Hoog tarief (21% BTW) geldt voor verreweg de meeste producten en diensten bijv. kleding, elektronica, meubels etc.
Bedrijven dragen de BTW af aan de belastingdienst. (ontvangen BTW van klanten – betaalde BTW)
Slide 7 - Tekstslide
Rekenen met BTW
Bedragen exclusief BTW = 100% Bijvoorbeeld een flesje water kost € 0,34 exclusief BTW De klant moet in de winkel inclusief BTW betalen. Het BTW tarief is 21%
Oplossing =
€ 0,34 = 100% -> ??? = 121%
€ 0,34 / 100 x 121 = € 0,41 is de prijs inclusief BTW
Slide 8 - Tekstslide
huiswerk
5.19 t/m 5.24
Pagina 69 t/m 71
timer
7:00
Slide 9 - Tekstslide
Een Afghaanse Iphone 23 kost € 750,- inclusief BTW (BTW tarief is 21%) Bereken de prijs exclusief BTW.
Slide 10 - Open vraag
Iemand koopt een nieuwe fiets en die kost € 1500 inclusief BTW (BTW tarief 21%) . Inclusief BTW staat gelijk aan
timer
0:30
A
100%
B
121%
C
79%
D
106%
Slide 11 - Quizvraag
Iemand koopt een nieuwe fiets en die kost € 1500 inclusief BTW (BTW tarief 21%) . Exclusief BTW staat gelijk aan
timer
0:30
A
100%
B
121%
C
79%
D
106%
Slide 12 - Quizvraag
Een resultatenrekening is
timer
0:30
A
een momentopname
B
een eindbalans
C
een voorraadgrootheid
D
een overzicht over een periode
Slide 13 - Quizvraag
Huiswerk volgende X
Maak t/m 5.24
Slide 14 - Tekstslide
Een frikandellenbroodje kost inclusief BTW € 1,25. De BTW is 9%. Wat kost het broodje exclusief BTW?
Slide 15 - Open vraag
Opdracht
Op het uitgedeelde blad mogen jullie gaan kijken welke post op de balans of de resultatenrekening hoort.
Daarbij kijk je of de post debet of credit op de balans/resultatenrekening staat.
Je werkt in stilte en overlegd NIET met je buurman/buurvrouw!
timer
10:00
Slide 16 - Tekstslide
Ezelsbruggetje
Balans Resultatenrekening
Debet Credit Debet Credit
+ - - +
Slide 17 - Tekstslide
Resultatenrekening
De resultatenrekening is een overzicht van
kosten en opbrengsten in een bepaalde periode.
Op een resultatenrekening staan stroomgrootheden. Een stroomgrootheid is een grootheid die over een bepaalde periode wordt gemeten.
Slide 18 - Tekstslide
Samengevat..
De balans is een overzicht van alle bezittingen (activa), eigen vermogen en vreemd vermogen van een onderneming (hoe is het gefinancierd).
Een mutatiebalans is een deelbalans waarin alleen de balansposten (met bedragen) gemeld staan die veranderen door een financiële transactie.
Slide 19 - Tekstslide
Welke balansmutaties vinden er plaats? Betaling per bank aan crediteuren €14.000.
A
Kas -€14.000
Crediteuren +€14.000
B
Kas -€14.000
Crediteuren -€14.000
C
Bank -€14.000
Crediteuren -€14.000
D
Bank -€14.000
Crediteuren +€14.000
Slide 20 - Quizvraag
Hoe ziet dit eruit?
Betaling dus bank daalt.
Crediteuren (schuld) daalt, want er wordt afgelost.
Slide 21 - Tekstslide
Welke balansmutaties vinden er plaats? Als: De onderneming verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.