LE3 les 2 BTW

LE3 - Les 2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

LE3 - Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incl & Excl BTW
  • Inkoopfactuurprijs (bruto inkoopprijs) is de totale prijs die een ondernemer aan de leverancier betaalt, inclusief btw. De btw kan teruggevraagd worden bij de Belastingdienst.
  • Netto-inkoopprijs (excl. btw): Dit is de inkoopprijs zonder btw.
  • Netto-verkoopprijs (excl. btw): Let op, in deze prijs zit wél de winstmarge of winstopslag.
  • Bruto-verkoopprijs (consumentenprijs) (incl. btw): Dit is de prijs die consumenten betalen, inclusief btw.


Je kunt het ezelsbruggetje gebruiken: netto is exclusief btw en bruto is inclusief btw.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenopdrachten Les 1
1. Netto inkoopprijs €256, btw laag: bereken de inkoopfactuurprijs
2. Inkoopfactuurprijs €17,50, btw hoog: bereken de netto inkoopprijs
3. Btw €2,75 en laag tarief: Bereken de inkoopfactuurprijs

4. Netto verkoopprijs €1.200, btw hoog: bereken de consumentenprijs
5.  Consumentenprijs €28,75, btw laag: bereken de netto verkoopprijs
6. Btw €22,50 en hoog tarief: Bereken de consumentenprijs

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenopdrachten - uitkomst
1. € 256 : 100 x 109 = € 279,04 of € 256 x 1,09 = € 279,04
2. € 17,50 : 121 x 100 = € 14,46 of € 17,50 : 1,21 = € 14,46
3. € 2,75 : 9 x 109 = € 33,31

4. € 1.200 : 100 x 121 = € 1452,-
5. € 28,75 : 109 x 100 = € 26,38
6. € 22,50 : 21 x 121 = € 129,64

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De consumentenprijs is altijd
exclusief BTW
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De consument betaalt uiteindelijk
de omzetbelasting
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Reclame wordt vaak exclusief btw gemaakt omdat bedrijven de btw kunnen terugvorderen. Dit biedt duidelijkheid voor zakelijke klanten over de werkelijke kosten, zonder dat de btw invloed heeft. Voor consumenten moet de prijs altijd inclusief btw worden weergegeven.
De prijs van een stofzuiger is €107,42 ,exclusief 21% btw. Hoeveel is de prijs inclusief btw?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een product kost € 1.295,50 inclusief 21% BTW. Bereken het BTW bedrag.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inkoopfactuurprijs €120, btw 9%. Bereken de netto inkoopprijs.
A
€109,20
B
€110,09
C
€130,80
D
€111

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de netto inkoopprijs, als de inkoopfactuurprijs €242 is en de btw 21%
A
€200
B
€292,82
C
€221
D
€191,18

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Af te dragen btw (ondernemer)
    Ontvangen btw uit verkopen
          Betaalde btw uit inkopen      - (min)
Af te dragen btw (aan de fiscus)
Voorbeeld:
1. Ondernemer heeft €2.500 aan btw ontvangen van de consument en hij heeft €1.750 btw betaald aan leveranciers. Bereken de af te dragen btw.
2. Ondernemer heeft €4.750 aan btw ontvangen van de consument en hij heeft €6.100 btw betaald aan leveranciers. Bereken de af te dragen btw.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Ga aan de slag met onderstaande opdrachten!
  1. Ondernemer heeft €7.500 btw betaald aan leveranciers. Hij heeft €8.200 btw ontvangen van de consument. Bereken de af te dragen btw.
  2. Ondernemer heeft €6.500 aan btw ontvangen van de consument en hij heeft €6.100 btw betaald aan leveranciers. Bereken de af te dragen btw.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies