecretarissen. Zij geven politieke leiding aan een ministerie.
Minister. Minister geeft leiding aan een ministerie (departement) en is verantwoordelijk voor hun beleidsterrein. Wordt bij Koninklijke besluit benoemd en ontslagen. Een 'minister zonder portefeuille' heeft geen departement,  maar legt de nadruk op een belangrijk beleidsterrein.
Staatssecretaris. Assisteert een minister bij de politieke leiding van een ministerie. verantwoordelijk voor specifiek beleidsterrein. De minister blijft eindverantwoordelijk.
De regering. Hoogste bestuursorgaan (dagelijks bestuur) in Nederland. Uitvoerende macht (trias politica) Bestaat uit de koning en de ministers. 
De regering legt verantwoording af aan de kamers (2e en 1e kamer). Verplicht advies te vragen aan Raad van State.
Kiesrecht
Passief kiesrecht → Het recht je verkiesbaar te stellen.
Actief kiesrecht → Het recht om te stemmen tijdens verkiezingen
De regeringsvorm
In Nederland is dat een erfelijke constitutionele monarchie met een parlementair stelsel. Houdt in dat;
- De koning als staatshoofd maakt deel uit van de regering.
- Macht van de koning wordt beperkt door de Grondwet (=constitutie).
- Koningschap over gaat door erfopvolging.
- De regering verantwoording aflegt aan het parlement. 
De ministerraad
Gevormd door de ministers. Zij overleggen over algemeen regeringsbeleid. De minister-president is voorzitter van de ministerraad. 
Raad van State. Behoort tot Hoog College van Staat en is de hoogste algemene bestuursrechter van Nederland.
Belangrijkste onafhankelijk adviesorgaan van de regering over wetgeving en bestuur.
Afdeling Advisering wordt altijd advies gevraagd bij wetsvoorstellen van de regering.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding voor de volgende les.
  • Maak een mindmap van hoofdstuk 1.4 waarin je de verbanden laat zien. Maak gebruik van de info uit de les en je BOA lesboek.
  • Neem deze mindmap mee naar de volgende les.
  • Doorlezen Hoofdstuk 1.5 - 1.5.1
  • Noteer de lastige woorden.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies