bs 3

Hoe komt het dat je er anders uit ziet dan je broertjes/zusjes?
->geslachtelijke voortplanting
->variatie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe komt het dat je er anders uit ziet dan je broertjes/zusjes?
->geslachtelijke voortplanting
->variatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

kruisingsschema

Slide 6 - Tekstslide

los op:
Vader: gen voor blauwe ogen en een gen voor bruine ogen
moeder: gen voor blauwe ogen en een gen voor blauwe ogen
Wat krijgt het kind?
maak het kruisingsschema
bonusvraag: Hoeveel procent kans maakt het kind op blauwe ogen?

Slide 7 - Tekstslide

kruisingsschema

Moeder heeft 2 allelen voor albinisme. Vader heeft geen allel voor albinisme. Het gen voor albinisme is niet dominant.

Hoeveel  % kans heeft het kind van deze ouders om albinisme te krijgen?

Hoeveel % kans op albinisme heeft het kleinkind van deze vader en moeder als hun kind een kind krijgt met iemand zonder allel voor albinisme?

Slide 8 - Tekstslide

tweelingen

eeneiige tweeling

twee-eiige tweeling

Slide 9 - Tekstslide

maken
8 t/m



Slide 10 - Tekstslide

mutaties

Bij de celdeling kan DNA beschadigd raken. De informatie over de erfelijke eigenschappen is dan veranderd.

Dit heet een mutatie, er is dan 1 of meerdere genen gemuteerd.

Als deze mutatie te zien is in het fenotype dan noem je het organisme een mutant.

Slide 11 - Tekstslide

mutaties

Als een mutatie voorkomt in 1 lichaamscel heeft dat weinig invloed.


komt een mutatie voor in een geslachtscel heeft dit veel invloed.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

mutaties

Sommige mutaties zijn onschadelijk, sommige zijn schadelijk en sommige geven juist een voordeel.

Als de mutatie onschadelijk is of een voordeel geeft word deze vaak doorgegeven aan de nakomelingen. Daardoor krijg je meer variatie in genotypen.

Slide 14 - Tekstslide

mutagene invloeden

Sommige stralingen of stoffen zorgen ervoor dat er meer mutaties in het lichaam ontstaan.

Bijvoorbeeld: UV straling/röntgenstraling of sigarettenrook/asbest

Slide 15 - Tekstslide

kanker

Soms vinden mutaties plaats in genen die de celdeling regelen.

Hierdoor kunnen cellen zich ongeremd gaan delen, dit zorgt voor een gezwel(tumor).

Als de tumor snel groeit spreek je van kanker.

mutagene stoffen kunnen kankerverwekkend zijn. 

Slide 16 - Tekstslide