Ondersteuning bij mobiliteitsproblemen

W2: ondersteunt de cliënt bij persoonlijke verzorging 
Lesdoelen:

- Aan het einde van de les weet je wat motorische beperkingen zijn.



- Aan het einde van de les weet je de functies van het skelet en de spieren.
- Aan het einde van de les weet je welke gewrichten er zijn.
- Aan het einde van de les weet welke je spieren wij hebben.
 





1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

W2: ondersteunt de cliënt bij persoonlijke verzorging 
Lesdoelen:

- Aan het einde van de les weet je wat motorische beperkingen zijn.



- Aan het einde van de les weet je de functies van het skelet en de spieren.
- Aan het einde van de les weet je welke gewrichten er zijn.
- Aan het einde van de les weet welke je spieren wij hebben.
 





Slide 1 - Tekstslide

Wat versta jij onder mobiliteit?

Slide 2 - Woordweb

Mobiliteit 
Mobiliteit is beweeglijkheid en het gemak waarmee de cliënt zich kan verplaatsen. Een cliënt met een mobiliteitsbeperking is minder beweeglijk en kan zich minder gemakkelijk verplaatsen. 

De beperking hindert hem in zijn handelingen en bewegingen. Een ander woord voor mobiliteitsbeperking is motorische beperking.

Slide 3 - Tekstslide

Lichamelijke beperking 

Bij een motorische beperking gaat het om beperkingen bij het lopen: 
- gebruik van de armen of handen
- houden van het evenwicht.

Het gaat om cliënten met:
- verlammingen
-stoornissen in de samenwerking van de spieren;
- ontbreken van lichaamsdelen;






Slide 4 - Tekstslide

Bouw en functies van het bewegingsapparaat 
Het bewegingsapparaat bestaat uit alle delen van het lichaam die voor beweging dienen, zoals botten, gewrichten, spieren en pezen. 

Al die botten, gewrichten, banden en spieren zorgen er samen voor dat de mens zijn lichaam op alle mogelijke manieren kan bewegen, zoals lopen, springen, fietsen, vasthouden, weggooien en strelen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Het skelet 
Het skelet van de mens bestaat ui tweehonderd botten en botjes en heeft de volgende functies:

-stevigheid en vorm aan het lichaam geven

- bescherming van kwetsbare organen, zoals hersenen, hart, longen, oog en oor;

- aanhechtingsplaats voor spieren, waardoor deze het lichaam kunnen laten bewegen;





Slide 7 - Tekstslide

De botten 
- Scharniergewrichten: in de knieën, ellebogen en vingers
- Rolgewricht: tussen de ellepijp en het spaakbeen
- Zadelgewricht: aan de basis van de duimen
- Kogelgewrichten: voor de beweging van de heup en de     schouder

Slide 8 - Tekstslide

Waar zit wat?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aandoeningen gewrichten 
- Artrose: de kraakbeen raakt beschadigd. Deze gewichtsslijtage komt veel bij oudere mensen. Artrose is een vorm van reuma. Reuma is de verzamelnaam voor een groot aantal aandoeningen.  

Slide 11 - Tekstslide

Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaan
C
orgaanstelsel
D
cel

Slide 12 - Quizvraag

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 13 - Quizvraag

Welke functie van het skelet wordt hier omschreven: Zonder skelet zou je in elkaar zakken.
A
Stevigheid
B
Vorm
C
Beschermen
D
Bewegen

Slide 14 - Quizvraag

De oudere meneer Derksen vergeet erg veel.

Van welke ziekte is dit een kenmerk?

A
atrose
B
dementie
C
diabetes
D
reuma

Slide 15 - Quizvraag

Bewegen voor gezondheid 
Als begeleider maatschappelijke zorg ben je gericht bezig met stimuleren van zelfredzaamheid.

Ook ben je gericht op het gedrag van de cliënt. Wat kan een cliënt zelf doen voor zijn eigen welzijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn jullie persoonlijke gewoontes?

Slide 17 - Woordweb

Bewegen voor gezondheid 
Leefstijl is je persoonlijke manier van leven, dus ook alles wat je eet, voldoende lichaamsbeweging krijgt, niet rookt, geen drugs gebruikt en matig bent met alcohol.

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de positieve effecten van lichaamsbeweging?

Slide 19 - Open vraag

Cliënten in beweging 
Als medewerker maatschappelijke zorg is het belangrijk om in te schatten hoe zwaar een beweging van een cliënt is:
- een licht intensieve lichamelijke activiteit geeft geen verhoogde hartslag of versnelde ademhaling;
- een matig intensieve activiteit geeft een verhoogde hartslag en een versnelde ademhaling;
- iemand die zwaar lichamelijk actief is, gaat zweten en raakt buiten adem.




Slide 20 - Tekstslide

Cliënten in beweging 
Bij mensen met een motorische beperking kunnen verschillende problemen ontstaan bij houding en beweging als gevolg van hun lichamelijke inactiviteit.
Drie problemen die vaak voorkomen zijn: 
- Contracturen 
- Heupluxatie 
- Spieratrofie.

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag 
Thieme Meulenhoff > persoonlijke verzorging thema 5.18 Bewegingsapparaat.

Slide 22 - Tekstslide