Freerunning

Freerunning
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Freerunning

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Freerunning steeds populairder
Springen over obstakels, salto’s en flikflaks maken en een parcours afleggen: dat is freerunning. Het is een combinatie van sport en acrobatiek. Talloze mensen beoefenen het en ook onder kinderen wordt freerunning steeds populairder. Wat houdt het in en waar komt het vandaan? 

Slide 3 - Tekstslide

Nieuwe woorden
het parcours = de route die deelnemers afleggen
talloos = heel veel 
het obstakel = iets dat in de weg staat

Slide 4 - Tekstslide

Wat is freerunning?
Bedenk een definitie.

Slide 5 - Open vraag

Freerunning steeds populairder
Springen over obstakels, salto’s en flikflaks maken en een parcours afleggen: dat is freerunning. Het is een combinatie van sport en acrobatiek. Talloze mensen beoefenen het en ook onder kinderen wordt freerunning steeds populairder. Wat houdt het in en waar komt het vandaan? 

Slide 6 - Tekstslide

Freerunnen en parkour
De definitie van freerunning is: een sport, waarbij een renner zich sierlijk door een stedelijke omgeving begeeft door muren, ramen, auto’s enzovoorts niet als obstakels, maar juist als hulpmiddelen te zien. Het verschijnsel ontstond in de jaren 80 in Parijs. Een groep jongeren zocht toen naar manieren om te kunnen sporten en bewegen in de stad. 

Slide 7 - Tekstslide

Nieuwe woorden
zich begeven = (ergens naartoe) gaan

Slide 8 - Tekstslide

Hoe en wanneer is freerunning ontstaan?

Slide 9 - Open vraag

Freerunnen en parkour
De definitie van freerunning is: een sport, waarbij een renner zich sierlijk door een stedelijke omgeving begeeft door muren, ramen, auto’s enzovoorts niet als obstakels, maar juist als hulpmiddelen te zien. Het verschijnsel ontstond in de jaren 80 in Parijs. Een groep jongeren zocht toen naar manieren om te kunnen sporten en bewegen in de stad. 

Slide 10 - Tekstslide

Ze bedachten daarom hardloopparcoursen waarbij ze zo snel mogelijk van het ene naar het andere punt wilden komen. Daarbij maakten ze gebruik van de obstakels die ze tijdens het rennen tegenkwamen. Deze vorm van sport kreeg de naam parkour. Hieruit kwam vervolgens het freerunnen voort. Vergeleken met parkour, gaat het bij freerunnen minder om de snelheid en meer om de manier waarop je het parcours aflegt.

Slide 11 - Tekstslide

Wat had de ruimte in de stad te maken met het ontstaan van freerunning? Let op, je moet het antwoord afleiden.

Slide 12 - Open vraag

De vijf F’s
Bij freerunning draait het vooral om de zogenaamde 5 F’s: Fun, Freedom, Fitness, Friendship en Fulfilment. Waar staan die woorden precies voor? De eerste F is van Fun, dat plezier betekent. Freerunning is namelijk een speelse activiteit. De tweede F is van Freedom. Freerunnen wordt gezien als een uiting van vrijheid. De freerunner kan immers zijn of haar eigen stijl ontwikkelen. De derde F is van Fitness. Door het beoefenen van de sport werk je onder andere aan je kracht en conditie. De vierde F is
van Friendship, omdat freerunners de sport vaak samen beoefenen. Zo leren ze van elkaar en motiveren
ze elkaar. En dat is wel nodig, want bij freerunnen moet je soms ook angsten overwinnen. De laatste F is
die van Fulfilment, wat voldoening betekent. Als je het kunt, geeft freerunnen veel voldoening.

Slide 13 - Tekstslide

Nieuwe woorden
de uiting = het met woorden of houding laten zien van gedachten of gevoelens
motiveren = zorgen dat iemand zin krijgt in iets

Slide 14 - Tekstslide

Waarom moet je bij freerunnen soms ook je angsten overwinnen, denk je? Je moet het antwoord afleiden.

Slide 15 - Open vraag

Wedstrijdsport?
De laatste jaren komt er steeds meer aandacht voor freerunnen en wil men er een wedstrijdsport van maken. Daarom vindt freerunnen niet alleen in de buitenlucht plaats, maar ook steeds meer binnen. Bij wedstrijden zijn er doorgaans twee soorten prijzen te winnen: een voor de snelste en een voor de meest stijlvolle ‘run’. Op 1 en 2 juni is het officiële Nederlands Kampioenschap Freerunning in Tilburg. Dan nemen de snelste Nederlandse freerunners het tegen elkaar op. Aan dit NK kun je vanaf 12 jaar deelnemen. Er wordt ook geprobeerd om van freerunnen een olympische sport te maken. Maar niet alle beoefenaars van freerunnen zijn van dat idee gecharmeerd. Ze vinden de vijf F’s belangrijker.

Slide 16 - Tekstslide

Nieuwe woorden
het respect = de eerbied, het gevoel van bewondering en ontzag
beheersen = kennen of kunnen

Slide 17 - Tekstslide

Waarom vinden niet alle freerunners het een goed idee om van freerunning een olympische sport te maken?

Slide 18 - Open vraag

Wedstrijdsport?
De laatste jaren komt er steeds meer aandacht voor freerunnen en wil men er een wedstrijdsport van maken. Daarom vindt freerunnen niet alleen in de buitenlucht plaats, maar ook steeds meer binnen. Bij wedstrijden zijn er doorgaans twee soorten prijzen te winnen: een voor de snelste en een voor de meest stijlvolle ‘run’. Op 1 en 2 juni is het officiële Nederlands Kampioenschap Freerunning in Tilburg. Dan nemen de snelste Nederlandse freerunners het tegen elkaar op. Aan dit NK kun je vanaf 12 jaar deelnemen. Er wordt ook geprobeerd om van freerunnen een olympische sport te maken. Maar niet alle beoefenaars van freerunnen zijn van dat idee gecharmeerd. Ze vinden de vijf F’s belangrijker.

Slide 19 - Tekstslide

Zelf freerunnen? 
Freerunnen is niet verboden in Nederland, zolang je het veilig doet en met respect voor andermans eigendommen. Zou je zelf ook weleens willen freerunnen? Dan is het verstandig om eerst op les te gaan. Er zijn veel plekken waar je freerunning kunt leren. Het is belangrijk dat je eerst de basistechnieken beheerst, voordat je tegen muren gaat oplopen en over hekken gaat springen. 

Slide 20 - Tekstslide

Nieuwe woorden
doorgaans = meestal
gecharmeerd zijn van = blij zijn met

Slide 21 - Tekstslide

Waarom is het verstandig om eerst op les te gaan? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Open vraag

Zelf freerunnen? 
Freerunnen is niet verboden in Nederland, zolang je het veilig doet en met respect voor andermans eigendommen. Zou je zelf ook weleens willen freerunnen? Dan is het verstandig om eerst op les te gaan. Er zijn veel plekken waar je freerunning kunt leren. Het is belangrijk dat je eerst de basistechnieken beheerst, voordat je tegen muren gaat oplopen en over hekken gaat springen. 

Slide 23 - Tekstslide

parcours
Het is een zwaar parcours.
A
de opdracht die je voor de wedstrijd moet uitvoeren
B
de route die deelnemers afleggen
C
het materiaal dat je tijdens de wedstrijd nodig hebt

Slide 24 - Quizvraag

talloze
Nederland heeft talloze strandtenten.
A
genoeg
B
heel weinig
C
heel veel

Slide 25 - Quizvraag

zich begeven
Iedereen begeeft zich naar de hal
A
(ergens naartoe) werken
B
(ergens naartoe) gaan
C
(ergens aan) toegeven

Slide 26 - Quizvraag

het obstakel
De boom was het obstakel.
A
iets dat dichtbij is
B
iets wat heel erg groot is
C
iets dat in de weg staat

Slide 27 - Quizvraag

de uiting
Dat is een uiting van blijdschap.
A
het probleem waar je tegenaan loopt
B
het met woorden of houding laten zien van gedachten of gevoelens
C
de toestand waarin je je bevindt

Slide 28 - Quizvraag

motiveren
Kun jij haar motiveren?
A
bewijzen dat iemand iets kan
B
beloven dat iemand iets krijgt
C
beloven dat iemand iets krijgt

Slide 29 - Quizvraag

Doorgaans
Doorgaans ga ik vijf dagen naar school.
A
soms
B
nauwelijks
C
meestal

Slide 30 - Quizvraag

gecharmeerd zijn van
Ze was gecharmeerd van zijn lach.
A
blij zijn met
B
verrast zijn door
C
boos zijn door

Slide 31 - Quizvraag

respect
Hij toont geen respect.
A
de stress
B
het gebrek
C
de eerbied

Slide 32 - Quizvraag

beheersen
Hij beheerst het Italiaans goed.
A
bewegen of spelen
B
onthouden of vergeten
C
kennen of kunnen

Slide 33 - Quizvraag