V5 uitleg betrekkelijk voornaamwoord


Betrekkelijk voornaamwoord in het Frans 


Wat is het ook alweer in het Nederlands?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Betrekkelijk voornaamwoord in het Frans 


Wat is het ook alweer in het Nederlands?

Slide 1 - Tekstslide

Een betrekkelijk voornaamwoord kan van 2 zinnen 1 zin maken.





Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide




In het Frans 
maak ik de 
betrekking met 

Qui







Que

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

TIP: onthoud deze regel !

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Par exemple:


C'est la solution que tout le monde préfère.
C'est le garçon qu'elle a rencontré hier.
C'est la solution que tout le monde préfère.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Dolfijnen zijn dieren die erg intelligent zijn
A
qui
B
sont intelligents
C
que
D
sont intelligent

Slide 15 - Quizvraag

qui of que?
C'est un ami ... m'a aidé beaucoup.
A
qui
B
que

Slide 16 - Quizvraag

Kies QUI, QUE of OÙ.
C'est Jules ... a deux frères.
A
qui
B
que
C

Slide 17 - Quizvraag

Kies QUI, QUE of OÙ.
Le garçon ___ chante une chanson française.
A
qui
B
que
C

Slide 18 - Quizvraag

qui of que?
C'est un ami ... m'a aidé beaucoup.
A
qui
B
que

Slide 19 - Quizvraag

Kies QUI, QUE of OÙ.
J'adore le jean... j'ai acheté.
A
qui
B
que
C

Slide 20 - Quizvraag

Kies QUI of QUE.
C'est un garçon ... je trouve très gentil.
A
qui
B
que

Slide 21 - Quizvraag

qui of que?
Est-ce que tu peux me donner le livre .... tu as acheté?

A
qui
B
que

Slide 22 - Quizvraag

Kies het juiste betr.vnw: qui of que?
C'est un voyage ..... je trouve intéressant.
A
qui
B
que

Slide 23 - Quizvraag

Kies QUI of QUE.
Léa a une soeur ... s'appelle Julie.
A
qui
B
que

Slide 24 - Quizvraag

qui of que?
Il a fait un voyage ..... est intéressant.
A
qui
B
que

Slide 25 - Quizvraag

Oefen ook met quizlet !
https://quizlet.com/396228556/qui-que-flash-cards/

Slide 26 - Tekstslide