Les 4, periode 3

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TrainingskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TRAININGSKUNDE
Sportanatomie - les 4


Leerjaar 1, Periode 3
2022 - 2023

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VANDAAG
  • Herhaling les 3
  • Lesdoelen
  • Lesinhoud: spieren deel 2
  • Zelfstandig werken + afronding

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het voorwaarts heffen van de bovenarm noemen we
A
Anteflexie
B
Retroflexie
C
Abductie
D
Adductie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Endorotatie in de heup is ook wel:
A
Het naar buiten draaien
B
Het naar binnen draaien
C
Het naar voren zwaaien
D
Het naar achter zwaaien

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf de 5 stappen van opbouw van spieren van groot naar klein:

Slide 6 - Woordweb

pees -> spier -> spiervezelbundels -> spiervezels -> spierfibrillen

Bij isometrische contracties gebeurt het volgende:
A
Fz > Fsp
B
Fz = Fsp
C
Fz < Fsp

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het naar buiten draaien van de onderarm noemen we
A
Exorotatie
B
Endorotatie
C
Supinatie
D
Pronatie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Excentrische contracties kenmerken zich doordat ze de volgende werking op de zwaartekracht hebben
A
Zwaartekracht is groter dan spierkracht
B
Spierkracht is groter dan zwaartekracht
C
Spier- en zwaartekracht zijn even sterk
D
Het is niet mogelijk om kracht te leveren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BEDENKEN MAAR
Kies met je buurman/buurvrouw 1 spier uit die je wilt trainen!

Bedenk nu 1 concentrische oefening.
Bedenk nu 1 statische oefening
Bedenk nu 1 excentrische oefening

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LESDOELEN

Aan het einde van de les ben je bekend met ...:
  • De verschillende type spierweefsels;
  • De werking van spierpijn op ons lichaam;
  • De belangrijkste spieren (in het Nederlands).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TYPEN SPIERWEEFSEL
Er zijn twee - eigenlijk drie - typen spierweefsel:
  • Dwarsgestreept spierweefsel
  • Gladgestreept spierweefsel

Soms lees je ook 'hartspierweefsel'. Deze kunnen we ook onder gladgestreept spierweefsel categoriseren. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TYPEN SPIERWEEFSEL
Dwarsgestreept spierweefsel zitten vrijwel altijd vast aan botten. Kunnen vrijwillig aangestuurd worden. 





Welke dan niet!?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TYPEN SPIERWEEFSEL
Glad spierweefsel komt voor in de wanden van bloedvaten, luchtwegen en het spijsverteringskanaal. Je kunt deze niet bewust aansturen, maar reageren op prikkels uit het zenuwstelsel. Gladde spieren zorgen voor een langzame golfachtige beweging die zorgt voor het transporteren van bloed, lucht en voedsel. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SPIERPIJN?! DAS TOCH VERVELEND!!
Spierpijn kennen we allemaal. Het is dat vervelend verschijnsel na een training of inspanning. Feitelijk is spierpijn niets anders dan minuscule beschadigingen in spieren. Spierpijn is dus géén blessure. Ontstaat alleen door excentrische contracties (waarom?!)

We kennen 2 typen spierpijn:
  • Acute spierpijn
  • Verlate (DOMS) spierpijn (24-48h)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOE HERSTEL JE VAN SPIERPIJN?
Door matig intensief te bewegen. Je kunt dus simpelweg blijven sporten, maar wel op een minder niveau!

Een warm bad kan ook helpen.

Wat hebben deze twee gemeen?
Doorbloeding!!!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT SPIEREN
Spieren memory (4-tal) of flashcards (2-tal)

Lees samen met je 2- of 4-tal de plaatjes door. (5 min.)
Speel daarna het spel of oefen met de flashcards tot je ze allemaal kent! 

Tip: Voor gevorderde oefen met de Latijnse benamingen!!! 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WORK, WORK, WORK.
± 2-3 minuten: scan de paragraaf naar onduidelijkheden!

± rest van de tijd:
  • Maak de vragen: t/m 16 COMPLEET!
  • Vul de kernwoorden in van paragraaf 3

DAARNA, ONTSPANNEN MAAR!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TERUGKOPPELING

  • Welke type spierweefsels kennen we?
  • Wat is de werking van spierpijn op ons lichaam?
  • Benoem de 13 belangrijkste spieren (in het Nederlands).

Slide 21 - Tekstslide

  • Wat is een gewricht?
Een gewricht is een scharnier tussen twee botstukken. Er zit een ruimte tussen waardoor bewegelijkheid ontstaat.
  • Welke onderdelen kunnen we benoemen van een gewricht?Botstukken
Kop (caput)
  • Kom (cavum)
  • Gewrichtsvlak (Facies Articularis)
  • Gewrichtsbanden (ligamenta)
  • Gewrichtskapsel (Capsula Articularis)
  • Gewrichtsvocht (Synovia)
  • Slijmbeurs (Bursa)
  • (soms) Meniscus / labrum. 

  • Welke 3 verschillende gewrichtsvormen er zijn;
dasdasds
  • Welke bewegingsmogelijkheden kennen de elleboog, knie, heup en schouder?
Ante-retroflexie, extensie, flexie, exo- en endorotatie, 
.. EN VOLGENDE WEEK DAN?
  • Herhaling les 4
  • Hoofdstuk 1: botten
  • De belangrijkste botten (quiz)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies