Les 4 Logistiek (Aniek)

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Periode 4

Logistiek (module 5)

- 2 uur in de week

- Boek: FD B1

- H 3 t/m 5

- Afsluitende toets 23 juni 

- Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  1. Theorie
  2. Opdrachten
  3. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Logistiek

Logistiek = Het organiseren, plannen, besturen en uitvoeren van goederenstromen.


Slide 4 - Tekstslide

Module 5

B1-K1- W2 Verwerkt gegevens met informatiesystemen

(H3 & H4)

B1- K1- W3 Voert logistieke werkzaamheden uit

(H5)



H3 Verwerken van ontvangst -en opslaggegevens



Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
Technische voorraad, economische voorraad
Optimale bestelhoeveelheid > Formule van Camp


Slide 6 - Tekstslide

Dit is de technische voorraad:
A
Beschikbare voorraad
B
Gereserveerde voorraad
C
Fysieke voorraad
D
Effectieve voorraad

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Voorraad =

De hoeveelheid producten die beschikbaar is voor productie of verkoop.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Economische voorraad

Economische voorraad uitrekenen:


Technische (fysieke) voorraad =                              300 flessen

+ lopende inkooporders (bestelde) =                      80 flessen

- lopende verkooporders (gereserveerde) =      120 flessen


Economische voorraad =                                            260 flessen (voorraad waar je prijsrisico over loopt)

Slide 11 - Tekstslide

Optimale bestelhoeveelheid
Je moet daarom zoeken naar
de optimale bestelhoeveelheid =

Die hoeveelheid waarbij per
periode de som van de bestelkosten en de 
voorraadkosten minimaal is.



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Doel voorraadadministratie

1. kosten beperken -> winst optimaliseren.

2. Nee-verkopen voorkomen.

3. Voorraad aantallen optimaliseren -> niet te weinig of te veel.

4. Assortiment kritisch bekijken -> slecht lopende artikelen.

5. Omzetsnelheid berekenen -> hoe snel de gemiddelde voorraad verkocht wordt.

6. Opslagduur bepalen -> hoe lang ligt een artikel op voorraad.

Slide 14 - Tekstslide

Bespreken

Boek: FD B1

Hoofdstuk: 4

Opdracht: 4.11 en 4.12

Slide 15 - Tekstslide

H4

4.7 manieren om optimale bestelhoeveelheid te bepalen

Vaker bestellen brengt hogere bestelkosten met zich mee. Minder vaak grotere hoeveelheden bestellen, zorgt voor meer voorraadkosten

Slide 16 - Tekstslide

Optimale bestelgrootte berekenen

Dit kan op 3 manieren:



1. formule van Camp

2. m.b.v. een tabel

3. grafisch bepalen = m.b.v. een grafiek

Slide 17 - Tekstslide

1. formule van Camp

2 x V x B

C


Q = optimale bestelhoeveelheid

V = afzet op jaarbasis (aantal verwachtte verkopen)

B = bestelkosten per bestelling (in euro's)

C = voorraadkosten per eenheid (in euro's)

Q=

Slide 18 - Tekstslide

2. m.b.v. een tabel


Aflezen bij welke bestelgrootte de bestelkosten + opslagkosten minimaal zijn = optimale bestelgrootte

Slide 19 - Tekstslide

3. grafisch bepalen

Opslagkosten = tabel F

Bestelkosten = tabel C

Totale kosten = tabel G

A = snijpunt

B = laagste kosten

Q = optimale bestelhoeveelheid

Slide 20 - Tekstslide

H4
4.7.4 Omzetsnelheid (os)

OS = omzetsnelheid
IWO = Inkoopwaarde omzet

Slide 21 - Tekstslide

Omzetsnelheid (OS)
Omzetsnelheid = hoe vaak de gemiddelde voorraad verkocht wordt

Slide 22 - Tekstslide

Formule omzetsnelheid

OS =       Inkoopwaarde omzet  €     =  …….keer (per jaar)

                Gemiddelde voorraad  €



IWO = Inkoopprijs van de verkochte producten

Gemiddelde voorraad = waarde van de gemiddelde voorraad







Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld omzetsnelheid

IWO = € 360.000,- per jaar

Gemiddelde voorraad = € 24.000,-


OS =   360.000  =   15 keer per jaar

                24.000

Slide 24 - Tekstslide

Nu jullie... OS

IWO = € 300.000,- per jaar

Gemiddelde voorraad = € 30.000,-



Slide 25 - Tekstslide

Antwoord OS

IWO = € 300.000,- per jaar

Gemiddelde voorraad = € 30.000,-


OS =   300.000  =   10 keer per jaar

                30.000

Slide 26 - Tekstslide

Maar.......
de inkoopwaarde omzet en de gemiddelde voorraad niet direct bekend!

Slide 27 - Tekstslide

Gemiddelde voorraad

Gemiddelde voorraad (€) kan op twee manieren worden berekend.


1 = 2 meetmomenten

2 = meer dan 2 meetmomenten

Slide 28 - Tekstslide

2 meetmomenten

Bijvoorbeeld 1 jan. & 31 dec.

Voorraad op 1 januari = € 22.000,-

Voorraad op 31 december = € 26.000,-

Gem. voorraad =    22.000 + 26.000      = € 24.000,-

                                                   2



Slide 29 - Tekstslide

3 of meer meetmomenten

Voorraad op 1 januari = € 20.000,-

Voorraad op 1 juli = € 26.000,-

Voorraad op 31 december = € 24.000,-


Gemiddelde Voorraad =

½ x 20.000 + 1 x 26.000 + ½ x 24.000 = € 24.000,-

                        ½ + 1 + ½



Slide 30 - Tekstslide

IWO betekent....


A
Integrale Winst Optimalisatie
B
Inkoopwaarde van de omzet
C
Inkopen, Winst en Omzet
D
Inkopen en Werkelijke Opslagduur

Slide 31 - Quizvraag

Met welke formule wordt de omzetsnelheid berekend?
A
Gemiddelde voorraad : inkoopwaarde omzet
B
Gemiddelde voorraad : omzetduur
C
Inkoopwaarde omzet : gemiddelde voorraad
D
Omzetduur : gemiddelde voorraad

Slide 32 - Quizvraag

Maken

Boek: FD B1

Hoofdstuk: 4

Opdracht: 4.15 t/m 4.22

Slide 33 - Tekstslide

Nakijken

Boek: FD B1

Hoofdstuk: 4

Opdracht: 4.15 t/m 4.22

Slide 34 - Tekstslide