Hoofdstuk 2 - Grammatica zinsdelen - Hoofdzin/bijzin

Nederlands K2b
Grammatica
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
nedeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Nederlands K2b
Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Waar hebben we het gister over gehad? 

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm 
Gezegde (WG / NG)
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Tekstslide

Ik kan de persoonsvorm vinden in een zin
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Leerdoelen
- Ik weet het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin
- Ik weet wat een hoofdzin en een bijzin is

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Ik ga vanavond op tijd naar bed.
Ik ben gister heel laat naar bed gegaan. 

1. Tijd veranderen
2. Meervoud/enkelvoud
3. Vraagzin maken

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Ik ga vanavond op tijd naar bed, omdat ik gister heel laat naar bed ben gegaan. 

1. Tijd veranderen
2. Meervoud/enkelvoud
3. Vraagzin maken

Slide 7 - Tekstslide

Enkelvoudige zin

Een enkelvoudige zin is een zin die één persoonsvorm heeft:


Mijn moeder schrijft een brief aan mijn broer.

Slide 8 - Tekstslide

Samengestelde zin

Een samengestelde zin is een zin die twee persoonsvormen bevat.


Mijn moeder schrijft een brief aan mijn broer, omdat zij hem mist.

Omdat zij hem mist, schrijft mijn moeder een brief aan mijn broer.


Slide 9 - Tekstslide

Hoofdzin

Een samengestelde zin bestaat uit twee zinnen (hoofdzin/bijzin)


Hoofdzin:

1) persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar.

2) er kunnen geen andere zinsdelen tussen staan.

3) de persoonsvorm staat op de eerste of tweede plaats.


Mijn moeder schrijft een brief aan mijn broer, omdat zij hem mist.

Slide 10 - Tekstslide

Bijzin

Bijzin:

1) er kunnen andere zinsdelen tussen onderwerp en persoonsvorm staan. Let op: het hoeft niet!

2) de persoonsvorm staat vaak achter in de bijzin.

3) begint met een voegwoord

Mijn moeder schrijft een brief aan mijn broer, omdat zij hem mist.

Slide 11 - Tekstslide

Sylvia vindt online school heel fijn, omdat ze zich thuis goed kan concentreren.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 12 - Quizvraag

Sylvia vindt online school heel fijn, omdat ze zich thuis goed kan concentreren.
A
Sylvia... fijn = hoofdzin omdat... concentreren = bijzin
B
Sylvia... fijn = bijzin omdat... concentreren = hoofdzin

Slide 13 - Quizvraag

Onthoud dit

Als je een samengestelde zin vragend maakt, komt de hoofdzin vooraan te staan!


Schrijft mijn moeder een brief aan mijn broer, omdat zij hem mist?

Slide 14 - Tekstslide

Drie mogelijkheden

Hoofdzin + hoofdzin:

Neem je rugzak mee of pak je handtas.


Hoofdzin + bijzin:

Ik kan het me niet voorstellen, dat Linda nog langer blijft.


Bijzin  + hoofdzin:

Als je nu je spullen niet pakt, dan doe ik het voor je!

Slide 15 - Tekstslide

Drie mogelijkheden

Hoofdzin + hoofdzin: Want, maar, en, of, dus

Ik moet thuisblijven, maar mijn zusje mag wel naar buiten. 

Hoofdzin + bijzin: Omdat, toen, sinds, dat, zoals, zodra...


Zaterdag gaan we lekker fietsen, zoals we 
dat vorige week ook deden.


Bijzin  + hoofdzin: Omdat, toen, sinds, dat, zoals, zodra...

Zodra hij klaar is met werken, komt hij.

Slide 16 - Tekstslide

Omdat ik heel moe was, heb ik niet al mijn huiswerk gemaakt.
A
Omdat... was = hoofdzin heb... gemaakt = bijzin
B
Omdat... was = bijzin heb... gemaakt = hoofdzin

Slide 17 - Quizvraag

Ik ga met de fiets want het is mooi weer.
A
Ik... fiets = hoofdzin want... weer = bijzin
B
Ik... fiets = bijzin want... weer = hoofdzin
C
Ik... fiets = hoofdzin want... weer = hoofdzin

Slide 18 - Quizvraag

Een samengestelde zin heeft maximaal één persoonsvorm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Als je een samengestelde zin vragend maakt, dan komt de hoofdzin vooraan te staan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Aanvullend*
Een zin kan uit meerdere bijzinnen/hoofdzinnen bestaan.
-> Dan zijn er dus ook meerdere persoonsvormen.

Ik sprak mevrouw Jansen en ze zei dat ik de opdracht opnieuw moest doen. 

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
Wat is een enkelvoudige of een samengestelde zin?
Hoe herken je een hoofdzin?
Hoe herken je een bijzin?

Oefening in de chat: herken de persoonsvormen.
Donderdag gaan we verder met woordsoorten.



Slide 22 - Tekstslide

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/persoonsvormen-herkennen/#

Slide 23 - Tekstslide