Grammar - The Past Tense

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

VERLEDEN TIJD

Past Simple

vs.

Present Perfect

Deze les gaat over 'the past tense'.
Het is herhaling van wat je eerder dit jaar hebt geleerd.
Je leert hoe je in het Engels over het verleden kunt praten op 2 verschillende manieren. 

Lees de slides goed door, bekijk de filmpjes aandachtig, beantwoord de vragen en maak de oefeningen die worden gegeven.

The Past Simple

Je gebruikte de The Past Simple als je over iets vertelt wat in het verleden gebeurde en wat afgelopen is.

• Regel: werkwoord + ed
  Regelmatige en onregelmatige werkwoorden
• Signaalwoorden: yesterday, last week, in 1984, three days ago, etc.
• Voorbeelden:
  I visited my grandmother a few days ago.
  She laughed so hard, she peed her pants.
  We watched the match yesterday.
  The kids were sleeping when I came home. (onregelmatige ww.)

Instructievideo

Bekijk de video in de volgende slide voor meer uitleg.

I ... (like) watching Spongebob when I was a kid.

John ... (play) a footbal match last weekend.

We ... (celebrate) my father's birthday yesterday.

Three months ago, I ... (go) shopping for the last time.

I ... (see) her at the train station yesterday morning.

Typ een Engelse zin waarin je vertelt wat je gisteren hebt gedaan.

The Present Perfect

Je gebruikte de The Present Perfect als iets in het verleden begonnen is, maar:

nu nog doorgaat, nog kan veranderen, nèt gebeurd is of het resultaat nog zichtbaar is.

• Regel: have/has + voltooid deelwoord (= ww+ed of onregelmatig 3e rijtje)
  Regelmatige en onregelmatige werkwoorden 
• Signaalwoorden: already, yet, for, since, just, never, ever.
• Voorbeelden:
  They have watched that video six times already!
  I have just eaten a piece of cheesecake.
  She has lived in The Netherlands since 2001.
  Have you ever been to America?

Instructievideo

Bekijk de video in de volgende slide voor meer uitleg.

They ... ... (pack) their bags already.

Ginny ... ... (paint) her room, it's still wet.

Tom and Alice ... ... (wash) their car, look how shiny it is!

That girl ... never ... (meet) her father before.

Me and my friend ... ... (have) so much fun since the day we met!

Typ een Engelse zin waarin je vertelt wat je nog nooit van je leven hebt gedaan.

Let's put it to the test.

In de volgende slides ga je oefenen met de Past Simple en de Present Perfect. 
De oefeningen laten je steeds nadenken over het verschil tussen de twee soorten verleden tijd. 
Hou je hoofd erbij!

I lived in London two years ago.

I have lived in Liverpool for two years.

Present Perfect

Past Simple

Zet deze zin in de present perfect:
I .... ( to know) him all my life.

1. knew
2. am knowing
3. have known
4. know

In welke tijd staat deze zin?
My cat died last week.

1. past simple
2. present perfect

Zet de zin in de past simple:
Somebody ... ( to paint ) a picture on the wall.

1. have painted
2. is painting
3. painted
4. has painted

In welke tijd staat deze zin?

I have built a helicopter

1. Past simple
2. Present perfect

In welke tijd staat deze zin?

I read a book.

1. Past simple
2. Present perfect

In welke tijd staat deze zin?

Lucy lived in London.

1. Past simple
2. Present perfect

Zet deze zin in de present perfect:
Rebecca .... (to go) bed

1. Rebecca goes to bed
2. Rebecca is going to bed
3. Rebecca went to bed
4. Rebecca has gone to bed

Sleep de signaal woorden naar de juiste tijd:

Past Simple

Present perfect

for

in 2015

two months ago

yesterday

since

already

In welke tijd staat:

Jack watched television

1. Past simple
2. Present perfect

In welke tijd staat:

I've lost my passport

1. Past simple
2. Present perfect

Zet in de Present perfect:
I ...... (read)

1. I read
2. I have read
3. I am reading
4. I did read

In welke tijd staat:

We sang that song last week.

1. Past Simple
2. Present Perfect

Maak present perfect:
I ..... ( to eat) an apple.

1. did eat
2. has eat
3. have eaten
4. am going to eat

Wat is hier de juiste optie?
We .... ( to work ) 5 hours yesterday.

1. worked
2. have worked
3. work
4. has worked

Zet in de present perfect:
Peter ......... ( to tell ) a joke.

1. have tell
2. has told
3. has tell
4. have told

In welke tijd staat deze zin?
I have known him all my life.

1. past simple
2. present perfect

In welke tijd staat deze zin?

This quiz has ended.

1. past simple
2. present perfect

EINDE KLASSIKALE DEEL

Ga oefenen met de links in de volgende slides.

https:

https:

https: