BS 4 en 5 th 3 2HV 8 mrt
1 / 25
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe heten de bloedvaten die bloed vervoeren van het hart naar de organen?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten
Slide 2 - Quizvraag
De kleine bloedsomloop gaat zo:
A
hart-longen-hart
B
hart-alle organen-hart
C
hart-hersenen-hart
D
hart-benen-hart
Slide 3 - Quizvraag
Bloed dat van de longen naar het hart stroomt komt eerst in
A
Rechterboezem
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
linkerkamer
Slide 4 - Quizvraag
De bloedvaten die het hart van zuurstof voorzien zijn
A
kransslagaders
B
kransaders
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Via welk bloedvat komt het bloed met zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen in de nier?
A
nierslagader
B
nierader
C
haarader
D
haarvaatjes
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Welke bloeddeeltjes zorgen voor afweer van ziektes?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Vaccineren is het zorgen voor
A
natuurlijke immuniteit
B
kunstmatige immuniteit
Slide 23 - Quizvraag
Het onderdeel of de onderdelen van de nier waar het bloed wordt gezuiverd heet
A
nierschors
B
niermerg
C
nierschors en niermerg
D
nierbekken
