T4 Zouten (paragraaf 5.1 ) deel 3

T4  Zouten (paragraaf 5.1) deel 3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

T4  Zouten (paragraaf 5.1) deel 3

Slide 1 - Tekstslide

"Starter for ten"

Pak je schrift en los de volgende vragen op.


  1. Bepaal of ijzercarbonaat goed oplosbaar is, leg je antwoord uit.
  2. Noteer de reactievergelijking van het oplossen van natriumchloride.

Slide 2 - Tekstslide

Starter for Ten vraag 1

Slide 3 - Open vraag

Starter for Ten vraag 2

Slide 4 - Open vraag

Kennenlijst
  • Herhaling van de kruisregel.
  • Oplossen van een zout (reactievergelijking)
  • Indampen van een zoutoplossing (reactievergelijking)

Slide 5 - Tekstslide

Kunnenlijst

Slide 6 - Tekstslide

De kruisregel

Voor het oplossen van een zout moeten we een reactievergelijking kunnen maken. Daarvoor is het belangrijk de goede formule van het zout op te schrijven.


metaal x+   +  Nietmetaal y-  ==>  metaalyNietmetaalx



Slide 7 - Tekstslide

Maak de molecuulformule van (Gebruik BINAS 35)
Koperchloride
A
Cu2Cl
B
CuCl2
C
CuCl
D
Cu2Cl2

Slide 8 - Quizvraag

Maak de molecuulformule van (Gebruik BINAS 35)
Bariumfosfaat
A
Ba(PO4)
B
Ba2(PO4)3
C
Ba3(PO4)2
D
Ba(PO4)2

Slide 9 - Quizvraag

Maak de molecuulformule van (Gebruik BINAS 35)
Tinsulfide
A
SnS
B
Sn2S
C
SnS2
D
Sn2S2

Slide 10 - Quizvraag

Maak de molecuulformule van (Gebruik BINAS 35)
IJzer(III)oxide
A
FeO2
B
FeO
C
Fe3O2
D
Fe2O3

Slide 11 - Quizvraag

De reactievergelijking bij het oplossen

De reactievergelijking bestaat uit de beginstoffen, een pijl, de reactieproducten.

(beginstoffen --> reactieproducten).

Begin altijd in het midden met de dikke vette pijl.

Slide 12 - Tekstslide

De reactievergelijking bij het oplossen

Voor de pijl komt de beginstof. Bij het oplossen van een zout is er maar één beginstof, dit is het zout. Dit is een vaste stof dus komt er (s) achter te staan.

Dus voor de pijl komt de formule van het zout.


zout (s) -->

Voorbeeld oplossen van natriumchloride:

NaCl (s) -->

Slide 13 - Tekstslide

De reactievergelijking bij het oplossen

Na de pijl komen de reactieproducten. Bij het oplossen van een zout zijn dat de ionen van het metaal en het niet metaal. Bij een ion noteer je ook de lading. Om aan te geven dat de ionen in water zijn opgelost noteren we wel een toestant (aq) achter het ion.


Dus na de pijl komt de formule van het metaal ion (Na+ (aq)) en de formule van het nietmetaal ion (Cl- (aq)).

Slide 14 - Tekstslide

De reactievergelijking bij het oplossen

In het algemeen ziet de reactievergelijking er zo uit:

Zout (s) --> metaalion+ (aq) + nietmetaalion- (aq).


Voorbeeld:

NaCl (s) --> Na+ (aq) + Cl- (aq)

K2S (s) --> 2K+ (aq) + S2- (aq)

Slide 15 - Tekstslide

Noteer de reactievergelijking van het oplossen van Magnesiumbromide

Slide 16 - Open vraag

De reactievergelijking bij het indampen

Indampen is het tegenovergestelde van oplossen.

Nu zijn de beginstoffen de ionen en is het reactieproduct het zout.


We beginnen weer (net als iedere reactievergelijking) met een dikke vette .

Slide 17 - Tekstslide

De reactievergelijking bij het indampen

Voor de pijl staan de beginstoffen dit zijn de positieve metaal ionen en de negatieve nietmetaal ionen.

Omdat ze opgelost zijn in water staat er (aq) achter.

Omdat het ionen zijn staat de lading er bij.


M+ (aq) + Nm- (aq) -->

Slide 18 - Tekstslide

De reactievergelijking bij het indampen

Na de pijl staat het reactieproducten dit is het zout als vaste stof (denk aan het practicum indampen).

Omdat het een vaste stof is staat er (s) achter.

Omdat het een zout is heb jij met de kruisregel de formule gemaakt.


             --> MNm  (s)

Slide 19 - Tekstslide

De reactievergelijking bij het indampen

De algemene reactievergelijking ziet er zo uit:


M+ (aq) + Nm- (aq) --> MnM (s)


Voorbeeld:

Na+ (aq) + S2- (aq) --> Na2S (s) (half goed)

2Na+ (aq) + S2- (aq) --> Na2S (s) (goed)

Slide 20 - Tekstslide

Noteer de reactievergelijking van het indampen van een Aluminiumfluoride oplossing

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk

Afmaken van de vragen van paragraaf 5.1

Invullen kennenlijst paragraaf 5.1


Leren paragraaf 5.1

Doornemen kunnenlijst paragraaf 5.1

Bekijken van filmpjes

Probeer de reactievergelijkingen die op het bord staan te maken

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video