11.2 Tien zintuigen van de mens

11.1 Het zintuigenstelsel 

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

11.1 Het zintuigenstelsel 

Slide 1 - Tekstslide

Lesverloop
  1. Terugkoppelingsvragen
  2. Uitleg
  3. Kennisvragen
  4. Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

BS 2: Tien zintuigen van de mens
Leerjaar 3
Mevrouw Rottier & Mevrouw van Brakel

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
* Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.

* Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn

Slide 4 - Tekstslide

Kennisvragen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe heet het orgaanstelsel waartoe de zintuigen behoren?

Slide 6 - Open vraag

Hoe noemen we een invloed waarvoor een zintuig gevoelig is?
A
impuls
B
zenuw
C
prikkel

Slide 7 - Quizvraag

De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt heet de ...
A
Adequate prikkel
B
Gewenning
C
Drempelwaarde
D
Zintuig

Slide 8 - Quizvraag

Voor welke adequate prikkel zijn de zintuigen op de tong gevoelig?

Slide 9 - Open vraag

Als een voetballer een bal tegen zijn oog aankrijgt ontstaan er impulsen in je ogen. Je kan dan "sterretjes" zien.
Is de druk van de bal voor je ogen een adequate of niet-adequate prikkel?
A
Adequate prikkel
B
Niet-adequate prikkel

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat

Slide 11 - Quizvraag

Je werk in de bakkerij, na een tijdje ruik je het gebakken brood niet meer.
De drempelwaarde ging ...
A
omhoog
B
omlaag

Slide 12 - Quizvraag

Een zintuig met een hoge drempelwaarde
zal eerder reageren op een prikkel dan
een zintuig met een lage drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Je loopt langs een pizzatent, maar je ruikt het niet, want je hebt geen honger. Je bent...
A
gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
B
gemotiveerd, drempelwaarde is laag
C
niet gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
D
niet gemotiveerd, drempelwaarde is laag

Slide 14 - Quizvraag

Je hebt de hele dag sokken aan. Toch voel je dit niet. Hoe komt het dat je dat niet waarneemt?
A
Gewenning
B
Motivatie
C
Hoe snel je hersenen een waarneming verwerken

Slide 15 - Quizvraag

Thema 11
basisstof 2: Tien zintuigen van de mens
(blz. 188-191)

Slide 16 - Tekstslide

Welke tien zintuigen ken je?

Slide 17 - Woordweb

Ligt in de ogen

Het gezichtszintuig bestaat uit een vlies van lichtgevoelige cellen. Dit noemen we het netvlies 

Het netvlies bevindt zich helemaal achterin de oogbol 

Adequate prikkel= Licht
Gezichtszintuig

Slide 18 - Tekstslide

Netvlies 
Hier zitten de zintuigcellen in om te waarnemen


Slide 19 - Tekstslide

Netvlies 
Hier zitten de zintuigcellen in om te waarnemen

NETFLIX kijken

Slide 20 - Tekstslide

Gehoorzintuig 
In de oren
Reageert op geluiden/trillingen

De zintuigcellen (haartjes) in het slakkenhuis sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt horen.

Adequate prikkel = Geluid/trilling

Slide 21 - Tekstslide


Slakkenhuis

Hier zitten de zintuigcellen in om te waarnemen

Het lijkt op een slak

Slide 22 - Tekstslide

Evenwichtszintuig
In de oren ligt ook het evenwichtszintuig of evenwichtsorgaan

De maakt gebruik van de zwaartekracht om de stand van je hoofd te meten zodat je rechtop blijft staan

Ook meet deze of je snel of langzaam gaat.

Adequate prikkel = zwaartekracht

Slide 23 - Tekstslide

In de huid bevinden zich vijf verschillende typen zintuigen

Slide 24 - Tekstslide

Zintuigen in de huid 
* Koudezintuig: Reageert op lagere temperaturen, kou dus.
Warmtezintuig: Reageert op hoge temperaturen, warmte dus
* Pijnpunten : Reageren op pijn en schadelijke prikkels


Pijnpunten 
   zien er iets anders uit dan de  andere zintuigen in de huid.  
   Ze zitten niet alleen in de huid, maar overal in het lichaam.

Slide 25 - Tekstslide

Lederhuid
Opperhuid

Slide 26 - Sleepvraag

Reukzintuig
In de neus
Reageert op geuren
De zintuigcellen (haartjes) in de neus sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt ruiken.

Adequate prikkel = Geuren


Slide 27 - Tekstslide

Smaakzintuig
In de tong
Reageert op smaken
De zintuigcellen de smaakknopjes (groeven) in de tong sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt ruiken.

Adequate prikkel = smaken

Slide 28 - Tekstslide

Er bevinden zich vijf verschillende typen smaakzintuigcellen op de tong.
Welke vijf smaken kunnen wij onderscheiden?
  • zoet - zuur - zout - bitter - umami

Slide 29 - Tekstslide

Kennisvragen

Slide 30 - Tekstslide

Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding.
- Anja zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend.
- Boris zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend.
- Caspar zegt dat P een smaakknopje aangeeft.
- Diane zegt dat P een tastknopje aangeeft.

Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Boris en Caspar
B
Boris en Casper
C
Anja en Diane
D
Anja en Caspar

Slide 31 - Quizvraag

Waar bevindt zich het lichtzintuig?
A
in je neusholte
B
in je oog
C
achter je oor
D
in de mond

Slide 32 - Quizvraag

Waar bevindt zich het smaakzintuig?
A
in je neusholte
B
in je oog
C
achter je oor
D
in de mond

Slide 33 - Quizvraag

Waar bevindt zich het evenwichtszintuig?
A
in je neusholte
B
in je oog
C
achter je oor
D
in de mond

Slide 34 - Quizvraag

Waar bevinden de reukzintuigcellen en de reukharen zich?
A
Onderin de neusholte in het neusslijmvlies
B
Bovenin de neusholte in het neusslijmvlies

Slide 35 - Quizvraag

Waar bevinden zich warmtezintuigen?
A
alleen in de huid
B
alleen op de tong
C
zowel in de huid als op de tong

Slide 36 - Quizvraag

Over welk onderdeel wil je extra uitleg?

Slide 37 - Poll

Zelfstandig werken
Thema zintuigen
- Opdrachten maken
- Basisstof 1 

Klaar?
- Test jezelf
- Blooket spelen
Zelfstandig werken in stilte
Zelfstandig werken en fluisteren
Zelfstandig werken en overleggen

Slide 38 - Tekstslide