emoties


TV Identiteit: emoties
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerLevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les


TV Identiteit: emoties

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stukje geschiedenis
Lange tijd werden emoties negatief bekeken. Sommige emoties maakten zelfs deel uit van de zeven hoofdzonden (christelijke, westerse visie):
  1. IJdelheid of hoogmoed (Superbia)
  2. Hebzucht of gierigheid (Avaritia)
  3. Lust of onkuisheid (Luxuria)
  4. Jaloezie of afgunst (Invidia)
  5. Vraatzucht of gulzigheid (Gula)
  6. Woede of wraak (Ira)
  7. Luiheid of traagheid (Acedia)
 VUL AAN IN JOUW BUNDEL

Slide 2 - Tekstslide

IJdelheid of hoogmoed (Superbia): ergste daad
Hebzucht of gierigheid (Avaritia): het verlangen naar macht, bezittingen en rijkdom bv diefstal, verraad en omkoping
Lust of onkuisheid (Luxuria):  betekent moeite heeft om zich aan één partner te binden
Jaloezie of afgunst (Invidia)
Vraatzucht of gulzigheid (Gula): betekent dat je zoveel mogelijk voor je zelf wilt houden/opeten - niet delen
Woede of wraak (Ira)
Luiheid of traagheid (Acedia)
Elke hoofdzonde heeft een eigen demon. Superbia heeft Lucifer, Avaritia heeft Mammon, Luxuria heeft Asmodeus, Invidia heeft Leviathan, Gula heeft Beëlzebub, Ira heeft Satan en Acedia heeft Belfagor.
emoties

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Emoties
- De subjectieve component: gedachten en gevoelens
- De fysiologische component: het lichaam. 
- De gedragscomponent: de expressie. 

Slide 4 - Tekstslide

- De subjectieve component: gedachten en gevoelens. Deze component bestaat uit een cognitief deel (een beoordeling van een situatie) en een gevoel. Je merkt bijvoorbeeld een grommende hond op, schat de situatie in als gevaarlijk en ervaart angst.  
- De fysiologische component: het lichaam. Bij emoties horen ook lichamelijke veranderingen die door je zenuwstelsel in gang worden gezet. Bepaalde emoties zorgen er bijvoorbeeld voor dat je hartslag en ademhaling versnellen of vertragen. Dat leidt tot waarneembare reacties zoals zweten, blozen, …  
- De gedragscomponent: de expressie. Emoties lokken gedrag uit. Sommige emoties uiten zich via een heel herkenbare gezichtsuitdrukking. Ook via andere vormen van lichaamstaal tonen we onze emoties: roepen als je bang bent, je vuisten ballen als je boos bent, juichen van blijdschap,…  


We vullen samen pagina 4 in, opdracht 1:

Werk de drie componenten van emoties uit in deze situaties.  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisemoties. Herken jij ze?

Slide 6 - Tekstslide

Jongeren ontwikkelen tussen 10-18 jaar het vermogen ( complexere) emoties te herkennen in gelaatsuitdrukkingen. 
In de late adolescentie wordt verbazing en angst pas goed herkent. 
Adolescenten hebben meer info nodig voor herkenning , zoals bv lichaamstaal
Studies tonen aan dat vrouwen beter zijn in het herkennen van emoties op gezichten dan mannen. 
Paul Ekman (1934) identificeerde zes basisemoties. Dat zijn emoties die wereldwijs voorkomen en die overal dezelfde gelaatsuitdrukkingen uitlokken: blijdschap, woede, verdriet, angst, walging en verrassing (zie bundel)
Voor andere emoties zoals hoop, liefde, trots, spijt,… trekken verschillende culturen wél andere
gezichten. Die emoties zijn dan vaak minder goed herkenbaar voor anderen.

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke emotie(s) zitten bij jou 'aan het stuur'?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Boos
blij
bedroefd
bang
afkeer/walging
verbazing
schaamte
liefde
tevredenheid
Frustratie
teleurstelling

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappers identificeren drie functies van emoties:
- De adaptieve functie
- De sociale functie
- De cognitieve functie
We gaan in op de adaptieve en de sociale functie.
We lezen samen pagina 5 en kijken nadien naar een experiment

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke zaken blijven voor jou hangen uit dit experiment?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Emotionele intelligentie
Ga naar:
 https://test.psychologiemagazine.nl/test/eq-test-hoe-hoog-is-je-emotionele-intelligentie
en vul de zelftest in
   

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herbeoordeel via G-schema
bundel pagina 9, 10, 11

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

emoties in andere culturen
In niet-westerse landen zijn gevoelens belangrijker bij het overtuigen van anderen. Ook in de politiek.
Vrouwen 'mogen' vaker emoties tonen dan mannen. 
Er bestaat een verband tussen armoede en emoties.
Emoties worden dan gezien als zwakte. ( Eten wat de pot schaft)
In rijke culturen is er meer ruimte/ tijd om emoties aandacht te geven. 
In Azïe is het tonen van emoties gelijk aan gezichtsverlies: Je verliest respect.
We sluiten bundel af (pag 12).
 
bron:https://www.ensie.nl/hans-kaldenbach/gevoelens-uiten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

conclusie
  • gevoelens herkennen en delen is niet altijd makkelijk
  • er is een verband tussen gevoelens en behoeftes
  • 6 basisemoties die universeel zijn
  • niet alle emoties zijn universeel
  • het G-schema helpt emoties te reguleren
  • emoties worden niet door iedereen en niet overal op dezelfde manier uitgedrukt/getoond

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlanders & emoties
Nederlanders zijn 'calvinistisch'. Dat is een Christelijke stroming ( vanaf 1600 -1800) die vooral afgaat op verstand, hard werken en eenvoudig leven.  Emoties moeten daarbij onder controle gehouden worden.

Daarbij heeft nederland een overlegcultuur. Voor samenwerking is duidelijke communicatie nodig. Emoties leiden af van de taak. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra info
Volgens hersenonderzoek zijn er twee types emoties:

Primaire emoties en secundaire emoties.

Primair: Een directe reactie op je omgeving
Secundair: Aangeleerde emoties. Niet alleen af te lezen aan het gezicht , maar aangeleerd door ervaring.
Uit: Het puberende brein. Eveline Crone.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lezen tekst 
Markeer met een stift alles wat jij niet wist en/of je interessant vindt.
Bespreken opdracht 2 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkvraag
Kun jij uitleggen hoe het komt dat conditionering/ Pavlov effect vaak onbewust verloopt?
Ben jij 'geconditioneerd' in jouw leven?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst bij 3 over emoties
Maak de opdracht voor jezelf.
Vergelijk met een klasgenoot
bespreken klassikaal

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

identiteit
Hormonen en verliefd zijn.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
- Rondvraag : Wat is liefde?
- Rol hormonen/lezen 4
- hormonen en puberteit / film
lezen : wat zijn hormonen
- opdracht 5 en 6 maken
- nabespreking hormonen en voeding.
- film hormonen
- discussie/gesprek gender
- film -gender
-nagesprek en samenvatting.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

identiteit & lhbtq
We gaan aannames en vooroordelen verzamelen over identiteit en lhbtq-etc

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kijkvraag 'genderkoekje'. 
Film: Welke gedachtes komen in je op? Schrijf ze direct op. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er in je op
als je dit filmpje
ziet ?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

les 5. Van jezelf bewust zijn

Waar zit ons zelfbewustzijn, denk je ?
Die vraag houdt de mens al meer dan 2500 jaar bezig.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les 5. Van jezelf bewust zijn
Vroeger dacht Aristoteles ( bekende filosoof) dat je zelfbewustzijn in onze pijnappelklier zit
( gebied van de hersenen) 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Ontwikkeling zelfbewustzijn
Wat is zelfbewustzijn?

1. Jonge baby's zien zichzelf niet als persoon/los van hun omgeving. Zij zijn alleen gevoel: Fijn/veilig-Onprettig/onveilig.

 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.  Ontwikkeling zelfbewustzijn
2. Vanaf 1,5 jaar herkennen baby's zichzelf in een spiegel en herkennen ze ook anderen ( in de spiegel).

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.  Ontwikkeling zelfbewustzijn
3.Tijdens kindertijd ontwikkelt taal zich. Je maakt verhalen en je onthoud ze.

Zonder taal kun je je niet bewust zijn van je gedachten. En weet je niet van 'ik ' en ook niet van de 'ander'. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.  Ontwikkeling zelfbewustzijn
4. Als je opgroeit/volwassen wordt leer je jezelf kennen:

-eigenschappen
- voorkeuren( wensen)
- kwaliteiten en minder sterke kwaliteiten
- ervaringen die zorgen dat je nieuwe dingen leert

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfewustzijn:

1. Baby's leren eerst hun lichaam kennen.
2. Na 1,5 jaar zien ze zichzelf als persoon ( in de spiegel) en weten dus dat de ander bestaat.
3. In de kindertijd ontwikkel je taal en kun je je eigen verhaal maken.
4. In jouw verdere leven wordt je meer en meer bewust van jezelf. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen , bespreek het samen

1. Wie kent jou het beste?
2. Hoe kom je erachter wat jouw goede en slechte kwaliteiten zijn?
3. Hoe kom je erachter wat je leuk of vervelend vind om te doen?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kernkwaliteiten-model
Hulpmiddel.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Levensvragen
Ontstaan vanzelf tijdens het opdoen van ervaring:
-Wie wil ik zijn?
- Wat is geluk voor mij?
- Welke dingen zijn belangrijk voor mij?
- Geloof ik in een God?
- Heeft mijn bestaan zin? En voor mij?
- Wat is vriendschap ? Ben ik een goede vriend?

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

levensvragen
Bespreek ze samen.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Identiteit in het Christendom
Wie is de man op deze slide?

Wat heeft godsdienst te maken met het kijken naar de wereld/ naar jezelf?

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Identiteit in het Christendom
Wat heeft godsdienst te maken met het kijken naar de wereld/ naar jezelf?

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ziel in het Christendom
In het Christendom/Islam gelooft men in de ziel. Een eeuwig stukje in de mens 
Geschapen zijn door God/Hemel/ Hel 
heeft invloed op wie jij denkt te zijn en hoe je leeft.

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hindoeïsme
- India. 2000-3000 Vchr. 15 pr

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies