H2 2.1 - 2.5

• Handel
• MBO

Criminaliteit en derving

Derving heeft niet alleen gevolgen voor de ondernemer, maar ook voor de werknemers en de klanten van de onderneming.

Derving

"Waardevermindering van de voorraad".

Bekende en onbekende derving

Niet-criminele en criminele derving

Bekend en onbekend

Het verschil is dat er bij onbekende derving geen oorzaak aangegeven kan worden.

De oorzaak kan zowel criminieel als niet-crimineel zijn, maar je weet het niet.

Niet-crimineel / crimineel

Oorzaken niet-crimineel:

verlies, breuk , beschadiging

slordigheid  medewerkers

Oorzaken crimineel:

diefstal, vernieling

Diefstal door klanten

er is sprake van diefstal als iemand een product uit de winkel pakt met de bedoeling het voor zichzelf te houden zonder daarvoor te betalen.

Beveiligingsplan

hierin staan maatregelen die de winkelier neemt om criminele derving te voorkomen, o.a.:

- Iedereen moet zijn werk veilig kunnen doen

- informatie over kassa- en seutelbeleid

- hoe te handelen bij een overval

- omgaan met agressiviteit

Diefstal voorkomen

-4 belangrijke middelen:

- Kijken

- Groeten

- Beveiliging van producten

Winkelonrichting

Derving aan de kassa

Bij de kassa begint het financiële deel van het winkelen, een plek waar heel geconcentreerd en zorgvuldig moet worden gewerkt.

Belangrijk:

Werk volgens de regels die door de winkel zijn opgesteld. 

deze zijn ook opgesteld om jou te beschermen

Juist handelen bij diefstal

Diefstal door medewerkers

Voorkomen door:

- Duidelijke regels voor aankopen medewerkers

- Uitgangcontroles

- Meldplicht bij diefstal door collega

- Niet afrekenen met familie of bekenden

- Niet met medewerkers met korting af laten rekenen

Diefstal door anderen

Voorkomen door:

- achterdeur gesloten houden (achterdeurprocedure!)

- zo mogelijk magazijn indelen in kleinere gebieden

- begeleiden van bezoekers, leveranciers en anderen

- logboek waarin bezoekers worden vermeld

Een overval

Voorkomen door:

- Sleutelbeheer, open- en afsluitprocedures

- Personeelsinstructie

- Geldbeheer en geldtransport

- Kluis met tijdsvertraging 

- Winkelinrichting

- Communiceren met deurstickers

- SDNA  (sprayen)

RAAK

R = Rustig blijven

A = Accepteren

A = Afgeven

K = Kijken

Na de overval?

- Kijk waar de overvaller(s) naartoe vluchten

- Bel 112

- Houd de telefoon vrij

- Sluit de winkel

- Stel aanwezige klanten en medewerkers gerust

- Vraag getuigen te blijven 

- Geef alle info door aan de politie

- Verstoor geen sporen

- Wacht op de politie

Opdracht

Boek: VACCM

lezen: Hoofdstuk 1

Maken: vraag 1 tot en met 13