Paragraaf 2: Voedsel voor veel mensen

Hoofdstuk 6: Mens en milieu
Paragraaf 2: Voedsel voor veel mensen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: Mens en milieu
Paragraaf 2: Voedsel voor veel mensen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Begin: Voedsel voor veel mensen
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg paragraaf 2
  • Aan het werk!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Uitleggen hoe boeren veel voedsel kunnen produceren;
  • Uitleggen welke invloed bemesting op de omgeving heeft en hoe je dit tegen kunt gaan;
  • Uitleggen welke invloed gewasbeschermingsmiddelen op de omgeving hebben en hoe je dit tegen kunt gaan.

Slide 3 - Tekstslide

Begin: Voedsel produceren
Neem de volgende vragen over in je schrift en beantwoord deze:
  1. Wat hebben planten nodig om energierijke stoffen te produceren?
  2. Hoe heet dit proces?
  3. Hoe komen dieren aan hun energierijke stoffen?
  4. Welke stof is super belangrijk voor voedselproductie? (Vooral voor planten)

Slide 4 - Tekstslide

Begin: Voedsel produceren
  1. Water, licht en koolstofdioxide
  2. Fotosynthese
  3. Door planten en/of andere dieren
  4. Stikstof 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe produceren boeren veel voedsel?
Meer mensen op de wereld = meer voedsel nodig.
  • Er wordt veel van hetzelfde geproduceerd: monocultuur (planten) of intensieve veehouderij (dieren)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe produceren boeren veel voedsel?
Meer mensen op de wereld = meer voedsel nodig.
  • Er wordt veel van hetzelfde geproduceerd: monocultuur (planten) of intensieve veehouderij (dieren)
  • Er wordt mest  (dierlijk/kunstmatig) gebruikt met mineralen (en stikstof) voor de groei van planten. 
  • Voor dieren wordt er krachtvoer gebruikt. Voer met extra eiwitten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe produceren boeren veel voedsel?
  • Schade en ziekte worden voorkomen door gewasbeschermingsmiddelen (gifstoffen tegen plaagorganismen). Dieren worden beschermd tegen ziekten (antibiotica/vaccinatie).
  • Planten worden veredeld en dieren worden gefokt: zo ontstaan supergewassen en supervee.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe produceren boeren veel voedsel?
  • Schade en ziekte worden voorkomen door gewasbeschermingsmiddelen (gifstoffen tegen plaagorganismen). Dieren worden beschermd tegen ziekten (antibiotica/vaccinatie).
  • Planten worden veredeld en dieren worden gefokt: zo ontstaan supergewassen en supervee.
  • Genetische modificatie wordt ook vaak toegepast.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe beïnvloedt mest de omgeving?
Bij een mestoverschot door overbemesting komen er teveel mineralen in de grond dan planten nodig hebben.
  • Vermesting: Overtollige mineralen komen via het grondwater in het oppervlaktewater terecht. 
  • Sommige planten gaan hierdoor heel snel groeien. Er onstaat b

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoe beïnvloedt mest de omgeving?
  • Verzuring: De bodem wordt zuur. Mineralen uit de bodem lossen op en komen niet meer in de plant terecht.
  • Giftige stoffen komen vrij in de bodem, zoals lood en aluminium.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hoe beïnvloedt gewasbescherming de omgeving?
Door gifophoping gaan dieren aan het eind van een voedselketen dood.
Om gifophoping te voorkomen zijn er regels opgesteld:
  • De beschermingsmiddelen moeten selectief zijn;
  • De beschermingsmiddelen moeten biologisch afbreekbaar zijn (bacteriën en schimmels kunnen het middel afbreken).

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: Werkbladen koolstof- en stikstofkringloop
Hoe: Zachtjes overleggen (fluisteren) met je buur
Tijd: 10 minuten
Hulp: Kijk in je boek bij hoofdstuk 3, paragraaf 5 (3.5)
Klaar: Verder met 6.1 en 6.2. Na 10 min gaan we bespreken
Uitkomst: Het werkblad stikstofkringloop is af

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: 6.1 en 6.2
Hoe: Voor jezelf, in stilte
Tijd: 15 minuten
Hulp: Kijk in je boek of steek je vinger op
Klaar: Bereken je ecologische voetafdruk (klik hier) en bewaar die gegevens goed. 
Klaar met voetafdruk? Dan 6.3 lezen

Slide 22 - Tekstslide