H 2 Getallen samenvatting

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Herhalen hoofdstuk 2 (TL H3)

we gaan hoofdstuk 2 Getallen herhalen

theorie herhalen en oefeningen maken

Oefenproefwerk maken HV blz. 74  (TL blz.  126)

Hoe ging het?

maken het oefenproefwerk en op 18 november Toets H2 (TL: H3)

Absentiecontrole

hw controle

Heb je een voorbereidende vraag?

Noteer de opgavenummer + boek of begrip.

Herhaling

Vandaag herhalen wij het Hoofdstuk getallen (hoofdstuk 2). 

• verschil cijfer en getal
• natuurlijke getallen 
• tekens
• delers en veelvouden
• breuken (vereenvoudigen)
• decimale getallen
• afronden

Werkwijze herhaling gedeelte

1. Theorie herhalen aan de hand van voorbeelden.
2. Zelf aan de slag.
3. Werk nabespreken.

Maak voor jezelf aantekingen!

Cijfer, getal en natuurlijke getallen

Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9

Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 

Natuurlijke getallen zijn alle positieve gehele getallen en nul. (0,21,345,678944, ..)

             hfd 1 functies           3 vwo

de natuurlijke getallen zijn de getallen:

1. 0, 1, 2, 3, 4 ect. en -1, -2, -3 ect
2. 0, 1, 2, 3, 4 ect.
3. -1, -2, -3, -4 ect.
4. alle getallen zijn natuurlijke getallen

Grote getallen

Duizend               1 000                (3 nullen)

Tienduizend          10 000              (4 nullen)

Honderduizend     100 000             (5 nullen)

Miljoen               1 000 000          (6 nullen)

Miljard               1 000 000 000    (9 nullen)

             hfd 1 functies           3 vwo

Tekens

< is kleiner dan

> is groter dan

= is gelijk aan

  is niet gelijk aan 

  is ongeveer gelijk aan

≠

≈

             hfd 1 functies           3 vwo

Deler

Deler is een geheel getal waardoor je een getal kan delen.

Neem het getal 36.       

36 : 2 = 18        2 en 18 zijn beide delers van 36

Andere delers van 36 zijn: 

         

   

             hfd 1 functies           3 vwo

Wat zijn de delers van 36

1. 2, 4, 6, 9, 18
2. 4, 6, 9
3. 1, 2, 4, 6, 9, 18, 36
4. geen

Veelvoud

Je kunt ook zeggen 36 is een veelvoud van 2 (want 2x18=36). 

De veelvouden van een getal zijn de getallen van de tafel van dat getal.

Veelvouden van 2 zijn:     2,4,6,8,10, ..

Veelvouden van 13 zijn:   13,26,39,52, ..

De eerste 5 veelvouden van 2 zijn: 2, 4, 6, 8, 10  

Even en oneven

Een getal dat deelbaar is door het getal 2 is even.

(2,4,16,34,68,354, ...)

Een getal dat niet deelbaar is door het getal 2 is oneven.

(1,3,15,33,57,355, ...)

Priemgetallen

Een priemgetal heeft precies twee delers.

Namelijk 1 en zichzelf.

De eerste vijf priemgetallen zijn: 2,3,5,7,11

             hfd 1 functies           3 vwo

Een priemgetal is

1. Een getal dat deelbaar is door zichzelf
2. Een getal dat altijd meer dan 2 delers heeft
3. Een getal dat precies twee delers heeft
4. Een getal dat niet deelbaar is

Noteer alle priemgetallen onder 20

Breuken

Vereenvoudigen: 

Teller en noemer door het zelfde getal delen. 

Zo klein mogelijk maken.

breuk=​noemer​​teller​​

             hfd 1 functies           3 vwo

             hfd 1 functies           3 vwo

Ik vereenvoudig de breuk .... zo veel mogelijk.

De breuk wordt dan

1. 1/2
2. 2/3
3. 3/7
4. 6/14

             hfd 1 functies           3 vwo

Wiskundige Denk Activiteit (WDA)                                                   §2.4

             hfd 1 functies           3 vwo

Bereken de optelsom van de breuken:
2/5 + 1/4 =

1. 3/5
2. 13/20
3. 3/4
4. 8/12

Bereken de optelsom van de breuken:
1/3 + 1/7

1. 12/24
2. 7/8
3. 10/21
4. 7/21

Decimale getallen

Een decimaal getal is een getal met één of meerdere cijfers achter de komma.

Van breuk naar decimaal getal

​10​​9​​=

2​4​​3​​=

​25​​4​​=

​40​​9​​=

             hfd 1 functies           3 vwo

Van breuk naar decimaal getal

​10​​9​​=0,9

2​4​​3​​=2​100​​75​​=2,75

​25​​4​​=​100​​16​​=0,16

​40​​9​​=​200​​45​​=​1000​​225​​=0,225

Afronden

Rond je een getal af op 2 decimalen, dan kijk je naar de derde decimaal.

5,9654321   

             hfd 1 functies           3 vwo

Afronden

Rond je een getal af op 2 decimalen, dan kijk je naar de derde decimaal.

5,9654321   

0,1,2,3 en 4 rond je af naar beneden

5,6,7,8 en 9 rond je af naar boven

Aan de slag met het oefenproefwerk blz. 74 (TL blz. 126)

• Veelgestelde vragen klassikaal bespreken.
• In je groepje aan de slag.

• Probeer elkaars vragen te beantwoorden (doe dit op fluistertoon).
• Ga verder met je wiskunde huiswerk.
• Je mag overleggen in je groepje om elkaar te helpen (doe dit op fluistertoon.
  
• Ik loop rond om jullie vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Huiswerk

 

Huiswerk voor woensdag is maken, nakijken en verbeteren het oefenproefwerk, blz. 74 (HV) blz. 126 (TL)

Vrijdag 17 november proefwerk hoofdstuk 2 (TL hoofdstuk 3).

Afsluiting

Hoe ging het vandaag?

Bedankt voor jullie aandacht en tot de volgende keer!