Rekenproblemen in het primair onderwijs

• Peda
• Vocational Education

Rekenproblemen in het primair onderwijs

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je rekenproblemen in het primair onderwijs herkennen, 

Kan je toelichten wat bedoeld wordt met differentiëren en kan je toelichten hoe je met rekenmodellen kunt werken.

Wat weet je al over rekenproblemen in het primair onderwijs?

Wat zijn rekenproblemen?

Rekenproblemen zijn problemen die kinderen kunnen ervaren bij het leren van rekenvaardigheden, zoals het begrijpen van getallen en het uitvoeren van berekeningen.

Hoe differentieer je?

Differentiatie is het aanpassen van het onderwijsaanbod aan de verschillende behoeften en niveaus van leerlingen. Bij rekenproblemen kun je differentiëren door individuele begeleiding, extra oefeningen en het gebruik van concrete materialen.

Welke rekenmodellen zijn er?

Er zijn verschillende rekenmodellen die kinderen kunnen helpen bij het begrijpen van rekenvaardigheden, zoals het getallenlijnmodel, het splitsmodel en het verhoudingsmodel.

Het HGW-model

Het HGW-model staat voor Handelingsgericht Werken. Het is een aanpak om problemen van leerlingen systematisch aan te pakken en te begeleiden. Het HGW-model kan ook gebruikt worden bij rekenproblemen.

Interactieve activiteit: Rekenmodel kiezen

Bekijk de gegeven opgave en kies het juiste rekenmodel om het probleem op te lossen. Werk samen in groepjes en bespreek jullie keuzes.

Soorten rekenaars

Er zijn verschillende soorten rekenaars, zoals de vlotte rekenaar, de traagrekenaar, en de onzekere rekenaar. Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillende behoeften van deze rekenaars.

Samenvatting

In deze les hebben we geleerd over rekenproblemen in het primair onderwijs, differentiatie, verschillende rekenmodellen, het HGW-model en de verschillende soorten rekenaars.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.