Hoofdstuk 4 oefenen
1 / 20
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk getal is het grootste?
A
5,03
B
5,35
C
5,3
D
5,05
Slide 2 - Quizvraag
wat is de waarde van 4
124323,67
124323,67
A
40000
B
40
C
400
D
4000
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de waarde van 6
234,68
234,68
A
eenheid
B
tientallen
C
tiende
D
eenheden
Slide 4 - Quizvraag
Dit getal is een decimaal getal en heeft 3 decimalen
123, 16943
123, 16943
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
4,499 is meer dan 4,8
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
klein
Groot
9,99
10,101
9,909
10,01
10
Slide 7 - Sleepvraag
Wat zijn de delers van 24?
Slide 8 - Open vraag
Schrijf de 4 veelvouden van 4 op
Slide 9 - Open vraag
12 is een deler van 36
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
25 is een even getal
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
schrijf 0,9 miljoen als getal
Slide 12 - Open vraag
wat is meer?
A
0,51 miljard
B
500 miljoen
Slide 13 - Quizvraag
51 910 000 000
is hetzelfde als
is hetzelfde als
A
519,1 miljoen
B
51, 91 miljard
C
51,91 miljoen
D
519,1 miljard
Slide 14 - Quizvraag
een biljoen heeft
15 nullen
15 nullen
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
rond 5,345 af op een geheel getal
Slide 16 - Open vraag
Rond 48,596 af op twee decimaal
Slide 17 - Open vraag
rond 94 456 af op een hondertallen
A
94 500
B
94 400
Slide 18 - Quizvraag
bo heeft 244 tegels nodig. ze worden verkocht in dozen van 12. Hoeveel dozen heeft ze nodig?
A
19
B
21
C
20
D
22
