Les bloed/ ECG


Bloed en ECG
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Bloed en ECG

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

  • Je kent drie typen bloedvaten met kenmerk en functie
  • Je weet welke hartkleppen er zijn en kan beschrijven hoe ze eruit zien.
  • Je kan uitleggen wat het ECG meet en uitleggen welke toppen in het PQRST liggen.
  • Je kunt de samenstelling van bloed noemen.

Slide 2 - Tekstslide

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 3 - Tekstslide

3 type bloedvaten
1. Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit het hart naar de slagaders.

2. Vanuit de slagaders stroomt het bloed naar de haarvaten. Daar wordt zuurstof afgegeven aan cellen van organen en spieren.

3. Vanuit de haarvaten stroomt het bloed naar de aders. Via de aders stroomt het bloed terug naar het hart. 

Slide 4 - Tekstslide

Bloedvaten
Slagaders: aanvoerende vaten. (spieren in de wand)
Aders: afvoerende vaten. (kleppen, druk slagaders en skeletspieren).
Haarvaten: uitwisseling weefsel en bloed

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Het ECG

Slide 7 - Tekstslide

Sinusknoop, impulsen en hartslag

Slide 8 - Tekstslide

hartfasen in ECG

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht: lees

https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/medische-onderzoeken/hartfilmpje-(ecg)
Leg uit: wat gebeurd er bij de p-top, wat in het QRS traject en wat bij de T-Top

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Bespreken
Moeilijke termen uit de video.
Eventueel video nogmaals bekijken.

Slide 12 - Tekstslide

BINAS
84D2
De sinusknoop bepaalt het hartrimte

Slide 13 - Tekstslide

Het bloed

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

  

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 21 - Quizvraag

Waar bestaat bloedplasma uit?
A
water en zout
B
water en opgeloste stoffen
C
water en eiwitten en opgeloste stoffen
D
water en zout en eiwitten

Slide 22 - Quizvraag

Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 25 - Quizvraag

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof
B
Voedingsstof
C
Hemoglobine
D
Bloed

Slide 26 - Quizvraag

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft geen vaste vorm?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplasma

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de Bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 28 - Quizvraag

Waar bestaat pus uit?
A
dode bacteriën en etter
B
dode witte cellen en etter
C
dode witte cellen en bacterien

Slide 29 - Quizvraag

Hebben bloedplaatjes een celkern?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quizvraag

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft een celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 31 - Quizvraag

Er is een bundeltje cellen die het samentrekken van het hart veroorzaken. Hoe heet dit bundeltje?
A
sinusknoop
B
ECG
C
Av-knoop
D
sinusknop

Slide 32 - Quizvraag


Hoe benoem je de aangegeven plek in het ECG
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 33 - Quizvraag

welk deel het ECG geeft het samentrekken van de kamers weer?
A
P
B
QRS
C
T
D
ST

Slide 34 - Quizvraag


Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 35 - Quizvraag

Opdracht:
Maak twee toets vragen over het hoofdstuk circulatiestelsel.

Maak twee rijtjes met woorden, een hoort niet in het rijtje thuis.
Denk aan: Appel, peer, bloemkool, banaan.

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag
Werken aan de e-learning bloed en vaten.

Slide 37 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kan uitleggen wat het ECG is en welk toppen op een normaal segment 
  • Je kunt de samenstelling van bloed noemen.
  • Je kent drie typen bloedvaten met kenmerk en functie

Slide 38 - Tekstslide